Het coronavirus en de maatregelen ter bestrijding hiervan hebben Nederland grotendeels stilgelegd. Halverwege maart 2020 werd iedereen gevraagd zoveel mogelijk thuis te blijven. Sporten op de vereniging of in de sportschool was op dat moment niet mogelijk. Het Mulier Instituut geeft antwoord op 5 vragen over de gevolgen van de coronamaatregelen op sporten, bewegen en de sportsector.
Tijdens de maatregelen hadden mensen meer tijd. Geen verplichte sportlessen, geen reistijd naar school en/of werk en ze konden niet meer op visite. Hoewel je zou denken dat er dus meer tijd was om te sporten en bewegen, is de sport- en beweegdeelname in de periode van de coronamaatregelen afgenomen. Begin april gaf 38 procent van de volwassenen aan dat zij minder sportten en bewogen dan in een normale lente (13% sportte en bewoog meer). Een flinke afname is te zien in het fietsen en wandelen naar werk. Vanwege de oproep om zoveel mogelijk thuis te werken, is er tijdelijk veel minder woon-werkverkeer. Wel maakten Nederlanders vaker een ommetje of fietstocht. Dit was echter niet genoeg om de algehele afname in sport en bewegen te compenseren.
Bij kinderen zijn de grote verschillen tussen leeftijdsgroepen opvallend. Kinderen in de basisschoolleeftijd hebben in april een veel grotere terugval in sport- en beweegactiviteit laten zien (50%) dan kinderen in de middelbare schoolleeftijd (15%). Het wegvallen van (georganiseerde) sportactiviteiten is maar beperkt gecompenseerd door meer buitenspelen. Opvallend is dat de verschillen tussen kinderen groter zijn geworden. Kinderen die al weinig buiten speelden, zijn dit nog minder gaan doen, terwijl kinderen die al veel buiten speelden, dit nog wat meer zijn gaan doen.
Vier op de tien sportverenigingen in Nederland maakten zich in april (ernstige) zorgen over de gevolgen van de coronacrisis voor de vereniging. Er zijn met name zorgen over verlies van leden/vrijwilligers en inkomstenderving. Ruim vier op de tien verenigingen verwachten minder nieuwe leden en één op de vijf verenigingen verwacht dat meer bestaande leden hun lidmaatschap gaan opzeggen.
Ondanks de zorgen blijkt het merendeel van de verenigingen veerkrachtig. Met veerkracht wordt het vermogen van de vereniging bedoeld om de impact van de coronacrisis te absorberen en terug te veren naar de situatie van voor de coronacrisis. In april gaven twee op de drie verenigingen (67%) aan vertrouwen te hebben om de gevolgen van de coronacrisis te overleven. Het vertrouwen in de veerkracht van de vereniging daalt naarmate verenigingen een groter gedeelte van de begrote inkomsten verwachten mis te lopen door de coronacrisis en lijkt dus afhankelijk van de financiële gevolgen van de coronacrisis. In september wordt een nieuwe peiling bij sportverenigingen uitgezet om zicht te krijgen op de actuele situatie en verwachtingen en hun ervaringen met de start van het nieuwe sportseizoen. De resultaten van deze peiling worden begin november openbaar.
De totale inkomstenderving voor de sportsector tot 1 augustus wordt geschat op ruim 1,5 miljard euro. De inkomstenderving is groter, acuter en directer bij sportondernemers en evenementenorganisatoren, maar ook verenigingen, bonden en het betaald voetbal met eigen accommodaties en personeel in vaste dienst worden hard getroffen door de coronamaatregelen.
Voor ongeveer een derde van de totale inkomstenderving kunnen kosten worden bespaard en nog eens een derde wordt gecompenseerd met steunmaatregelen van de overheid. De uiteindelijke schade van de coronamaatregelen op de sportsector wordt geschat op 0,4 tot 0,6 miljard euro tot 1 augustus 2020. Dit bedrag is een (in)schatting op basis van de beschikbare kennis van eind juni 2020.
De coronamaatregelen en daarmee de gevolgen voor sporten, bewegen en de sportsector veranderen continu. De daadwerkelijke schade voor de sport als gevolg van de coronacrisis zal over heel 2020 hoger zijn. Dit vanwege de maatregelen die nog gelden en vanwege de gevolgschade. Een goed en definitief beeld van de schade in 2020 wordt pas midden 2021 zichtbaar.
Om de gevolgen van de coronacrisis goed te (blijven) monitoren is het kennisconsortium Sport en corona opgericht. In dit consortium hebben het Mulier Instituut en Kenniscentrum Sport & Bewegen op verzoek van de uitvoeringsalliantie van het Nationaal Sportakkoord (ministerie van VWS, Vereniging Sport en Gemeenten en NOC*NSF) hun krachten gebundeld. Met als belangrijkste opdracht voor het Mulier Instituut om de gevolgen van de coronamaatregelen voor de sport te (blijven) monitoren. Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft het platform www.sportencorona.nl ontwikkeld om de beschikbare kennis, data en praktijkvoorbeelden te delen. Daarnaast brengt het kennisconsortium vertegenwoordigers van de sportsector, het beleid en kennisinstellingen bijeen, om zo een kortcyclische uitwisseling en afstemming mogelijk te maken van beschikbare data en kennis, opkomende beleidsvragen en ervaringen met ingezet beleid en getroffen steunmaatregelen. Begin juli zijn rondetafelsessies met vertegenwoordigers van de sportsector georganiseerd. Deze worden in het najaar opnieuw georganiseerd. Eind november wordt een tweede monitor Sport en corona gepubliceerd. Deze tweede monitor zal een update zijn van de huidige informatie en een beeld schetsen van de situatie op dat moment.
Meer weten over Sport en corona? Bekijk de website www.sportencorona.nl voor de laatst beschikbare kennis, data en praktijkvoorbeelden of bezoek de pagina over de monitor Sport en corona. Neem voor meer informatie contact op met Hugo van der Poel van het Mulier Instituut.
Foto: ElenaBaryshnikova / Shutterstock.com