In 2020 hebben sporters 700.000 minder blessures opgelopen dan een jaar eerder. Dat blijkt uit de jaarlijkse sportblessurecijfers die VeiligheidNL bekend heeft maakt. In totaal ging het om 4,8 miljoen sportblessures. De afname van het aantal blessures heeft onder andere te maken met een verschuiving naar sporten met een relatief laag risico op blessures, zoals wandelen en fietsen. Ook het afgelasten van wedstrijden door de coronamaatregelen heeft volgens VeiligheidNL waarschijnlijk invloed gehad op de verlaging van het aantal blessures. Het meest opvallende in de rapportage is de forse toename van het aantal hardloopblessures in 2020.
Waar in eerdere jaren veldvoetbal de sport was met de meeste blessures, werd deze plaats in 2020 ingenomen door hardlopen met 1,1 miljoen blessures, 22% van het totaal (in 2019 stond hardlopen op plek 3 met 780.000 blessures). Die verschuiving is volgens VeiligheidNL terug te brengen naar de coronacrisis. Door de coronamaatregelen was veldvoetbal, vooral competitiewedstrijden, maar in beperkte mate mogelijk. Hardlopen was daarentegen in tijden van lockdown erg populair, wat een stijging van het aantal blessures tot gevolg had. Dit komt naast dat er meer is hardgelopen ook doordat veel mensen zijn begonnen met hardlopen. Een beginnende sporter loopt vaak meer risico op een blessure.
Het aantal blessures bij mountainbiken en wielrennen stijgt al vanaf 2011 en in 2020 heeft die toename onverminderd doorgezet, zeker onder mountainbikers. Behandeling van ernstig letsel op de Spoedeisende Hulp (SEH) is bij mountainbikers met 131 procent en bij wielrenners met 44% gestegen. Terwijl bij veel andere sporttakken het aantal SEH-bezoeken juist afnam. Mogelijk is dit veroorzaakt door veel beginners en de toename van drukte op de fietspaden en mountainbikepaden. Mountainbiken blijkt, ook in 2020, de meest risicovolle sport (aantal SEH-bezoeken per 1.000 uur sporten), gevolgd door wielrennen en paardensport
VeiligheidNL brengt ook jaarlijks in kaart wat de meest voorkomende blessures zijn. Bij ruim de helft van de sporters die in 2020 naar de SEH-afdeling kwamen, was sprake van een fractuur en ruim de helft van de sporters had een blessure aan de bovenste lichaamsdelen. Polsfracturen kwamen het meeste voor, gevolgd door fracturen aan hand/vinger en aan sleutelbeen/schouder. Bij twee derde is de blessure opgelopen door een val en bij bijna één op de vijf door contact met een voorwerp, vaak een bal. Bij één op de twaalf sporters was sprake van een blessure door lichamelijk contact, zoals een trap/schop of botsing.
In deze infographic van VeiligheidNL staan alle blessurecijfers van 2020 in een overzicht.
Ga voor het volledige rapport naar: VeiligheidNL