Hoewel het aantal sporters in Nederland ieder jaar toeneemt, zien sportverenigingen hun ledental dalen. Er is veel onderzoek gedaan om het tij te keren. Daarin werd vaak geconcludeerd dat het 'clubgevoel van leden' een belangrijke factor is. Wat dat is, het clubgevoel van leden, en hoe je dat kunt stimuleren, bleef echter onduidelijk. Nanny Kuijsters greep dit aan om het 'clubgevoel van leden' te bestuderen in het kader van haar promotieonderzoek voor de Universiteit van Tilburg en Fontys Economische Hogeschool in Tilburg.
Sportverenigingen horen als vanouds bij de manier waarop we in Nederland sporten, getuige de ruim 28.000 verenigingen. Naast het dalend aantal sporters bij een vereniging, zijn er steeds meer verenigingen die het hoofd maar nauwelijks boven wat kunnen houden. Opvallend is dat er verenigingen zijn waar het goed gaat, waar een fijne sfeer hangt en waar het ledental op peil blijft. In die verenigingen blijft de clubkas goed gevuld en zijn veel vrijwilligers actief, zo vermeldde ook sportonderzoeksinstituut Mulier in het brancherapport Sportverenigingen in Nederland in 2018.
Over deze goed draaiende verenigingen wordt vaak gezegd dat er een goede clubcultuur heerst en dat er veel leden zijn met 'clubgevoel'. Het gaat dan vaak over hoe het met de club gaat op diverse terreinen, hoe de club presteert. Er is veel minder onderzoek gedaan naar hoe leden zelf hun club vinden, vanuit het perspectief van de leden dus. Het clubgevoel van leden staat dan eigenlijk voor de band die leden met hun club voelen. Dat clubgevoel is misschien wel een sleutel tot succes. Als binnen de clubs duidelijk is wat het clubgevoel van hun leden is en hoe ze dit kunnen stimuleren, dan kan dit helpen om een gezonde club te bouwen met veel actieve en loyale leden.
Clubgevoel gaat over de emotionele band die leden met hun club ervaren. Vanuit de organisatiepsychologie is bekend dat leden die een sterke band hebben met de club gemotiveerd zullen zijn om hun vereniging te steunen. Daarentegen zullen leden die weinig binding voelen met de club als het ware gemakkelijker vervreemden van hun club. Die band van leden, dat clubgevoel dus, komt tot uitdrukking in de mate waarin leden deelnemen aan sport en andere activiteiten, in de relevantie van de club voor leden - hoe belangrijk de club voor leden is - en in het sociale netwerk dat leden zelf hebben binnen de club.
Dat clubgevoel vormen leden dus op basis van wat ze meemaken binnen de club. Het is de individuele beleving van leden. Die beleving ontstaat door de ervaringen die leden hebben als ze op de vereniging aanwezig zijn, maar bijvoorbeeld ook op de sociale media van de club. Het gaat dan om hoe leden de trainingen en wedstrijden ervaren, of de sfeer in het clubhuis, het coachen of fluiten van een wedstrijd, het commissiewerk, hoe beslissingen worden genomen, maar ook de feestjes en de toernooien.
Uit het onderzoek blijkt dat als leden de club als waardevol ervaren, ze langer als lid willen blijven en zich willen inzetten voor de club.
Kortom, leden zijn een deel van hun kostbare en schaarse vrije tijd aanwezig op de club. Daarom moeten leden de tijd die ze spenderen aan hun club als waardevol ervaren. De club moet belangrijk zijn in hun leven en, zeker ook, leden moeten verbinding en vriendschap ervaren doordat ze zich gewaardeerd voelen en een sociaal netwerk binnen de club opbouwen. Uit het onderzoek blijkt dat als leden dit soort ervaringen hebben, ze langer als lid willen blijven en zich willen inzetten voor de club.
Ook is in de studies gezocht naar factoren die van invloed zijn op dat clubgevoel van leden. Die vallen uiteen in drie groepen: de sport en andere activiteiten, de organisatie van de club, en de sociale verbinding van leden onderling. Sporten in een leuk team, of een actieve trainingsgroep is dan belangrijk, maar ook de bekende derde helft. Dan moet het gezellig zijn in het clubhuis. Als het binnen de club te veel om het eerste elftal draait of als leden vrijwilligerswerk als verplichtingen ervaren, dan werkt dit negatief uit op het clubgevoel. Evenals het gevoel dat het bestuur op afstand staat en dat er weinig naar leden wordt geluisterd, of dat actieve bijdragen van leden niet wordt gewaardeerd.
Daartegenover staat dat als leden ervaren dat hun mening telt, bijvoorbeeld bij de teamsamenstelling of trainingsgroepjes, in uitvoeren van taken, in de besluitvorming over wat speelt binnen de club, of over de organisatie van activiteiten voor de club, dit juist bijdraagt aan hun clubgevoel. Zeggenschap is dus belangrijk. Zoals ook goede communicatie, een prettige sfeer waardoor vriendschappen kunnen worden opgebouwd. Ook dat leden ervaren dat de club er voor iedereen is en dat er weinig machtsmisbruik is.
Uiteindelijk bracht het onderzoek in de internationale wetenschappelijke literatuur twee opvallende factoren voor opbouw van clubgevoel bij leden naar voren: de mate waarin de club helpt bij het vinden van trainings- of wedstrijdmaatjes (bijvoorbeeld bij tennis, atletiek, zwemmen of schaatsen) en het aanbieden van online gaming. Wat dat laatste betreft is er nog veel onduidelijk: sommige studies wijzen uit dat online sportgames positieve invloed hebben op het offline deelnemen aan de betreffende sport, maar er zijn ook signalen dat het aanbieden van online games door de vereniging op zich het clubgevoel niet stimuleert. Hier is dus nog meer onderzoek nodig. Zo blijkt dus dat het belangrijk is dat binnen verenigingen vooral leden ‘aan de bal’ zijn en zo hun clubgevoel kunnen opbouwen.
Omdat in het onderzoek significante verbanden gevonden werden van het clubgevoel van leden met de intentie om ‘te blijven als lid’ en met de intentie om ‘je in te zetten voor de club’, lijkt het de moeite waard om werk te maken van het clubgevoel van leden. Vandaar dat dit een steeds vaker terugkerend thema lijkt, het ontwikkelen van clubgevoel. Zoals bijvoorbeeld sportondersteuningsnetwerk Back2Basics, dat ook steeds meer aandacht besteedt aan hoe je clubgevoel zou kunnen ontwikkelen.
Nanny Kuijsters onderzocht via kwalitatieve en kwantitatieve studies onder zo’n 2700 leden van sportverenigingen die samen 17 soorten sporten aanbieden (van voetbal, atletiek, volleybal tot waterpolo, turnen en rugby) en via een groot internationaal literatuuronderzoek (op basis van ruim 900 wetenschappelijk artikelen) hoe je de band van leden met hun club (het clubgevoel) kan omschrijven, welke factoren daarvoor verantwoordelijk zijn en wat het betekent voor leden zelf, de club en de maatschappij als leden clubgevoel ervaren (bijvoorbeeld gezonde leefstijl, saamhorigheid, sociale cohesie en ontwikkelen van vaardigheden). Het artikel ‘Passionate about the Sport, Dedicated to the Club? A Systematic Review Study to the Predictors, Dimensions and Outcomes of Membership Involvement in Recreational Sports and Leisure’ staat in de december-uitgave van Journal of Human Movement and Sport Sciences
Nanny Kuijsters is docent en onderzoeker bij Fontys Economische Hogeschool in Tilburg (opleiding SPECO Sportmarketing en Sportcommunicatie), promovenda bij Universiteit van Tilburg en lid van het sportondersteuningsnetwerk Back2Basics.