Sport en bewegen als aanjager voor vernieuwingen in het sociale domein

De stand van zaken van de drie decentralisaties

Er zijn inmiddels ruim 3 jaar verstreken na de invoering van de drie grote decentralisaties (WMO, Jeugdzorg en Participatiewet). Op 1 januari 2015 werden de gemeenten in Nederland verantwoordelijk voor de zorg voor ouderen, chronisch zieken, mensen met een beperking en mensen met en afstand tot de arbeidsmarkt.

Doelstelling van deze operatie was:

  • Het verminderen van het gebruik van dure professionele zorg en het doen van een groter beroep op gemeenschapszorg (mantelzorgers, vrijwilligersinitiatieven).
  • Het veranderen van de functie van zorgprofessionals van leverancier naar coach en van indiceerder naar arrangeur.
  • Van patiënt/cliënt naar (meer of minder kwetsbare) burger.

De stand van zaken is als volgt:

  • De gemeenten in Nederland hebben administratief en juridisch hun “zaken op orde”. Voor de WMO en de Jeugdzorg hebben zij contracten afgesloten met zorginstellingen die min of meer dezelfde dienstverlening bieden als voor de decentralisaties, zij het met een stevige korting.
  • De zorginstellingen hebben, om de korting op te vangen, hun dienstverlening uitgekleed.
  • De beoogde vernieuwingen zijn nog maar mondjesmaat op gang gekomen. Veel is bij het oude gebleven en nieuwe arrangementen voor de doelgroepen verkeren vaak nog in een pilotfase.
  • Er is sprake van een sterke mate van verkokering tussen WMO, Jeugdzorg en Participatiewet. Integrale oplossingen, die de kokers aan elkaar verbinden, zijn er maar in beperkte mate.

De rol van sport en bewegen

Sport en bewegen kunnen een belangrijke aanjager zijn voor de zo gewenst vernieuwingen in het sociale domein, omdat:

  • De inzet van de bestaande sociale netwerken (vitale verenigingen en hun vrijwilligers) maakt het mogelijk om collectieve voorzieningen aan te bieden, waarbij ook voor de verenigingen voordelen ontstaan.
  • Sport en bewegen hebben een activerende werking, zorgen voor participatie en faciliteren ontmoeting tussen groepen.
  • Sport en bewegen het mogelijk maken om arrangementen aan te bieden op het snijvlak van WMO en de zorg.
  • Sport en bewegen dragen bij aan fysieke en mentale gezondheid en zelfredzaamheid.
  • Sport en bewegen hebben een preventief karakter en voorkomen daarmee (dure) individuele zorg en ondersteuning.
  • Sport en bewegen zorgen voor versterking of behoud van zelfstandige mobiliteit, mede doordat veel beweegactiviteiten zich richten op mobiliteit (wandelen, hardkopen, fietsen).

Wat betekent dit concreet?

Om de potenties van sport en bewegen volledig te benutten is het nodig aan de slag te gaan met de volgende drie onderwerpen:

Programmering

Gemeenten zullen, samen met zorginstellingen, verenigingen, corporaties en ouderenbonden nieuwe arrangementen moeten gaan ontwikkelen. Die arrangementen bestaan doorgaans uit een combinatie van beweegactiviteiten, ontmoeting, informatie en leefstijlverandering. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar onder andere de vitaliteit van de doelgroep, leeftijd en handicaps. Op basis daarvan wordt telkens een specifieke mix gemaakt van professionele inzet, begeleiding door vrijwilligers, type beweegactiviteit, etc.

Sportinfrastructuur

De bestaande binnen- en buitensportaccommodaties zijn niet allemaal geschikt voor de nieuwe arrangementen. Zowel in openingstijden, functionaliteit als toegankelijkheid zitten soms barrières. In veel gevallen is een omvorming van de sportinfrastructuur (waarbij soms met beperkte middelen kan worden volstaan) nodig. De omvorming laat zich als volgt samenvatten:

  • Van besloten naar openbaar
  • Van exclusieve gerichtheid op verenigingen naar gerichtheid op een bredere doelgroep
  • Van hekken en obstakels naar een barrièrevrije infrastructuur
  • Van specifieke naar generieke, multifunctionele voorzieningen
  • Van uitsluitend sport, naar combinaties van sport, recreatie, ontmoeting, welzijn, cultuur en zorg

Vanzelfsprekend is het niet nodig om de hele sportinfrastructuur aan te passen. Gerichte aanpassingen aan enkele accommodaties volstaan om tot een voldoende gespreid en functioneel aanbod te komen voor de nieuwe arrangementen. Hierbij geldt dat hoe groter de variatie aan voorzieningen op en rond een sportcluster, hoe groter de kansen op succes. Idealiter wordt een combinatie aangeboden van voorzieningen voor bewegen, cultuur, onderwijs, sport en zorg.

Beheer en exploitatie

Nieuwe arrangementen vragen ook om ander beheer. Sporters met een beperking vragen om een andere benaderingswijze, een andere begeleidingsvorm en andere dienstverlening. Ook de ‘verkoop’ van de arrangementen vereist een andere houding dan het sec verhuren van uren aan bestaande verenigingen. Van beherende instellingen wordt verwacht dat zij een omslag gaan maken die zich als volgt kenmerkt:

  • Van beheerder naar maatschappelijk partner
  • Van aanbieder van ruimte naar aanbieder van sport- en beweegactiviteiten
  • Van conciërge naar gastheer-/vrouw en begeleider van arbeidsmatige dagbesteding van mensen met een beperking

Wat zijn de voordelen?

Voor binnen- en buitensportvoorzieningen kunnen de volgende voordelen worden behaald:

  • De maatschappelijke functie wordt versterkt met een extra doelgroep.
  • Er komt een extra pijler onder de exploitatie van de accommodatie.
  • Indien ook arbeidsmatige dagbesteding onderdeel gaat uitmaken van de arrangementen, dan kunnen bijvoorbeeld clienten van zorginstellingen worden ingezet voor beheertaken op en rond het park (schoonmaak, hand- en spandiensten in de kantine, klein onderhoud, et cetera).
  • De verschillende onderdelen van de accommodatie worden inhoudelijk aan elkaar verbonden.

Hospitality Group ondersteunt gemeenten en instellingen bij het ontwikkelen van een heldere visie en toekomstbestendig beleid voor accommodaties voor cultuur, onderwijs, sport, welzijn en zorg. Meer info op de website.