In september kan in de Eredivisie waarschijnlijk weer worden gevoetbald zonder publiek. In 1956 gold voor voetbalsupporters ook een verbod: ze mochten door de autoloze zondag niet met de auto naar het stadion komen. Dankzij een slimme truc reisden VVV-supporters toch met de bus naar Amsterdam.
Bij autoloze zondagen denken we altijd aan de Oliecrisis in de winter van 1973 en 1974, maar ook in 1956 was deze noodmaatregel in werking gesteld. Aan het eind van dat jaar nationaliseerde Egypte namelijk het Suezkanaal, wat leidde tot de zogenaamde Suezcrisis. Vanwege het gebrek aan ruwe olie waren er in Nederland autoloze zondagen van 23 november tot en met 3 februari.
De KNVB kon aanvankelijk de consequenties van dit besluit voor het Nederlandse voetbal niet overzien: "Wij zijn erg nieuwsgierig naar de vraag wat het voetbalpubliek doet. Wat zal de overhand hebben: de liefde van de clubsupporter die tot elke prijs zijn wedstrijd wil zien of de gemakzucht van de man die niet komt als hij niet per auto kan?"
Wat de bond wel zeker wist, was dat de clubs een financiële strop zouden hebben door het wegvallen van de bezoekende supporters. Inderdaad liep het toeschouwersaantal bij Rapid JC, de voorloper van het huidige Roda JC, met de helft terug. In Rotterdam en Limburg waren er grappenmakers, die een paard voor hun auto hadden gespannen en daarmee naar het stadion kwamen. Desgevraagd zei Hil Lenstra over echtgenote Abe dat zij het niet nodig vond dat hij als voetballer een ontheffing zou krijgen voor het verbod om op zondag in een auto te stappen. "Abe kan toch ook wel met de bus?"
De supporters van VVV kwamen met een zeer creatieve oplossing in aanloop naar een uitwedstrijd van 9 december 1956 tegen Amsterdam, een profvoetbalclub die zeer kort heeft bestaan. Zij huurden een aantal Duitse bussen voor de reis naar Amsterdam. Daarmee ontliepen ze het verbod, omdat dit alleen gold voor auto’s met een Nederlands kenteken. De supporters moesten daarvoor wel in het Duitse stadje Kaldenkirchen opstappen, nog geen tien kilometer van Venlo verwijderd.
Het was goed bedacht, maar de autoriteiten waren razend. Ze konden de reis alleen niet tegenhouden, maar die wel zo moeilijk mogelijk maken. Bij de grenscontrole moesten supporters zonder paspoort daarom onmiddellijk de bus verlaten. Een politie-escorte voorkwam daarna dat er in Venlo alsnog supporters instapten. De namen van de overgebleven 22 passagiers werden genoteerd, die weer werden gecontroleerd bij aankomst in Amsterdam. Ondanks alle moeite zagen deze 22 supporters hun ploeg, onder meer met Faas Wilkes, met maar liefst 4-1 verliezen.
Toch waren de Limburgers zo verguld met hun stunt dat ze dit vaker wilden doen. Voor de volgende uitwedstrijd tegen DOS uit Utrecht waren daarom alweer bussen besteld. Ook andere supporters uit de grensstreek, zoals van De Graafschap, zochten meteen contact met Duitse busmaatschappijen.
Voetbalsupporters hadden daarmee een zeer ernstig lek gevonden in de autoloze zondagen, wat leidde tot een zeer boze minister Algera van Verkeer en Waterstaat tijdens een parlementair debat enkele dagen na de wedstrijd. Hij sprak zijn diepe verontwaardiging uit over het gedrag van deze supporters. "In dit verband moet het mij van het hart, dat het mij zeer onaangenaam heeft getroffen, dat een groep voetbalsupporters uit Venlo, die van de betrokken Rijkshoofdinspecteur van het Verkeer geen toestemming voor een rit naar Amsterdam kon verkrijgen, zich meende te moeten wenden tot een Duitse autobusondernemer."
Daar schrokken de supporters in Venlo wel van, net als van de negatieve reacties in de pers, en dus krabbelden ze nog diezelfde week terug. ‘Het bestuur van de supportersvereniging van V V.V. heeft in een woensdagmiddag gehouden bijeenkomst besloten ervan af te zien om onder de huidige omstandigheden nog een beroep te doen op Duitse autobusondernemers voor het vervoeren van supporters naar de uitwedstrijden van de Venlose eredivisieclub.’ De bussen voor Utrecht werden afbesteld en zo was het gat in het autoverbod voor de zondag weer gedicht.
Foto: Anefo / Nationaal Archief
Elke sport heeft rugnummers, maar zonder een naam zijn het slechts cijfers. In de rubriek Rugnummers duiken sporthistorici Jurryt van de Vooren en Micha Peters daarom wekelijks in bijzondere verhalen, prestaties en gebeurtenissen uit de sportgeschiedenis. Ook dit soort verhalen op maat voor je eigen sportorganisatie? Neem dan contact met Arko Sports Media voor de mogelijkheden.