Bij veel bedrijven hangt wel ergens een dartbord aan de muur of staat in een loze ruimte een tafeltennis-, biljart- of pooltafel. Ter ontspanning van lichaam en geest. Maar wie maken er gebruik van? En hoe stimuleer je werknemers die liever acht uur achter elkaar door blijven werken om in beweging te komen? Minister Bruins van VWS lanceerde namens de tafeltennis-, darts- biljartbond en Sportunity de zogeheten kantinebaas-app. Het principe is simpel: werknemers kunnen elkaar uitdagen voor een potje en via de app kunnen scores en statistieken worden bijgehouden. Zo weet iedereen wie de beste darter, biljarter of tafeltennisser binnen het bedrijf is.

Makkelijk en sociaal

Niels Schut is oprichter van Sportunity, dat inmiddels meerdere platforms heeft ontwikkeld voor met name ongebonden sporten. "Vitaliteitsprogramma’s zijn hip, zeker met het Nationaal Sportakkoord in het achterhoofd. Maar vaak bieden bedrijven duursporten als hardlopen, zwemmen en fietsen aan, waarbij ze vooral mensen bereiken die toch al sporten", stelt Schut. "Werknemers die niet sporten of amper bewegen vinden dat te intensief of te veel gedoe. Je moet je toch omkleden en na afloop douchen. Dan is het gemakkelijker om ze te stimuleren achter hun bureau vandaan te komen door een potje te darts aan te bieden, bijvoorbeeld. Dat is minder intensief, maar ze zijn dan wel in beweging. En ze leren meteen hun collega’s wat beter kennen, dus het heeft meteen een sociaal aspect." Elk bedrijf dat zich inschrijft op de kantinebaas-app, krijgt bovendien een kantinebaas-mok. De speler die bovenaan staat, mag die op zijn bureau zetten.

Waardevolle data

De kantinebaas-app moet werknemers meer laten bewegen, tegelijkertijd levert het aan de achterkant veel data op, die weer te gebruiken zijn door de aangesloten sportbonden. Schut: "De bonden hebben zelf ook niet heel goed in kaart waar hun sport allemaal beoefend wordt, omdat het hier om ongebonden sporten gaat. Maar een klein groepje van de mensen die darten, tafeltennissen of (pool)biljarten zijn daadwerkelijk lid van een vereniging, terwijl er nog veel meer liefhebbers zijn die het beoefenen in andere verbanden. Die groep is voor de bonden dus erg interessant. Verenigingen kunnen bijvoorbeeld clinics geven bij bedrijven in de buurt en daarbij proberen leden te werven."

Niet alleen voor de bonden, ook voor gemeenten zijn de data interessant. Schut: "We ontwikkelen meerdere apps, ook voor basketbal en voetbal bijvoorbeeld, waardoor we gemeenten uiteindelijk een compleet dashboard kunnen aanbieden. Welke basketbalveldjes worden intensief gebruikt, welke Cruijff Courts? In welke wijken kunnen de tafeltennistafels buiten weg, in welke wijken moeten er juist meer komen? Ongebonden sporten is een thema, maar niemand weet hoeveel mensen het doen, waar en wanneer. Wij krijgen daar nu steeds meer inzicht in."

Meer apps, meer sporters bedienen

In de verkoop van die dashboards zit een deel van het verdienmodel voor Sportunity en de aangesloten bonden. Daarnaast kent de app betaalde upgrades, waarin bedrijven onder meer gebruik kunnen maken van een vitaliteitsdashboard. Schut is ook met potentiële commerciële partners in gesprek om partner te worden van het centrale Sportunity platform en deze transitie in de sport verder een boost te geven. Voor het platform kregen de drie sportbonden eveneens een innovatiesubsidie vanuit het NOC*NSF ter ondersteuning van het vormgeven van deze transitie in de sport.

Sportunity heeft met haar huidige apps inmiddels vijftienduizend mensen weten te bereiken. De kantinebaas-app zelf staat nog in de kinderschoenen. "We zijn nu vooral druk met het in kaart brengen van waar er tafels staan en borden hangen. Daarna gaan we flink aan de boom schudden. De komende tijd zullen we steeds meer apps voor verschillende sporten gaan lanceren en ook meer sporters gaan bedienen."