Fysiotherapeuten Matthijs Frik uit Elburg en Marjolein Katsma uit Hardenberg zijn wars van traditionele, statische en droge oefeningen. Ze laten patiënten en leerlingen op een creatieve manier veelzijdig bewegen. Op die manier gaat hun beweegniveau omhoog, herstellen ze van nieuwe blessures en wordt de kans op nieuwe aandoeningen verkleind. "De creativiteit van het Athletic Skills Model (ASM) helpt enorm."
Het CV van Mathijs Frik is indrukwekkend. Hij runt als bewegingswetenschapper en fysiotherapeut zijn eigen praktijk. Daarbij is de link met de sport nooit ver weg. Frik liep tijdens zijn opleiding fysiotherapie stage bij Ajax Cape Town in Kaapstad. Tijdens zijn master bewegingswetenschappen was hij te vinden bij voetbalclub AZ. "Ik heb affiniteit met alle aspecten van het menselijk bewegen, voornamelijk in de (top)sport. In het bijzonder voor het functioneren van het bewegingsapparaat tijdens sportprestaties en het herstel na blessures."
In zijn behandelmethodes vormt het gedachtegoed van het Athletic Skills Model (ASM) een rode draad. Veelzijdig bewegen is de rode draad van dit praktische wetenschappelijke model. Het ASM onderscheidt tien grondvormen van bewegen, die in de trainingsprogramma’s terugkomen. De gedachte is: des te breder een sporter zich ontwikkelt, des te hoger is de piek en kleiner is de kans op blessures.
Mathijs Frik omarmt die filosofie. Sterker nog: al zijn medewerkers volgden een ASM-opleiding. Zelf volgde Frik de ASM-opleiding Basic en Advanced. "Iedereen in onze praktijk reageerde enthousiast op het ASM. Het helpt enorm in het oplossen van problemen. Doordat alle medewerkers de opleiding deden, kunnen we elkaar en dus de kwaliteit voor onze patiënten naar een hoger plan tillen. Maar we houden elkaar wel scherp. We mogen niet terugvallen in oude, vertrouwde patronen."
Wat anders is na het volgen van de ASM-opleidingen? Frik vertelt dat hij minder statische oefeningen en meer dynamische oefeningen gebruikt. "Door losse oefeningen te doen, ontwikkel je meer grondvormen van bewegen. Dat helpt mensen om een bredere basis te krijgen en sneller te herstellen van blessures. En natuurlijk om toekomstige kwetsuren te voorkomen."
Veel sporters herstellen in de praktijk van Frik na knieoperaties. Hoe past Frik daar ASM bij toe? Hij noemt een voorbeeld. "Glijden is bijvoorbeeld een belangrijke grondvorm. Daarom gaan we met sporters die herstellen van knieletsel oefeningen doen waarbij ze moeten glijden. Dat zijn vormen die we voorheen minder toepasten."
Maar Frik ziet door het ASM ook een andere ontwikkeling. "We zijn actiever. We gaan eerder de zaal in om oefeningen te doen. Heb je klachten? Dat wil niet zeggen dat je niets kunt doen. Er zijn altijd grondvormen van bewegen die je wél kunt trainen. Daardoor verhelp je mogelijk oorspronkelijke problemen." Frik noemt kinderen die kampen met knieproblemen als voorbeeld. "Zij kunnen weinig oefeningen doen, omdat ze geen kniebuigingen kunnen maken. Maar er zijn genoeg andere grondvormen van bewegen die ze wél kunnen doen. Dat helpt bij de fysieke ontwikkeling en zorgt voor een beter herstel."
Marjolein Katsma uit Hardenberg is kinderfysiotherapeute en volgde de Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding (CALO). In 2022 nam ze, samen met 22 collega’s, deel aan de opleiding tot ASM-instructeur imcompany bij De Haere. "Onze missie is om mensen fit en vitaal te laten leven. Het ASM sluit hier naadloos op aan: het maakt bewegen leuker en veelzijdiger. Voor volwassenen, maar zeker ook voor kinderen. En dat is hard nodig. Bij de huidige generatie kinderen is sprake van beweegarmoede. Zowel te weinig beweging als te eenzijdige beweging. Dat leidt tot een verstoorde motorische ontwikkeling. Als kinderfysiotherapeute merk ik dit dagelijks."
Katsma is verbonden aan een speciale basisschool. Samen met de gymdocent verzorgt ze daar de kleutergym en Motorische Remedial Teaching (MRT). Het ASM is de basis in deze lessen, die volgens Katsma lijken op 'een grote apenkooi'. De fysiotherapeute vertelt dat ze de kleuters in de lessen grondvormen van bewegen laat combineren. "De oefeningen op zich zijn niet nieuw, maar de combinaties en toepassing wel. Het ASM zette mijn creatieve brein weer aan."
Plezier. Het is cruciaal om een kind iets te leren, vindt Katsma. "Plezier motiveert en dat is wat kinderen nodig hebben om iets te blijven doen. Door telkens een andere manier te kiezen om kracht, lenigheid en behendigheid te oefenen, houd je het spannend en blijven kinderen nieuwsgierig naar de volgende les."
Katsma noemt een andere eyeopener van de ASM-opleiding: de niet-dominante helft van het lichaam trainen. "Kinderen merken al jong dat bepaalde bewegingen met de ene hand beter gaan dan met de andere hand. Die kant wordt vanzelf extra ontwikkeld. Terwijl het voor het totale lichaam en de motoriek beter is om beide kanten te gebruiken. Dit kan op latere leeftijd sportblessures voorkomen."
Merkt de kinderfysiotherapeute resultaat bij de kinderen? Gaat hun beweegniveau omhoog door deze manier van oefenen? "Ja", zegt ze zonder twijfel. "Al is het maar omdat ze plezier hebben. Geen dag, geen les is hetzelfde. Uiteindelijk zie ik dat de kinderen allrounder bewegen. Zeker als ze in de kritische leeftijd tussen de 7 en 10 jaar dit aangereikt krijgen."
Ook bij kinderen die minder valide zijn past ze het ASM toe. Katsma behandelt een jongen met osteogenesis imperfecta, een zeldzame ziekte die zich kenmerkt door broze botten. Katsma: "Hij zit in een rolstoel en is beperkt in zijn mogelijkheden. Maar hij vindt het leuk om dingen uit te proberen. Het ASM helpt me daarbij. Zo maakte ik lampjes vast op een toren. Dat leek op een drumstel. Als er een lampje brandde, moest hij daarop slaan. Zo oefenden we zijn reactievermogen en leerde hij slaan. Vond hij geweldig. We halen alles uit de kast om hem iets te laten ervaren. Het is écht fantastisch om te zien dat het dan werkt. De creativiteit van ASM helpt daar enorm bij."