Tijdens het WK voetbal worden de mensenrechten zeer mild geschonden

De internationale organisatie voor sportjournalisten negeerde dit weekend opzichtig de mensenrechtenschendingen in Qatar. Zoiets deed jonkheer Doroné van den Brandeler ook als Nederlandse ambassadeur in Argentinië in aanloop naar het WK voetbal van 1978.

De Nederlandse Sport Pers heeft er geen goed woord voor over dat haar eigen internationale koepelorganisatie AIPS afgelopen weekend in Doha bijeenkwam voor de uitreikingen van de AIPS Sport Media Awards. Het Nederlandse bestuur noemt het een pijnlijk en fout prijzenfestijn in Qatar. "Zij die er heengaan doen dat – als het goed is - beschroomd en in het besef dat het toernooi daar – nog los van de mensonterende werkomstandigheden – helemaal niet thuishoort. De rapporten van Amnesty International zijn veelzeggend genoeg. Juist de AIPS had een krachtig signaal kunnen en moeten geven door weg te blijven."

De AIPS negeerde de bewezen mensenrechtenschendingen juist opzichtig. "In het jaar van het WK in Qatar zijn alle ogen gericht op Doha. Terwijl de wereld doorgaat met het beëindigen van reisverboden en het gewone leven langzaam terugkeert, vragen we onszelf af: is er een meer perfecte plaats om de beste sportjournalisten ter wereld bijeen te brengen dan in de hoofdstad van Qatar?"

Jorge Videla

Iets vergelijkbaars deed jonkheer Doroné van den Brandeler in maart 1978, de Nederlandse ambassadeur in Argentinië, waarmee hij zijn eigen regering in grote verlegenheid bracht. Met volle overtuiging steunde hij het WK voetbal dat jaar en negeerde alle mensenrechtenschendingen, net als de AISP nu in Qatar.

Enkele dagen voor aanvang van dat WK zei de ambassadeur in de Volkskrant dat de internationale kritiek op de mensenrechtenschendingen in dat land waren overdreven. “Vraag het de arbeider. De taxichauffeur, de kelner. Deze mensen weten niet eens wat mensenrechten zijn. De ontwikkeling van Europa in de laatste tweehonderd jaar is aan Zuid-Amerika voorbij gegaan. In deze landen hebben ze er nooit mee geleefd. Ze zijn er van oudsher aan gewend één of andere vent boven zich te hebben.”

Over Jorge Videla, die in 1976 tijdens een staatsgreep de macht had gegrepen en sindsdien massaal zijn tegenstanders liet oppakken en vermoorden, wilde de jonkheer geen slecht woord horen. "Ik ken de man persoonlijk en ik heb de indruk, dat ik na al die jaren dit soort mensen een beetje ken. Videla is een man van goede wil, een door en door fatsoenlijk mens, zeer christelijk en geschokt door het feit, dat hij een paar hardliners niet in de hand kan houden."

Kamervragen

Ties Ramakers keek hier in 2009 op terug in zijn masterscriptie Bloed en Spelen en constateerde zo dat deze uitspraken geen verrassing waren. Tijdens eerdere rapportages aan het ministerie van Buitenlandse Zaken noteerde Van den Brandeler dat de regering van president Videla relatief gematigd was. Het feit dat er nog steeds mensen verdwenen, zo vatte Ramakers samen, was volgens Van den Brandeler het gevolg van "overijverige extreemrechtse commandanten van gevechtseenheden", die de "strijd tegen de subversie" grotendeels zelfstandig leken te voeren.

Het werd allemaal nog erger toen de Argentijnse krant Mendoza een foto van de Nederlandse ambassadeur plaatste in gezelschap van een generaal tijdens een troepeninspectie, voor Jan Pronk van de PvdA reden voor Kamervragen. Minister van Buitenlandse Zaken Van der Klaauw zei daarop ongelukkig te zijn met zijn ambassadeur. Volgens hem ging het alleen om een privémening, waarna hij oproepen negeerde om Van den Brandeler uit zijn ambt te ontzetten. Een jaar later eindigde zijn ambassadeurschap alsnog.

Van den Brandeler overleed in 1988, 74 jaar oud. Zo had hij nog net meegemaakt dat zijn grote vriend Videla werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor zijn betrokkenheid bij moorden, ontvoeringen, martelingen en nog wat andere misdaden. Hopelijk realiseren de leden van de AISP zich ook nog een keer wat ze dit weekend hebben gedaan in Doha.

Fotobijschrift: Jorge Videla als president van Argentinië in 1976. Foto: Wikimedia (CC)