De PARTIJvdSPORT neemt deel aan de Tweede Kamerverkiezingen. Het is niet voor het eerst dat een sportpartij meedoet aan de verkiezingen, dat gebeurde een kleine eeuw geleden ook al. Later hebben via bestaande partijen ook heel wat sporters de revue gepasseerd op het Binnenhof. Rugnummers maakte een historisch overzicht.
De Sport-Partij werd in mei 1925 opgericht. Aanleiding was de weigering van een Kamermeerderheid om subsidie te verlenen aan de in 1928 te houden Olympische Spelen in Amsterdam. De protestantse partijen hadden namelijk grote moeite met steun aan zo´n ‘heidens’ evenement.
De dominees Gerrit Hendrik Kersten van de SGP en Hugo Visscher van de ARP hadden tijdens de debatten in de Kamer hierover hun afschuw over de 'sportverdwazing' uitgesproken. De heren pleitten zelfs voor een verbod van sportbeoefening op de zondag. Reden voor de Sport-Partij om de noodklok te luiden. De partij plaatste een manifest in de landelijke dagbladen.
Volgens de partij waren de 'Olympische debatten' een bewijs dat "de sport in onze Tweede Kamer geen enkelen oprechten aanhanger bezat". Er werd serieus gevreesd dat het door Kersten en Visscher voorgestelde verbod op sportbeoefening op de zondag een Kamermeerderheid zou kunnen krijgen.
Om de belangen van de vele 'sportvrienden' op het Binnenhof te kunnen behartigen, kwam de partij met een eigen kandidaat die aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 1 juli 1925 deel zou nemen. Dat was Pieter Olij, oud-burgemeester van de gemeente Buiksloot – in 1921 geannexeerd door Amsterdam – en secretaris van de Koninklijke Nederlandsche Harddraverij en Ren-Vereeniging. Tot hun eigen verbazing werden de initiatiefnemers van deze partij met de grond gelijkgemaakt door de beoogde achterban.
Nota bene de organisatoren van Amsterdam 1928 haalden vervolgens hard uit in hun eigen blad De Olympiade: "De brave lieden beseffen blijkbaar niet, dat zij reeds daardoor alleen hun actie (gelukkig) tot mislukking doemen. Of denken zij in ernst ongeveer 25.000 stemmen te krijgen in dien eenen kieskring? Arme onnoozelen! Laten de sportlui verstandiger zijn." Ook de voetbalbond wilde er niets van weten, zo maakte zij duidelijk in haar blad Sportkroniek. De Sport-Partij bracht volgen de bond met haar deelname "schade toe aan zowel de sportwereld als het parlement".
Uiteindelijk wist de Sport-Partij precies 4.402 stemmen binnen te harken. Deze uitslag werd met vreugde verwelkomd door Sportkroniek: "Sportminnend Nederland heeft onlangs bij de stembus een groote overwinning behaald, want onze sportlui hebben duidelijk aangetoond, dat ze voor 99 procent niets moeten hebben van de dwaze manipulaties van enkelen, die bezig waren de sport te maken tot een voorwerp van spot." Hierna is van de Sport-Partij nooit meer iets vernomen.
Er zijn daarentegen wel degelijk individuele sporters die succesvol waren in de landelijke politiek. Zo was voetballer Jan Kan van 1926 tot en met 1929 minister van Binnenlandse Zaken en Landbouw in het kabinet-De Geer. Hij was partijloos, maar werd beschouwd als sociaal-liberaal. Zoon Wim werd later een beroemde cabaretier.
Nationaal badmintonkampioen Dirk Stikker zat tussen 1945 en 1948 in de Eerste Kamer. Hij was betrokken bij de oprichting van de VVD in 1948. Hij schopte het hierna nog tot voorzitter van die partij, minister van Buitenlandse Zaken, secretaris-generaal van de NAVO en directeur van Heineken.
Zwemster Erica Terpstra werd in 1977 verkozen namens de VVD en bleef daarna zeventien jaar aaneengesloten in de Tweede Kamer. Na een staatssecretarisschap in het eerste Paarse kabinet zat ze nog eens vijf jaar in het parlement. In 2003 verliet ze de politiek en werd de nieuwe voorzitter van NOC*NSF.
PvdA-voorzitter Felix Rottenberg merkte atlete Mieke Sterk op als politicus en plaatste haar in 1994 op de kandidatenlijst van zijn partij. Ze belandde in de Tweede Kamer, maar na één periode keerde ze niet meer terug. Terpstra en Sterk zijn de enige parlementariërs in de Nederlandse geschiedenis met een wereldrecord op zak. Dat die records binnen één dag (Sterk) en één week (Terpstra) alweer sneuvelden, is bijzaak.
En ook in onze tijd komt het voor, zoals bij Jeanet van der Laan van D66, die als voetballer drie landstitels won en 29 interlands speelde.
Fotobijschrift: Toenmalig Tweede Kamerlid Erica Terpstra gaf in 1981 op de Jaap Edenbaan het startsein voor de nationale schaatsvierdaagse. Foto: Antonisse, Marcel / Anefo, Nationaal Archief (CC0)