"Maar ga je echt het hele systeem op zijn kop zetten?", vroeg een bondscoach van de KNGU aan directeur Marieke van der Plas toen zij een tijd terug voor het eerst over een nieuwe pedagogische visie van de gymnastiekunie sprak. De vraag geeft aan wat de visie met als titel ‘Sport als opvoedingsmilieu: denk vanuit het kind’ voor cultuurverandering teweeg kan brengen. Voor Van der Plas gaat het niet per se om een radicale omslag. "Ik wil een dialoog over hoe we de sport hebben georganiseerd."
De nieuwe pedagogische visie van de KNGU is niet zomaar een plan met een mooi kaftje erom. Het gaat wat Van der Plas betreft om de toekomst van de gymsport. "Wat voor mij belangrijk is: hoe kun je als gymsport relevant en aantrekkelijk blijven? Je ziet bij ons, net als bij andere sporten, dat ledenaantallen en het aantal wedstrijdsporters dalen. Dan moet je kijken of het aanbod wat wij bieden nog past bij wat kinderen willen." Daarnaast ziet Van der Plas, die zelf een achtergrond als pedagoge heeft, een meer ideologisch aspect aan de visie. "Als je zegt dat gymsport bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen dan vind ik dat je daar ook echt een verantwoordelijkheid in hebt. Hoe zorg je dan dat je dat op een manier doet dat je daar ook aan bijdraagt?"
De visie past in het thema ‘Veilig Sportklimaat’, waar de KNGU als bond met veel jonge leden al jaren voorloper in is. Toch merkt Van der Plas dat die term te veel gelinkt is aan grensoverschrijdend gedrag. "Ik vind dat daarmee minder waarde aan de term Veilig Sportklimaat zit dan het zou moeten hebben." Voor Van der Plas is het groter dan dat en zou sportplezier daar een grote rol bij moeten spelen. "Je ziet bij turnen dat heel veel kinderen afhaken op hun twaalfde. Dan kun je je afvragen hoe dat komt en hoe je zorgt dat je het plezier, wat volgens mij het belangrijkste is om te blijven sporten, kan blijven garanderen."
Dat zit in allerlei facetten van de sport, legt Van der Plas uit. "Het gaat zeker om wat nu de meest gunstige omgeving is om kinderen in te laten sporten. Maar ook: hoe laat je kinderen grenzen verleggen? Hoe geef je ze zelfvertrouwen? En staat er bijvoorbeeld een coach voor de zaal die plezier uitstraalt?" Toen Van der Plas in 2017 begon als directeur bij de KNGU kreeg ze ook te maken met een bepalend onderdeel van plezier in de wedstrijdsport. In de lagere divisies kreeg de KNGU namelijk de vraag of meisjes met een broekje mochten turnen, omdat ze zich in een turnpakje onzekerder voelde. "Ik had geen idee dat dit een groot ding was. Ik dacht: als meisjes dat willen, dan doen we dat gewoon."
"Misschien moeten we ook eens vragen hoe het voor een meisje van 8 is als een jurylid dwars door haar heen kijkt."
Het turnbroekje was overigens al eerder toegestaan, benadrukt Van der Plas. "Maar dan kreeg je puntenaftrek. Dat je dat doet in de eredivisie, waar de regels internationaal worden voorgeschreven, snap ik nog. Maar Nederland bestaat niet uit duizenden turnsters als Sanne Wevers en Tisha Volleman." Dat verschil in beleving wil Van der Plas nu verder gaan onderzoeken. Zo ziet de KNGU dat clubs ook buiten de bond om wedstrijden met een minder strak concept organiseren. "Dat is interessant. Daar kunnen we misschien van leren", zegt Van der Plas. Dan gaat het bijvoorbeeld om jeugdwedstrijden waarbij kinderen niet om punten turnen maar om kleurtjes of beertjes. Ook de manier van jurering in de sport wil de KNGU onder de loep nemen. "Een jurylid mag geen contact hebben met een kind, maar stel je voor dat je 8 bent en je bent onzeker en zo’n jurylid kijkt dwars door je heen. Het zijn van die dingen die volgens mij niet nodig zijn. Misschien moeten we ook eens vragen hoe dat voor zo’n meisje van 8 is."
De KNGU zal daarbij presteren en medailles niet in de ban doen. "We hebben alleen over de hele linie een eenheidsworst toegepast. Daar moet je naar kijken. Dat geldt ook voor recreatiesport: daar zien we de andere kant: dat kinderen te weinig worden uitgedaagd. Sport gaat wel over grenzen verleggen, dat moet je niet wegnemen. De manier waarop kun je op verschillende manieren doen." Van der Plas gaat daarom ook op zoek naar manieren om kinderen en jongeren mee te laten praten over hun sport.
Bij het in praktijk brengen van de nieuwe pedagogische visie heeft de KNGU, in samenspraak met NOC*NSF de handen ineengeslagen met de KNVB. Van der Plas ziet genoeg overeenkomsten tussen voetbal en gymsport om samen te werken aan een cultuurverandering. "In beide sporten stroom je jong in en ook vanuit allerlei lagen uit de bevolking. Dat maakt ook dat we hebben gezegd: daar willen we een voorbeeld in zijn hoe we dat organiseren."
Vanuit het Sportakkoord hebben de KNGU en KNVB nu subsidie ontvangen voor een regisseur, die de beweging rondom de pedagogische visie landelijk verder in gang gaat zetten.