Net als andere sportbonden heeft de KNLTB te maken gehad met teruglopende ledenaantallen. De echte oorzaak van die ontwikkeling ligt vaak veel genuanceerder dan valt op te maken uit absolute aantallen, meent Robert Jan Schumacher (directeur dienstverlening KNLTB). De tennisbond besloot daarom te investeren in een datasysteem om verenigingen op vier niveaus meer inzicht te geven in leden bij de eigen vereniging, maar ook in vergelijking tot andere clubs in de buurt. "We kunnen clubs nu veel directer en structureler adviseren."
De KNLTB wil de komende jaren zoveel mogelijk beslissingen nemen op basis van data. In het bedrijfsleven is dat al langer de standaard, weet Schumacher. Zelf leerde hij de kracht van data kennen in zijn vorige functie bij Infostrada Sports. "In de directie van de KNLTB hebben we afgesproken dat we meer inzichtelijk willen maken wat er echt aan de hand is en we willen zoveel mogelijk keuzes op basis van data maken. Niet op emotie of historie, maar echt op basis van feiten."
De aanleiding voor die koerswijziging was dat de KNLTB enkele jaren terug net als andere bonden een daling van het aantal leden zag. "Op zo’n moment moet je eerst beter weten wat je ziet, want de terugloop alleen is veel genuanceerder. Zijn het nieuwe leden die afhaken? In welke leeftijdsgroep is dat? Welke relatie is er met het spelen van competitie en toernooien? Of willen mensen vooral flexibeler tennissen? Dat waren allemaal vragen waar we mee zaten toen we naar dat toplevel van onze ledenaantallen keken." Om meer inzicht te krijgen besloot de KNLTB toen om te investeren in een geïntegreerd ledenadministratiesysteem.
Met dit systeem heeft de KNLTB op vier niveaus inzicht in het ledenbestand. De tennisbond kan zo verenigingen behalve op landelijk niveau ook binnen regio’s en kringen vergelijken. Nederland is opgedeeld in 165 kringen en elke kring telt ongeveer tien verenigingen die gelijksoortig zijn. Daarnaast heeft de KNLTB op microniveau bij verenigingen ook volledig zicht op de samenstelling van een ledenbestand naar onder andere leeftijd, gezinnen en deelname aan de competitie. "Door die vier niveaus van data over elkaar heen te leggen, kunnen we heel scherp zien wat nu daadwerkelijk de oorzaak van een probleem is binnen een regio of kring."
"Dit lichtknopje is waanzinnig belangrijk om je strategie te bepalen en te meten wat het effect is van initiatieven en programma's"
Nog belangrijker vindt Schumacher dat de effecten van oplossingen die verenigingen zelf al hebben bedacht zo zichtbaar worden. "Als een club eruit springt met jeugdleden dan blijkt vaak dat zo’n club fantastisch goede ideeën heeft, die ook vertaalbaar zijn naar andere clubs. In Zeeland heb je soms verenigingen met vijf jeugdleden, dan heb je ook weinig kinderen om tegen te spelen maar als je nu de buurtclub opzoekt dan heb je ineens een verdubbeling van het aantal jeugdleden waar ze mee kunnen spelen."
De KNLTB probeert tennisverenigingen met deze inzichten over de hekken van het eigen tennispark te laten kijken. "Met de vergelijkingen binnen een kring proberen we te laten zien dat andere clubs dezelfde uitdagingen hebben en we kunnen vervolgens de goede voorbeelden tonen van hoe zij die problemen aanpakken. De data is een belangrijke motivatie om clubs aan het werk te zetten en te meten of een oplossing die wij aanreiken werkt."
Het kunnen meten van het effect van projecten is voor de tennisbond een nieuw middel. "We hadden veel mooie producten op de plank liggen van jeugdtennis tot het opzetten van een competitie voor starters. Maar om te bepalen welk product voor welk moment het juiste was, hadden we toch slechts een schot hagel tot onze beschikking", zegt Schumacher. Hij vergelijkt het nieuwe datasysteem daarom met een lichtknopje. "We zaten te werken in een kamer waar het pikdonker was. Nu hebben we het licht aan en zien we ineens wat er aan de hand is en kunnen we zien wat goed gaat bij clubs. Dit lichtknopje is waanzinnig belangrijk om je strategie te bepalen en te meten wat het effect is van initiatieven en programma’s."
De KNLTB werkt ondertussen al twee jaar met Club Analytics op clubniveau. De twee tussenlagen van regio’s en kringen heeft de KNLTB de afgelopen zes maanden ontwikkeld. Die cijfers zijn nog niet zichtbaar in dashboards voor de verenigingen maar worden al wel door de accountmanagers naar de clubs gebracht. "Onze negen accountmanagers gaan nooit meer op pad naar een vereniging zonder een snapshot uit de cijfers. Het is ook best ingewikkelde materie dus je moet de vrijwilligers bij een club daar echt in meenemen." Schumacher ziet het enthousiasme bij de clubs groeien. "Deze week organiseren we tijdens de Libéma Open in Rosmalen een speciale 'In gesprek met…' sessie rond Club Analytics. Daar komen meer dan driehonderd verenigingen op af die meer willen weten over Club Analytics."
"Ik denk dat we met dit soort ontwikkelingen de verenigingen kunnen versterken. Daarom vind ik het ook belangrijk dat het niet alleen een initiatief van de KNLTB blijft"
Nu de KNLTB op vier niveaus inzicht heeft in de ledendata is de keten volgens Schumacher compleet en zal dat voor de toekomst een belangrijke leidraad worden voor het bepalen van de strategie. "Het triggert ons nieuwe inzichten te ontwikkelen en maar het gaat ons ook helpen te focussen op de oplossingen waarmee we een vereniging echt kunnen helpen in plaats van dat we ze tien tools geven."
Met deze koerswijziging zet de KNLTB flinke stappen richting een toekomstbestendige sportbond. De KNLTB kan zeker voor de kleinere bonden een voorbeeld sportbond van de toekomst zijn, denkt Schumacher. Hij wil andere bonden ook graag meenemen in de ontwikkelingen in de tennissport, want samenwerking is volgens hem noodzakelijk voor de sport. "De verenigingsstructuur die we in Nederland hebben is uniek en die moet koste wat het kost worden bewaard. Ik denk dat we met dit soort ontwikkelingen de verenigingen kunnen versterken. Daarom vind ik het ook belangrijk dat het niet alleen een initiatief van de KNLTB blijft, maar dat dit ook andere bonden gaat helpen om inzichten te creëren voor hun sport."