In Boedapest zijn de Europese kampioenschappen zwemmen in volle gang. Utrecht was in 1966 gastheer van dit toernooi. Het waren de nationale zwemvrouwen die er toen voor zorgden dat Nederland goed voor de dag kwam.
Het EK zwemmen van 1966 was het eerste in Nederland. Prins Bernhard was beschermheer, maar hij was ondertussen wel op vakantie. En dat bleef hij, want hij had geen zin om terug te komen om de kampioenschappen te openen.
Jammer voor de organisatoren, want het was een enorm prestigieus evenement. Drie maanden voor aanvang was het al duidelijk dat een recordaantal deelnemers zich in Utrecht zou melden. Uit de eerste voorlopige opgaven van de Europese Zwemliga bleek dat er ruim 900 zwemmers en begeleiders werden verwacht. Uiteindelijk waren er deelnemers uit 26 landen. Het was daarmee het grootste sportevenement in Nederland sinds de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam!
Op de openingsdag maakte de organisatie er een potje van. Een verslaggever noteerde: "Het Nederlandse publiek heeft zondag met het schaamrood op de kaken moeten toezien hoe de bij repetities veelvuldig beproefde organisatie van de elfde Europese kampioenschappen in Utrecht op het beslissende moment stroef en stotend op gang kwam." Het ochtendprogramma liep hierdoor een uur vertraging op. De prestaties van de zwemmers werden er negatief door beïnvloed, maar gelukkig nog dezelfde dag ging het beter met zowel de organisatie als de gezwommen tijden.
Het EK was een televisie-evenement op zowel het toenmalige Nederland 1 als 2. Hierdoor kon iedereen meegenieten van de goede prestaties van onder meer Ada Kok, die goud won op de 100m vlinderslag en zilver op de 400m vrije slag en Betty Heukels, die er op de 400m wisselslag met het goud vandoor ging, een absoluut hoogtepunt uit haar zwemcarrière.
Een verslaggever van Tubantia vroeg na afloop van de race aan Heukels of ze moe was: "Moe? Ben je gek! Als je net een gouden medaille hebt gewonnen in een Europees kampioenschap ben je nóóit moe." Ze ontplofte bijkans van vreugde en danste heel het stadion door. "Nederland had in de Eindhovense niet alleen een sterke, maar ook een uitermate uitgelaten kampioene gekregen. Nadat zij de ruimte onder de tribunes van het stadion Den Hommel had betreden, is Betty Heukels geruime tijd niet te spreken geweest."
De zwemster was namelijk flink aan het feesten: "Door de gang langs de kleedkamers hoste een volmaakt losgeslagen gymnastieklerares, die bevrijd van alle spanning haar vreugde uitte in een serie dolle sprints. Ze sprong van haar vader naar haar moeder, kwam via zuster Toty terecht bij leidster Iet Koster-van Feggelen en joeg onmiddellijk na die reeks omhelzingen weer onstuimig door de catacomben." Dat zo ze zo blij was, was niet zo vreemd: na elf jaar internationaal zwemmen, was dit haar eerste medaille.
Dankzij de successen van de vrouwen wist Nederland zo zelfs, achter de Sovjet Unie en de DDR, op de derde plaatst te eindigen in het medailleklassement. De mannen wonnen dan weer geen enkele medaille.
Een recensent liet zich hierdoor echter niet afleiden. In de Leeuwarder Courant stond een klaagzang: "Een prachtige sport, dat zwemmen, waaraan journalistiek, dus ook voor cameramannen, echter veel minder eer is te behalen dan aan de verrichtingen op voetbalvelden of wielerbanen. In nauwelijks een minuut worden tijden verbeterd, records gevestigd. Vijftig, zestig seconden maaien de armen in opspattend water waarachter zelfs het hoofd schuil gaat en het is voorbij. Maar dat is dan nog geen verontschuldiging voor een reportage, waarin lange tijd niets aantrekkelijks is te zien en met een gesproken begeleiding, waarin nog minder tempo zit dan in de meest trage zwemmer."
Gelukkig waren er ook mensen die het wel leuk vonden, zoals Betty Heukels. Naar verluidt heeft ze samen met Ada Kok nog uren lopen hossen in de gangen van het stadion.
Fotobijschrift: Betty Heukels bij het EK Zwemmen 1966 in Utrecht. Foto: Ron Kroon / Anefo, Nationaal Archief.