Blessurepreventie staat in Nederland hoog op de wetenschappelijke agenda. Hoogleraar bedrijfs- en sportgeneeskunde Willem van Mechelen (VU medisch centrum) stelt dat het onderzoek naar het voorkomen van blessures heel ver is. "Maar wat de implementatie van al onze kennis betreft mag het wat mij betreft nog wel een stapje verder." Als keynote spreker op het Sportmedisch Wetenschappelijk Jaarcongres zal hij op vrijdag 30 november die volgende stappen verkennen.
Tijdens het 14e Sportmedisch Wetenschappelijk Jaarcongres op donderdag 29 en vrijdag 30 november treffen sportartsen, orthopeden, (sport)fysiotherapeuten, cardiologen, bedrijfsartsen, huisartsen, onderzoekers en andere professionals in sportgezondheidszorg elkaar om kennis te delen over uiteenlopende thema's op het gebied van sport en geneeskunde. Op vrijdagochtend staat het programma in het teken van blessurepreventie met de lezing 'Effectieve sportblessurepreventie: hoe nu verder?' door hoogleraar Willem van Mechelen.
Blessurepreventie is niet meer weg te denken uit het dagelijkse werkveld van de sportartsen en -fysiotherapeuten. "Het is ook heel belangrijk", zegt Van Mechelen. "We worden in onze samenleving steeds meer geconfronteerd met leefstijlgerelateerde aandoeningen. En daarvoor is bewegen één van de belangrijkste middelen om die aan te pakken. Voor sportartsen zie ik, naast uiteraard hun rol in de begeleiding van topsporters, ook een heel duidelijke rol weggelegd in de maatschappelijke opgave om zo veel mogelijk mensen op een verantwoorde manier aan het bewegen te krijgen. Daar hoort blessurepreventie een prominente plaats bij in te nemen."
Volgens Van Mechelen staat het onderzoek naar blessurepreventie er goed voor in Nederland. "Eigenlijk zijn we heel ver, Nederland is altijd een gidsland geweest op dit gebied. Zeker waar het gaat om de wetenschap, kun je gerust stellen dat we goed geïnformeerd zijn. Maar als het gaat om de brede implementatie en daadwerkelijke toepassing van onze kennis, die kan volgens mij best nog wel een stapje verder."
Het toepassen van de aanwezige kennis blijft lastig, volgens Van Mechelen: "We weten dus hoe het moet, maar niemand doet het. Waar ligt dat aan? Dat wil ik als wetenschapper dan graag weten. We weten dat sommige interventies werken, misschien ligt het dan aan de condities waaronder die worden aangeboden, dat ze niet worden toegepast." Van Mechelen oppert dat wellicht een ander benadering van het onderzoek blessurepreventie effectiever kan maken. "Tot nu toe hebben we veel kwantitatief onderzoek gedaan: hoeveel sporters, hoeveel blessures, et cetera. Wellicht moeten we ons meer richting kwalitatief onderzoek bewegen, proberen de ervaringen van de sporter centraal te stellen."
Tijdens het Sportmedisch Wetenschappelijk Jaarcongres 2018 zal Van Mechelen zijn toehoorders meenemen in zijn gedachtegang naar 'hoe nu verder?' met blessurepreventie. Aanmelden voor het congres kan hier.