Voor veel sportverenigingen in Nederland is ongepast gedrag door trainers, ouders of sporters nog een lastig thema. Toch zien veel verenigingen dat nog niet in. Uit onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat 90 % van de ondervraagde verenigingen vinden dat ze een veilig sportklimaat hebben. In de praktijk blijkt dat vooral op papier zo te zijn, merkt Charissa van der Meulen. Als verenigingsondersteuner van Sportbedrijf Arnhem en docent-assistent aan de HAN verbindt zij verenigingen in de regio met studenten Sportkunde van HAN Sport en Bewegen.
"In mijn ogen is het belangrijk dat ieder kind plezier ervaart in sport, ongeacht waar het sport. Ik denk daarom dat de trainers de juiste pedagogische bekwaamheid moeten hebben. Of het gaat om presteren of een uurtje sporten: daar moet het kind de juiste begeleiding bij hebben", zegt Van der Meulen. Vanuit die gedachte worden door HAN-studenten die het keuzevak 'Sportpedagoog' volgen workshops bij verenigingen gegeven.
Edwin van Gastel, teamleider Sportkunde aan de HAN, zag daar een mooi voorbeeld van bij een vereniging in Den Bosch. Via Maaike Hofmeijer, HAN-docent sportkunde en medewerker verenigingen bij ‘S-port, waren studenten gevraagd een workshop te geven over seksualiteit binnen de club. Van Gastel vond het opvallend te zien dat bestuursleden daar aangaven dat iedereen hen wist te vinden als er problemen zouden zijn. "Na de pauze werd een aparte workshop voor jongeren apart gegeven en daar kwamen hele andere verhalen uit. Vanuit een bestuur wordt vaak gedacht: op papier hebben we een veilig sportklimaat, maar op de achtergrond gebeuren er toch andere dingen."
Van der Meulen ziet dat probleem ook bij de Arnhemse verenigingen die zij ondersteunt. "Het bestuur denkt dat het allemaal duidelijk is voor iedereen, terwijl veel ouders niet eens de bestuursleden kennen en weten bij wie ze terecht kunnen. Vrijwilligers zijn al jaren bij de club betrokken, dat is goed voor het dna van de club maar ze zien de ernst van deze niet zaak in." Bij de afdeling verenigingsondersteuning van Sportbedrijf Arnhem kunnen verenigingen terecht voor vragen en worden er het hele jaar door scholingen, bezoeken en bijeenkomsten georganiseerd. Toch worden vragen van verenigingen niet altijd gesteld of opgepakt.
"Door de trainer inzichten te geven in wat kinderen wel of niet kunnen dan kun je passende beweegactiviteiten maken"
Samen met de HAN wordt dat nu anders aangepakt, legt Van der Meulen uit. "Studenten geven een workshop waar meteen veel informatie van die club uitgehaald kan worden. Aan de hand van die conclusies kunnen we aanbevelingen doen, die worden weer meegenomen door Sportkunde studenten die het keuzevak Sportpedagoog doen. Die kunnen vervolgens hulp op maat aanbieden. Zo creëer je vraag en aanbod."
Van Gastel vult haar aan: "Het Sportbedrijf Arnhem heeft een samenwerking met het lectoraat Veilig Sportklimaat, de Academie voor Sportkader en de Alliantie voor Sport. Er zijn al veel bijscholingen bij bonden, maar verenigingen willen juist ook een laagdrempelig en passend aanbod. Juist die op maat gemaakte workshops en dat de studenten kunnen luisteren naar wat voor vraag er is heeft een grote meerwaarde."
Als voorbeeld geeft Van der Meulen voetbalvereniging SV Paasberg, die het imago wilde verbeteren. "Na een eerste workshop bleek dat er meer aan de hand was. Er moest een duidelijk beleid komen. Dat is ook een dienst die HAN Sportkunde aanbiedt: Transferpuntsport.nl Daar zitten derde en vierdejaars studenten bij die met ons en de vereniging in gesprek gaan om te zorgen dat er passend beleid komt en dat de jeugd weer met plezier gaat trainen. Zo nemen we de hele club onder handen door studenten van verschillende jaren."
Een andere vereniging in Arnhem vroeg om meer verdieping op pedagogische inzichten voor trainers. "Door de trainer inzichten te geven in wat kinderen wel of niet kunnen dan kun je passende beweegactiviteiten maken", legt Van der Meulen uit. "Op het moment dat het passend is op het niveau van kind, gaat het meer plezier ervaren en verbetert het imago van club ook. Het is natuurlijk schrijnend om te zien dat 40 % van de kinderen tussen 13-17 stoppen met sporten. Dat vind ik schrijnend. Bij kinderen in primair onderwijs in Arnhem valt dus wist te behalen."
"Ze moeten echt zelf het gesprek aangaan met de bestuurders van een vereniging. Dat is echt. Dat levert gemotiveerde studenten op en vooral echte leersituaties"
De samenwerking tussen het Sportbedrijf Arnhem en de HAN levert voor beide partijen winst op. Van Gastel ziet dat dat de studenten Sportkunde op deze manier mooie leerplekken hebben. "Ze moeten echt zelf het gesprek aangaan met de bestuurders van een vereniging. Dat is echt. Dat levert gemotiveerde studenten op en vooral echte leersituaties. We kunnen nu veel meer zeggen: dit is straks je beroep, probeer het maar in het klein. Het is dus een hele andere leersituatie dan vanuit de theorie en het blijft ook veel beter hangen op deze manier. Studenten willen ook betrokken blijven bij eventuele vragen van een vereniging."
De winst voor het Sportbedrijf Arnhem zit ook in de kennis die beschikbaar komt. "Als er nieuw onderzoek is geweest dan passen we dat gelijk toe. Op het moment dat je informatie aan verenigingen gaat geven zorg je zo dat die continu up-to-date is. Als je zoiets duurzaams neerzet dan zorg je echt dat er een veilig sportklimaat ontstaat."