Na de winst op het EK in eigen land, is de aandacht voor het Nederlands vrouwenelftal bij de start van het WK in Frankrijk groter dan ooit. Hoe groot is vrouwenvoetbal in vergelijking met andere sporten? Hoe is het EK twee jaar geleden beleefd en kan er worden gesproken over een Lieke Martens-effect? Het Mulier Instituut geeft antwoord op vijf vragen over vrouwenvoetbal.
Ondanks de groeiende aandacht voor vrouwenvoetbal, is voetbal in Nederland nog steeds vooral een mannensport. Meer dan 1 miljoen jongens en mannen zijn lid van de KNVB, de grootste sportbond van Nederland. Vrouwenvoetbal is pas in 1971 officieel door de KNVB erkend. Tot die tijd mochten vrouwen niet onder de vlag van de bond voetballen. Inmiddels is het meisjes- en vrouwenvoetbal een van de snelst groeiende sporten van Nederland. Het aantal vrouwelijke leden bij de KNVB nam in tien jaar (2005-2015) met ruim 65.000 toe en had daarmee de grootste vrouwelijke aanwas van alle sportbonden. In 2017 had de KNVB bijna 155.000 vrouwelijke leden (junior: 89.057; senior: 65.741).
De KNVB is de vierde sportbond onder meisjes en vrouwen met 154.798 leden in 2017 (na tennis (262.689), gymnastiek (239.747) en hockey (158.586). Als het gaat om meisjeslidmaatschappen is de KNVB de derde grootste sportbond (89.057) en nummer vier wat betreft vrouwelijke senioren (65.741). 13 procent van de KNVB-leden is vrouw. Dit was in 2007 nog 9 procent. Ter vergelijking: vissen, darts en biljarten hebben minder vrouwelijke leden dan voetbal, maar gymnastiek en hippische sport hebben hoofdzakelijk vrouwen als lid (rond 80%). Bij de teamsport handbal is 71 procent vrouw.
In termen van ledengroei is het vrouwenvoetbal niet altijd koploper. Het meisjeshockey groeide tussen 2007 en 2017 in aantal leden en procentueel sneller. Bij vrouwen van 18 jaar en ouder groeide wandelen in aantal (28.800) het sterkst, gevolgd door voetbal (23.700) en golf (23.300). Hockey groeide bij de vrouwen minder hard (+6.200). Het ongebonden en individuele sporten is bij vrouwen nog steeds aanzienlijk populairder dan voetbal. Individuele sporten als hardlopen, fitness en yoga zijn in wekelijkse deelname onder vrouwen groter dan voetbal.
Topsportprestaties leiden eerder tot aanwas van nieuwe leden als daarop (door de bond) met uitgekiende campagnes wordt geanticipeerd en verenigingen voldoende opvangcapaciteit hebben.
De impact van een topsportprestatie op meer sportdeelname door recreanten treedt vaker niet dan wel op. Of de topsporter nu Dafne Schippers, Epke Zonderland of Lieke Martens is. Nadat Richard Krajicek in 1996 Wimbledon won, daalde het ledenaantal bij de KNLTB, en de olympische volleybaltitel in Atlanta zorgde niet voor meer leden bij de volleybalbond.
De Europese titel van de voetbalvrouwen heeft niet voor een explosieve groei bij de verenigingen gezorgd. Integendeel: bij de meisjes was in 2017 juist een kleine afname ten zien (van 89.217 leden in 2016 naar 89.057 in 2017). Het vrouwenvoetbal zat juist vóór het EK in eigen land in de lift. De groei van een sportbond kan ook zonder topsportsucces: het aantal vrouwen en meisjes dat lid is van de KNVB is tussen 2004 en 2016 verdubbeld, zonder dat in dat tijdvak door de Oranjevrouwen successen werden geboekt als het EK-goud in 2017. Topsportprestaties leiden eerder tot aanwas van nieuwe leden als daarop (door de bond) met uitgekiende campagnes wordt geanticipeerd en verenigingen voldoende opvangcapaciteit hebben (geen wachtlijsten).
Zes op de tien volwassen Nederlanders, 8 miljoen personen, hebben het EK vrouwenvoetbal twee jaar geleden gevolgd. Ongeveer drie kwart volgde alleen de wedstrijden van Nederland. Deze belangstelling overtrof de verwachtingen: twee maanden vóór het EK waren nog vier op de tien Nederlanders van plan het toernooi te volgen. Het evenement trok meer bekijks onder mannen (68%) dan onder vrouwen (53%). Eerder onderzoek liet al zien dat meer mannen dan vrouwen interesse hebben in vrouwenvoetbal.
Niet alleen sportievelingen stemden af op het EK: van de niet-sporters heeft nog altijd de meerderheid het EK gevolgd (53%; sporters: 62%). Vóór en na het EK is onder het deel van de bevolking dat niet van plan was het EK te volgen of het EK niet had gevolgd, gepeild wat daar de redenen voor waren. Gaf vóór het EK nog 28 procent aan dat vrouwenvoetbal hen niet interesseerde, na het EK werd die reden nog door 16 procent opgevoerd.
Een analyse van de online belangstelling en beleving van het EK vrouwenvoetbal in 2017 leerde dat tijdens het evenement zelf en de vier weken daarvóór en daarna over het EK vrouwenvoetbal in Nederland circa 172.000 berichten zijn verstuurd. Het aandeel positieve berichten bij het evenement was meer dan zes keer zo groot als het aantal negatieve berichten. Waarschijnlijk hangt dit samen met het feit dat Nederland het EK won.
De Oranjevrouwen wonnen twee jaar geleden niet alleen op het veld. Het best bekeken televisieprogramma van 2017 in Nederland was de huldiging na de gewonnen finale tegen Denemarken (bijna 5,4 miljoen kijkers). Het best bekeken programma van het EK vrouwenvoetbal trok bijna twee keer zoveel bekijks als de best bekeken WK-kwalificatiewedstrijd van het Nederlands mannenelftal (Nederland-Bulgarije: 2,8 miljoen, 19e positie in top 100 best bekeken programma’s in 2017). In de top-10 best bekeken programma’s in 2017 stonden drie programma’s van het EK vrouwenvoetbal.
De helft van de Nederlanders vindt dat het organiseren van het EK in eigen land naast een impuls voor het vrouwenvoetbal (54%) ook het imago van het vrouwenvoetbal heeft verbeterd (50%) en meisjes stimuleert om te gaan voetballen (49%). Die drie voordelen werden ook vóór het EK voorzien, maar de verwachte invloed op imagoverbetering en voetbalstimulering groeide fors (van ongeveer een derde tot de helft).
Meer weten over vrouwenvoetbal of sportonderzoek? Kijk op mulierinstituut.nl.
Foto: Federico Guerra Moran / Shutterstock.com