Mede door het succes van de Oranjeleeuwinnen zijn er steeds meer vrouwen op het veld te vinden. Nu voetbal steeds populairder wordt onder vrouwen, groeit ook de aandacht voor blessures. Vrouwen kampen namelijk veel vaker met blessures dan mannen. Waar ligt dat aan? En op welk sportletsel lopen vrouwen het meeste risico?
Vrouwenlichamen zitten anders in elkaar dan mannenlichamen. De vorm van het bekken is misschien wel een van de meest opvallende anatomische verschillen. Bij vrouwen is het bekken doorgaans een stuk breder, waardoor er een grotere hoek ontstaat tussen het bovenbeen en het onderbeen. Hoe groter deze hoek, hoe verder het kniegewricht naar binnen staat. Dit kan een scheve drukverdeling veroorzaken wat de kans op knieblessures vergroot.
Vrouwen lopen hierdoor vier tot acht keer meer kans op blessures aan de kruisbanden dan mannen. Vooral pubermeiden (tussen de 13 en 15 jaar oud) hebben een grote kans op dit letsel. Ook de hamstrings zijn bij vrouwen minder sterk.
Verder spelen ook hormonen een rol. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de kniegewrichten van vrouwen vlak voor én tijdens de ovulatie iets zwakker zijn. Dit is dan ook precies het moment waarop vrouwen en tienermeisjes een toenemende oestrogeenproductie hebben.
Er zijn verschillende blessurepreventie-oefeningen die de kans op veel voorkomende blessures bij vrouwen verkleinen. Veel van deze oefeningen die de knieën sterker maken vind je terug in het 11+ programma van de FIFA: een bewezen effectief trainingsprogramma.
Coaches en trainers kunnen losse oefeningen en complete trainingen uit dit FIFA-trainersprogramma terugvinden in Rinus, het online trainersplatform van de KNVB. Door deze oefeningen te verwerken in een ‘normale training’ kunnen voetbalsters ook ongemerkt aan blessurepreventie doen.
Wat wel opvalt: deze oefeningen worden vandaag de dag nog nauwelijks gebruikt in voetbaltrainingen, het is namelijk een vrijblijvende optie voor clubs. Een mogelijke oorzaak: zeker bij jeugdteams bestaat het grootste deel van de coaches uit ouders van kinderen. Deze trainers hebben vaak de allerbeste intenties, maar zijn niet goed opgeleid in het voorkomen van blessures.
Bovendien is ‘lekker voetballen’ al snel een stuk leuker dan trainen volgens een blessurepreventieprogramma. Ook voor coaches is het belangrijk om hier aandacht aan te besteden tijdens de training om de kans op blessures te verkleinen.
Voetbalsters die een blessure hebben opgelopen op het veld, of daar net van hersteld zijn, doen er goed aan om een sportfysiotherapeut om de arm te nemen. Dit zijn professionele zorgverleners die helpen bij het behandelen van de voetbalblessure en het langzaam weer oppakken van de sport. Ook kan een sportfysiotherapeut preventief te werk gaan: hij of zij helpt en adviseert bij het voorkomen van herhaalde blessures.
Fysiotherapie wordt niet vergoed vanuit de basisverzekering. Vrouwen die vaak op het veld te vinden zijn, doen er daarom goed aan om zich - voor de zekerheid - aanvullend te verzekeren voor fysiotherapie.
Je eigen zorgverzekering vergelijken met andere verzekeraars kan overigens flink wat kosten schelen. Per zorgverzekeraar gelden er namelijk andere tarieven en voorwaarden.
Jezelf niet extra verzekeren voor fysiotherapie is natuurlijk ook een optie, al moet je wel rekening houden met hoge kosten als het tóch mis gaat op het veld. Een enkele (sport)fysiotherapiebehandeling (van een half uur) kost namelijk dik 40 euro. Een langdurig traject is daardoor best prijzig.
Het is belangrijk dat voetbalclubs goed op de hoogte zijn van de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke spelers. Door op de juiste manier te trainen, kunnen voetbalsters de kans op vervelende blessures sterk verkleinen. Speciale blessurepreventieprogramma's, zoals het FIFA 11+, kunnen helpen. Kortom, bewustzijn en training zijn essentieel voor veiliger vrouwenvoetbal.