Flexhockey bindt hockeyer langer aan hockeyclub

KNHB grijpt coronacrisis aan om verenigingen mee te nemen in flexibel aanbod

Zoals veel andere sportbonden is ook de KNHB al langer bezig om ongebonden sporters te bereiken met ander aanbod. De hockeybond heeft samen met verenigingen bijvoorbeeld al de vorm Hockey7’s ontwikkeld. Door al het andere aanbod nu onder de paraplu ‘flexhockey’ te plaatsen wil de bond nog meer inzetten op flexibele vormen. De afgelopen coronaperiode heeft de KNHB aangegrepen om verenigingen te overtuigen mee te gaan in die vernieuwingsslag. Met resultaat, zag Frank van Barneveld (senior medewerker doelgroepen KNHB): “Corona heeft verenigingen nog meer in beweging gebracht.”

De coronamaatregelen hebben ook bij hockeyverenigingen voor een financiële en sociale klap gezorgd. Precies toen de tweede helft van het hockeyseizoen in maart zou starten, moesten de clubs de hekken sluiten. Nu de clubs weer bezig zijn met het opstarten zijn al eerste lichtpuntjes te zien. Zo verwacht de KNHB dat het aantal aanmeldingen niet drastisch lager zal zijn en bij de seniorencompetities zien ze zelfs een lichte stijging in het aantal teamopgaven ten opzichte van vorig jaar.

"We zien dat veel verenigingen veerkrachtig zijn geweest", concludeert Van Barneveld. "Verenigingen hebben het moment aangegrepen om te kijken wat gaat goed en wat niet. Ze zijn ook beleidsmatig bezig geweest met nieuwe toekomstvisies en soms ook met praktische zaken als het opknappen van een clubhuis. Verenigingen zijn echt aan de slag gegaan." De KNHB stimuleerde dat via accountmanagers en verenigingsondersteuners, maar veel gebeurde ook uit eigen beweging.

Flexhockey als paraplu

Zelf zag de hockeybond tussen het ondersteunen van de verenigingen met dagelijkse vragen over coronaprotocollen kans om extra in te zetten op het flexibele aanbod. Het was het juiste moment, volgens Van Barneveld. Voor veel clubs was het idee achter flexhockey ook niet nieuw, want de KNHB is daar al sinds 2016 mee bezig. De hockeybond begon met een onderzoek naar beweegredenen om te sporten onder leden in de doelgroepen 18-25 jaar en 25-45 jaar. In die groepen zag de KNHB namelijk behoorlijke uitstroom. Uit het onderzoek bleek dat veel hockeyers het spelletje nog leuk vinden, maar dat een competitie op zaterdag of zondag niet meer in hun leven met studie of gezin past.

"We hebben regulier hockey en flexhockey. Dat hoeft elkaar niet te bijten. Het versterkt elkaar juist"

Frank van Barneveld - KNHB

Met flexhockey wilde de KNHB in dat gat springen. Dat deed de bond samen met verenigingen met een eerste pilot voor een compactere competitie op vrijdag. Toen aan die vorm van flexhockey andere ideeën en initiatieven werden toegevoegd besloot de KNHB flexhockey als paraplu te gebruiken. "Alles wat niet op zaterdag of zondag wordt gespeeld en flexibel is in spelvorm, lidmaatschap, tijdstip, competitie en teamsamenstelling of alleen maar trainen, plaatsen we onder de paraplu flexhockey. Met de gedachte om dat ook bij verenigingen te laten landen: we hebben regulier hockey en flexhockey. Dat hoeft elkaar niet te bijten. Het versterkt elkaar juist."

Hockeybootcamp

Hockey7’s was de eerste vorm die na het eerste onderzoek werd opgezet met een aantal verenigingen in midden-Nederland. Bij die vorm spelen gemengde teams zeven tegen zeven in een competitie met om de week op vrijdag een wedstrijd. Die competitie duurt ook maar twee maanden. “Daar doen nu al twintig verenigingen aan mee met zo’n zestig teams. Dat gaan we verder uitbreiden over het hele land.” Een andere vorm van flexhockey waar de KNHB aan werkt is Hockeybootcamp om geblesseerden of spelers die een tijd niet hebben gespeeld weer terug te halen op de club. "Hockey kan dan best intensief zijn als je zo ineens begint. Om ze weer hockeyfit te laten worden willen we ze met bal en stick en bootcampoefeningen weer dat hockeygevoel teruggeven."

Flexibele lidmaatschappen vallen ook onder de flexhockey paraplu. Van Barneveld ziet dat verenigingen daar zelf ook al mee experimenteren. “Kampong heeft al een lidmaatschap op basis van een strippenkaart waarbij je een aantal keer mee kunt doen in de competitie.” Al dat soort flexibele vormen worden niet alleen in woord samengebracht onder één noemer, maar straks ook op een platform. Op die marktplaats voor flexhockey moeten vraag en aanbod samenkomen. "We focussen ons daarbij vooral op ex-hockeyers of huidige hockeyers die op het punt staan om hun vaste zondag lidmaatschap op te zeggen." Uit eerdere pilots, onder andere met het Rotterdamse SportOn concludeerde de KNHB al dat flexhockey toch vooral geschikt is voor sporters die bekend zijn met hockey.

Verenigingen overtuigen

Van Barneveld heeft gemerkt dat corona het makkelijker heeft gemaakt om verenigingen bewust te maken van de noodzaak van flexhockey. "We hebben verenigingen al eerder meegenomen in onze plannen, maar ze leunden nog best op de zaterdag en zondag. Verenigingen zijn nu nog meer wakker geschud: dat is onze corebusiness maar er moet aanvulling bijkomen. Corona versterkt het ons zoveel mogelijk langdurige lidmaatschappen aan te gaan, maar anderzijds zie je ook dat verenigingen zeggen dat ze juist flexibel willen zijn met bijvoorbeeld een lidmaatschap van drie maanden."

Het onderzoek uit 2016 vormt nu nog de basis om verenigingen te overtuigen van het belang van flexhockey, zegt Van Barneveld. "Jarenlang hebben we veel op onderbuikgevoel gedaan. Dat ging ook goed, maar nu met onderzoek kun je het veel beter beargumenteren en beter uitleggen bij verenigingen. Het is niet dat wij dit in Utrecht op het bondsbureau allemaal bedacht hebben. Je moet naar verenigingen luisteren en hen hierbij meenemen en onderzoek is daarbij belangrijk om het vertrouwen voor nieuwe concepten te winnen."

Foto: KNHB/Willem Vernes