Deze week wordt poppodium AFAS Live omgetoverd tot een padelstadion voor de World Padel Tour Decathlon Amsterdam Open. Voor dit toernooi met de wereldtop in padel zijn al meer dan 30.000 kaarten verkocht en het wordt ook op tv uitgezonden op Ziggo Sport en RTL7. Het WPT zal de populariteit van padel in Nederland eens te meer duidelijk maken. De KNLTB hoopt daar uiteraard van te profiteren en blijft daarom zeker niet slechts aan de zijlijn. De bond sloot onlangs een partnership met de WPT waardoor het nu mede-licentiehouder is van het Amsterdamse padeltoernooi. Erik Poel, Algemeen Directeur van de KNLTB, ziet potentie in het toernooi voor de volle breedte van de sport.
De eerste editie van de WPT vorig jaar werd nog georganiseerd in de Centrale Markthal in Amsterdam. De KNLTB participeerde toen nog niet in het toernooi, maar de bond zag al gelijk een positief effect op de padelbanen in Nederland. "In de week na de WPT zag je een recordaantal padelbaanreserveringen in ons boekingssysteem MeetandPlay. Mensen zagen padel voorbijkomen en dachten: dat ga ik eens proberen of ik ga weer wat vaker. Die enorme piek in reserveringen is voor ons voldoende bewijs dat dit partnership loont."
De KNLTB heeft zich nu voor in ieder geval de WPT-edities van 2023 en 2024 ingekocht als derde partij bij de oprichters Timeless Investments en de Kroonenberg Groep. "Met zijn drieën zijn we nu gelijkwaardig aandeelhouder en mede-licentiehouder", licht Poel toe. Een dergelijke constructie is voor een sportbond niet gebruikelijk in Nederland. Toch is het voor de KNLTB niet helemaal nieuw, vervolgt de Algemeen Directeur. "Bij het grastoernooi van Rosmalen zijn we ook 51 procent aandeelhouder."
Het succes en de groei van padel in Nederland maakte het voor de KNLTB makkelijker deze financiële stap te zetten. "Als padel geen groeimarkt was geweest dan waren we ook ingestapt. We zien echt potentie in dit toernooi. We willen als KNLTB ook grote internationale toernooien naar ons land halen. De WPT is toch vergelijkbaar met het Grand Slam-circuit", zegt Poel. "We hebben de allerbeste spelers van de wereld die hier komen. Als uithangbord voor de sport is de WPT natuurlijk hartstikke mooi."
Hij ziet dan ook een duidelijke commerciële en strategische meerwaarde in de overeenkomst met het WPT. Het toernooi biedt sponsors en partners van de KNLTB bijvoorbeeld de kans mee te liften op de exposure van de WPT. De KNLTB wil het padeltoernooi ook benutten voor gesprekken met nieuwe partners en allerlei partijen die actief zijn in de padelsport.
"Ja, we hebben mazzel dat padel een nieuwe groeiende sport is, maar we hebben dat ook wel een beetje geregisseerd"
Het feit dat de KNLTB mede-licentiehouder is van de WPT, geeft daar net wat meer mogelijkheden toe. "Wij merken bij de evenementen waar we een belang in hebben dat we daar net wat meer regie kunnen voeren en eigen bijeenkomsten kunnen organiseren dan op evenementen waar we dat niet hebben. Dit partnership heeft zo een strategisch belang en op termijn ook een financieel belang, hopelijk kunnen we er zelfs nog iets aan overhouden. Dat is nu zeker niet de eerste focus. In de loop der jaren kunnen we hier met alle partijen nog een interessant model van maken."
Het strategische belang bij de WPT houdt ook in dat verenigingen en padelcentra van de extra aandacht voor padel moeten profiteren. Dat past ook naadloos in de keuze van de KNLTB om zich als verbinder tussen alle aanbieders en spelers te positioneren. "We hebben in juni van dit jaar onze statuten aangepast. Tot die tijd konden alleen verenigingen zich bij ons aansluiten. Nu kunnen ook commerciële aanbieders zich bij ons aansluiten. Dat zijn niet per se niet alleen commerciële padelcentra, ook hockeyverenigingen willen padelbanen aanleggen of golfcentra." Door die uitbreiding van allerlei soorten locaties voor padel, moest de KNLTB de terminologie ook aanpassen. Met alleen 'verenigingen' dekt de bond namelijk niet langer het gehele pallet. "We begonnen met de term ‘commerciële centra’, toen werden het ‘commerciële aanbieders’ en nu zeggen we gewoon ‘aanbieders’ en of het dan verenigingen, centra, voetbal- of hockeyclubs zijn dat maakt niet uit: we zijn er voor alle aanbieders. Ik zie dat niet zozeer als een cultuuromslag, maar als een beleidsomslag en die hebben we doorlopen."
Toen de KNLTB in 2020 met de Padelbond fuseerde lag 95 procent van de padelbanen nog bij verenigingen en 5 procent bij een commercieel centrum. "Wij denken dat het op termijn naar 55 procent om 45 procent gaat. Net iets meer bij een vereniging dan bij andere aanbieder. Dat nivelleert wel."
Verenigingen blijven onverminderd belangrijk voor de KNLTB, verzekert Poel. "Waar zij tegenaan lopen is dat ze nog best meer banen zouden willen aanleggen, maar doordat ze bijvoorbeeld in een woonwijk zitten hebben letterlijk niet de ruimte om uit te breiden."
Voor commerciële partijen die een pand of stuk grond kunnen opkopen om daar een padelpaleis uit de grond te stampen, speelt dat probleem minder. Verenigingen reageren volgens Poel ook nog wisselend op de beleidskeuze van de KNLTB om meer soorten aanbieders bij de bond te betrekken. "Sommige verenigingen zien het als concurrentie, maar gelukkig zoeken ook steeds meer verenigingen de samenwerking op met centra. Als je als vereniging niet kunt uitbreiden waarom sluit je dan niet een samenwerking met een padelcentrum in de buurt voor jouw leden? Diegenen die dat doen, daarvan zien we dat beide partijen daar ook van profiteren."
In het vernieuwde beleid dat de KNLTB al eerder inzette staat de speler centraal. "We proberen zoveel mogelijk mensen in ons ecosysteem te krijgen, dat zijn verenigingen en aanbieders aan de ene kant en aan de andere kant: leraren, spelende leden en spelers die niet lid zijn. Die proberen we allemaal te verbinden en zo meerwaarde voor iedereen in dat systeem te creëren. Daar slagen we best goed in."
De ledengroei bij de tweede sportbond van Nederland wordt door collega’s met enige jaloezie bekeken, merkt Poel. "Soms wordt gekscherend gezegd: 'ja Erik maar jullie hebben ook wel ongelofelijke mazzel met padel, dat is jullie ook wel in de schoot geworpen' Dan denk ik: wij hadden ook niks kunnen doen. Wij zijn destijds wél de fusie met de Nederlandse Padelbond aangegaan. Mensen verklaarden ons toen misschien ook voor gek, maar ik ben nu blij dat we dat gedaan hebben. Ja, we hebben mazzel dat het een nieuwe groeiende sport is, maar we hebben dat ook wel een beetje geregisseerd."
De speler centraal zetten is daarbij ondertussen de bekende succesformule. "Dat doen al wel veel meer bonden", voegt Poel toe. Die omwenteling in het denken is ook nodig, want alle bonden willen aan de slag om de dalende sportparticipatie aan te pakken. "Dat is een serieus probleem, waar NOC*NSF zich met alle bonden ook hard voor maakt. De overheid zet toch ook te weinig in op sport en maakt daar niet veel budget voor vrij. Ik denk dat we met zijn allen moeten zorgen dat sport nog hoger op de agenda komt." De komende Tweede Kamerverkiezingen zijn daar een uitgelezen kans voor. "Ik merk dat sport nu ook vaak als preventief middel wordt gezien, maar het mag wat ons betreft als een doel op zich worden gezien: meer mensen aan het sporten krijgen!"