Verenigingen in het amateurvoetbal geven meer uit aan de vergoedingen voor het technisch kader. Dat is een van de opvallende conclusies uit het onlangs gepubliceerde benchmarkrapport 'Vergoedingen amateurvoetbal 2023/’24'. In dit onderzoek dat NMC Bright samen met de KNVB uitvoerde, geeft meer dan de helft van de clubs aan dat hun vergoedingen omhoog zijn gegaan. Het is de derde keer dat het onderzoeksbureau de vergoedingen in het amateurvoetbal in kaar heeft gebracht. Dit keer werden naast trainers ook Hoofden Opleiding, futsaltrainers, keeperstrainers en verenigingsmanagers meegenomen.
Met het onderzoeksrapport kunnen verenigingen hun eigen vergoedingen vergelijken met die van andere clubs. Ook voor trainers bieden de inzichten houvast. Zij kunnen nu zien of hun vergoedingen marktconform zijn en wat ze (ongeveer) zouden krijgen als ze bijvoorbeeld een extra trainersdiploma zouden behalen.
Aan het onderzoek namen 548 amateurverenigingen deel, variërend van clubs uit de zesde klasse tot en met de BetNation Divisie (het hoogste amateurniveau en daarmee het derde niveau van Nederland, na de Eredivisie en de Keuken Kampioen Divisie). Een groot aantal van de deelnemende verenigingen (216 clubs) is actief in de vierde klasse of lager. Het gaat in het onderzoek enkel om eerste elftallen van de clubs en om brutobedragen.
Voor de vergoedingen van trainers is het speelniveau erg bepalend. Bij zowel de mannen- als de vrouwensenioren geldt als vuistregel: hoe hoger het speelniveau, hoe meer de trainer verdient. Bij de mannen krijgt een trainer op de laagste speelniveaus (4e klasse of lager) gemiddeld €7.804 per jaar. De hoogste vergoeding ontvang je op het een-na-hoogste amateurniveau, dus in de 3e divisie: €27.367 per jaar. Opmerkelijk genoeg ligt het gemiddelde bedrag op het hoogste amateurniveau lager, met €20.667. Dat zou kunnen komen omdat er slechts vier clubs op dit niveau meededen aan het onderzoek.
Bij de vrouwen krijgt een trainer op het laagst meegerekende niveau (2e klasse) gemiddeld €1.800 per jaar. Op het hoogste niveau in het vrouwenamateurvoetbal (Topklasse) verdient een trainer gemiddeld €10.727.
In het futsal is dezelfde trend te zien: hoe hoger het speelniveau, hoe meer de trainer betaald krijgt. Wel is de vergoeding voor futsaltrainers een stuk lager dan de vergoeding voor trainers op het veld.
Dat trainers op een hoger niveau meer verdienen dan trainers op een lager niveau, kan niet los worden gezien van de benodigde trainersdiploma’s. Trainers met een hoger diploma verdienen over het algemeen namelijk meer dan trainers met een lager diploma. Zo krijgt een jeugdtrainer met een Voetbalcoach 4-diploma (voorheen UEFA A) die actief is bij jongens tussen de O13 en de O23, gemiddeld €4.729 per jaar. Een trainer met het diploma Voetbalcoach 1 (voorheen UEFA C) verdient bij dezelfde doelgroep jaarlijks gemiddeld €1.219.
Het speelniveau en een diploma zijn niet de enige bepalende factoren. Ook per regio verschillen de vergoedingen voor trainers. Het landelijk gemiddelde is €1.806 per jaar. In Limburg verdienen trainers gemiddeld aanzienlijk minder: €1.079. Zuid-Holland trekt het gemiddelde het meest omhoog, met €2.708 per jaar. In 2022 kwam de regio Utrecht nog als best betalende naar voren.
Ook de vergoedingen voor Hoofden Opleiding (HO) en verenigingsmanagers zijn meegenomen in het onderzoek. Een HO verdient jaarlijks gemiddeld €4.458. Van de 375 Hoofden Opleiding heeft een kwart een HO-diploma én (dus ook) een trainersdiploma en de helft alleen een trainersdiploma. Het resterende kwart van de Hoofden Opleiding heeft dus geen HO- of trainersdiploma.
De vergoeding voor een verenigingsmanager bedraagt gemiddeld €6.332 per jaar, maar dat bedrag is sterk afhankelijk van het aantal uren dat een verenigingsmanager maakt. Het kleine groepje verenigingsmanagers dat (zo goed als) fulltime werkt, strijkt op jaarbasis gemiddeld €50.000 op. De groep verenigingsmanagers die wekelijks maximaal tien uur met de club bezig is, en daartoe behoort bijna 40% van de verenigingsmanagers, krijgt €400 euro betaald.
Ga voor het volledige onderzoeksrapport naar NMC Bright.