Sportverenigingen kenmerken zich door de binding die zij creëren. Leden voelen zich verbonden met een club, de leden en misschien zelfs de fysieke sportaccommodatie als thuishonk. Door maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en digitalisering staat dit clubgevoel onder druk, net als de ledenaantallen van veel verenigingen. Toch hoeven online kanalen geen bedreiging te zijn voor dit clubgevoel, concludeert onderzoeker Nanny Kuijsters na haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Tilburg en Fontys Economische Hogeschool in Tilburg. Ze beantwoordt vijf vragen over hoe virtuele community’s het clubgevoel juist kunnen versterken.
Iedereen heeft wel een idee bij ‘het clubgevoel van leden’ als het gaat over sportverenigingen. Als we kijken naar de wetenschap, dan was eigenlijk nog nooit onderzocht wat de term clubgevoel precies betekent. Er was dus geen definitie van clubgevoel van leden van sportverenigingen en het was ook niet duidelijk hoe je clubgevoel kan stimuleren, aan welke knoppen je kunt draaien. In mijn onderzoek kwam naar voren dat je clubgevoel kan zien als de band die je hebt met je sportvereniging en die zich vertaalt in de deelname aan sport en andere activiteiten, de relevantie van de sportvereniging voor jou en de sociale wereld die de sportvereniging voor jou is.
Op basis van diverse studies kwam naar voren dat er eigenlijk drie groepen factoren zijn die kunnen bijdragen aan het versterken van het clubgevoel. De eerste groep factoren heeft te maken met het plezier dat je hebt binnen de vereniging met sport en andere activiteiten, maar ook of je je identificeert met de club en of je waardering voelt als lid. De tweede groep factoren verwijst naar de organisatie van de vereniging, de service, maar ook de rol en de zeggenschap die je hebt binnen de club. De derde groep factoren heeft te maken met de sociale verbinding die je hebt, of je vriendschappen opbouwt, prettige contacten hebt, je netwerk binnen de club.
Papieren clubbladen zijn de afgelopen jaren vervangen door online communicatiekanalen, en dan vooral sociaalnetwerksites, zoals Facebook, Twitter, Instagram en wellicht ook TikTok. Kenmerkend aan sociaalnetwerksites is dat je niet alleen informatie kan zenden maar ook meteen reactie kan krijgen. Dit maakt dialoog en interactie mogelijk, hetgeen niet mogelijk is via papieren clubbladen of websites. De sociaalnetwerksites samen met andere online kanalen vormen de online community van de sportvereniging, een virtuele community dus. Communicatie binnen de vereniging is belangrijk en vindt dus niet alleen op de club of op het veld plaats maar ook online, virtueel. Daarom was ik benieuwd hoe de werking is van die sociaalnetwerksites en of die ook zouden kunnen bijdragen aan het clubgevoel van leden.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat gebruik van de online community kan bijdragen aan clubgevoel. Ook draagt het bij aan inzet en trouw van leden, dat noemen we ook wel ‘commitment van leden’. Online community’s kunnen dus bijdragen aan verbinding met en binnen de club. In die online community van de vereniging is vooral informatie, interactie met en tussen leden en in mindere mate vermaak (zoals gaming) van belang. Het blijkt dat leden vooral geïnteresseerd zijn in informatie over de club, over de leden en over de sport; vooral informatie dus die dicht bij de club staat.
Voor clubs is het interessant om te weten dat al hun online kanalen samen dus die online community vormen. Eigenlijk heeft iedere sportvereniging dus een online community en daar kan een vereniging meer uit halen dan wellicht nu gedacht wordt. Het is wel van belang dat het bestuur en de leden samen nadenken en een plan maken over hoe ze dat willen doen. Vooral jongeren willen meewerken aan content op de sociaalnetwerksites van de club, blijkt uit het onderzoek. In een vervolgonderzoek dat door SIA/KIEM is gefinancierd, bestuderen we samen met bonden en clubs hoe sportverenigingen dit kunnen aanpakken. De eerste pilots lopen al. Doel is dat de online community nog meer kan gaan bijdragen aan het clubgevoel van leden en de verbinding met en binnen de sportvereniging.
Ga voor meer informatie over dit onderzoek van Nanny Kuijsters naar Fontys.nl of Researchgate voor het volledige proefschrift.
Lees ook deze eerdere artikelen:
Nanny Kuijsters is docent en onderzoeker bij Fontys Economische Hogeschool in Tilburg (opleiding SPECO Sportmarketing en Sportcommunicatie), gepromoveerd aan de Universiteit van Tilburg en lid van het sportondersteuningsnetwerk Back2Basics.