Bewegen op Recept: een leefstijlinterventie waarbij zorgprofessionals patiënten doorverwijzen naar de sport- en beweegsector. Doelstelling? Mensen meer laten bewegen. Maar hoe werkt Bewegen op Recept in de praktijk? Wat zijn de succesfactoren? En wat zijn de belemmeringen? Mulier Instituut deed onderzoek.
Binding en duidelijke werkafspraken tussen zorgprofessionals, zoals een huisarts, fysiotherapeut of praktijkondersteuner, zijn cruciaal. Alleen dan worden mensen succesvol vanuit de zorg doorverwezen naar het sport- en beweegaanbod buiten de zorg, zo blijkt uit het onderzoek. Daarnaast zijn er op dit moment weinig werkafspraken en hebben professionals te veel eigen invulling is over de implementatie.
Professionals in de zorg geven aan handvatten nodig te hebben, want ze zijn vaak onbekend met de mogelijkheden van de interventie. Doorverwijzen naar de sport- en beweegsector is niet een van de eerste mogelijkheden waaraan een zorgprofessional denkt. De doorverwijsflyer is daarbij wel een handig middel. Daarop staan de beweegrichtlijnen, voorbeelden van bewegen en de doorverwijsstappen die de patiënt in een Bewegen op Recept-traject aflegt. Zorgprofessionals geven aan dat ze de kaart regelmatig gebruiken.
Tot slot stellen de onderzoekers dat specifieke kennis ontbreekt om lastig te motiveren doelgroepen succesvol te laten instromen in de sport- en beweegsector. “We hebben een aantal groepen waarbij we trainers hebben die veel weten van deze doelgroep. Maar we hebben ook trainers die dat helaas niet weten. Dan stuur ik ze daar niet zo snel heen”, aldus een deelnemer aan het onderzoek.
Op basis van de belemmeringen en succesfactoren formuleerde de werkgroep rondom Bewegen op Recept een aantal strategieën. Die moeten Bewegen op Recept een impuls geven. Een van de strategieën is het aanwijzen van kartrekkers in zorgcentra. Maar het blijkt dat niet iedereen op de hoogte is van wie als kartrekker is aangewezen. Hier ligt ruimte voor verbetering. Een andere strategie, het creëren van een overzicht van het sport- en beweegaanbod in een gemeente, werkt goed. “Ik gebruik het met name om samen met de patiënt te kijken wat er is en wat iemand leuk vindt”, laat een deelnemer van het onderzoek weten.
De opbrengsten van Bewegen op Recept in Nederland ontbreekt nog. Maar uit literatuuronderzoek van Mulier Instituut blijkt dat doorverwijzen naar sport- en beweegaanbod positieve effecten heeft op het sport- en beweeggedrag. Vooralsnog is onbekend hoe groot dit effect precies is. In dit onderzoek zijn interviews met buurtsportcoaches, zorgprofessionals en sportprofessionals gehouden. Samen met professionals zijn strategieën ontwikkeld en geëvalueerd. Twee gezondheidscentra in Nieuwegein stonden centraal in dit onderzoek. Lees hier hele onderzoek.
Het doel van Bewegen op Recept is beweging stimuleren bij inactieve mensen, met name bij mensen met een chronische aandoening. En dat via een integrale benadering en samenwerking tussen de zorgsector en de sport- en beweegsector. Sporten en bewegen draagt bij aan de preventie en behandeling van verschillende ziekten, zoals hart- en vaatziekten, diabetes en borst- en darmkanker. Een actieve leefstijl bevordert de mentale gezondheid en kwaliteit van leven, maar slechts 39 procent van de Nederlanders van 18 jaar en ouder met een langdurig aandoening voldeed in 2021 aan de beweegrichtlijn. Die is vastgesteld op tenminste 2,5 uur per week matig intensief bewegen en twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten.
De doelgroep van Bewegen op Recept zijn mensen die bij een eerstelijnszorgprofessional komen, zoals een huisarts, praktijkondersteuner of fysiotherapeut. Zij hebben een leefstijl gerelateerde klacht, bewegen onvoldoende en hebben beperkte gezondheidsvaardigheden. Maar ze zijn wel gemotiveerd om te sporten.
In het buitenland zijn vergelijkbare initiatieven. In Engeland vond een pilot plaats waarbij huisartsen patiënten verwijzen naar een wandelgroep of fietscursus. De Britse regering trok 12,7 miljoen pond (omgerekend 15 miljoen euro) uit voor dit plan.
Lees ook: