"Niets doen is geen optie meer"

Congres ‘Blijf je stil of praat je erover’ van Centrum Veilige Sport Nederland bracht gesprek over grenzen op gang

Op dinsdag 28 mei organiseerde het Centrum Veilige Sport Nederland voor de derde keer het congres ‘Blijf je stil of praat je erover’. Met opnieuw een hogere opkomst dan vorig jaar, maakte de bijeenkomst op Papendal duidelijk dat het thema sociale veiligheid volop in beweging is. De deelnemers werden door plenaire sprekers en in interactieve workshops uitgedaagd vooral het gesprek over grenzen op gang te houden.

In een kort openingswoord gaf Marc van den Tweel, directeur NOC*NSF, de zaal mee een zekere paradox te voelen bij het congres: "Dit zou eigenlijk een bijeenkomst moeten zijn waar niemand naar toe wil komen, omdat alles al goed gaat rond sociale veiligheid in de sport." Tegelijkertijd ziet hij dat op weg naar dat ideaalbeeld al veel werk is verzet door de gehele sportbranche. "Er is veel opgeschoven en we zijn ook met zijn allen in volle vaart aan de slag." Van den Tweel sloot af met de herhaling van zijn oproep van vorig jaar: het is vooral een kwestie van ‘doen’. Met het hoofdlijnenakkoord, waarin de sport er vooralsnog bekaaid van afkomt, is die aanpakkers mentaliteit onverminderd noodzakelijk geworden. "Het maakt niet uit wat ze in Den Haag gaan doen, wij gaan als sportsector gewoon door voor een sociaal veilige sport!"

"Het moet normaal zijn om jouw grens aan te geven, je moet daarmee geen gedoe worden"

Marijn de Vries - Journalist/Columnist en oud-wielerprof

Het eerste plenaire deel werd afgesloten door columnist Marijn de Vries met rake woorden over de negatieve nasleep van haar publicatie over grensoverschrijdend gedrag waar zij zelf mee te maken had. De oproep in de titel van het congres (‘Blijf je stil of praat je erover?) noemde zij daarom bijna pervers, omdat naar voren treden in haar woorden ook ‘gedoe’ oplevert. "Het moet normaal zijn om jouw grens aan te geven, je moet daarmee geen gedoe worden." Haar persoonlijke verhaal werd beantwoord met een staande ovatie en bleef bij veel congresbezoekers de hele dag hangen.

De rol van gemeenten: opleggen of zacht vragen

Vanuit het Sportakkoord II hebben gemeenten een grotere rol gekregen bij het zorgen voor een sociaal veilige sportomgeving. Erik Beuker, projectleider sociale veiligheid bij NOC*NSF, gaf daarom een sessie over hoe gemeenten dat kunnen aanpakken. Hij legde uit dat daar grofweg vier scenario’s voor zijn. "Dat zijn er maar drie, want de eerste ‘niets doen’ valt al af. Dat kan niet meer." De andere serieuze opties variëren van opleggen tot ondersteunen en belonen. Gemeenten die nog niet zo ver zijn, doen er volgens Beuker vooral goed aan het lokale sportbeleid op orde te krijgen en het gesprek met sportaanbieders aan te gaan.

Om gemeenten te helpen bij een plan van aanpak rond sociale veilige sport, heeft NOC*NSF eerder dit jaar de 4V’s-campagne gelanceerd. De V’s staan daarbij voor de vier basiseisen: een verenigingsbrede gedragscode, een vertrouwenscontactpersoon, de Regeling Gratis VOG en vakkundig geschoolde trainer-coaches. Beuker merkt dat de 4V’s onder veel gemeenten ondertussen gemeengoed zijn geworden. "Gemeenten hebben het alleen nog over de 4V’s. Daar ben ik blij mee, dat is laagdrempeliger zonder de vrijblijvendheid eraf te halen."

4 V's

De 4V’s moeten volgens Beuker vooral gezien worden als een goede basis. Daar begint het eigenlijk pas. De projectleider sociale veiligheid benadrukte het belang van een breed gedragen aanpak. "Collectiviteit is het toverwoord. Gemeenten kunnen samen met verenigingen zoveel bereiken en doen."

In zijn sessie ontstond ook een levendige discussie over de vraag tussen het opleggen van de vier basiseisen of het zacht vragen. Beuker gaf daarbij aan dat hij in het veld merkt dat die discussie vooral speelt bij gemeenten die het plan nog niet volledig hebben uitgewerkt. Gemeenten denken soms dat het een zwart-wit keuze is tussen sanctioneren of belonen. "Vanuit de onzekerheid over deze keuze, ontstaat vervolgens onvoldoende activatie. Je hoeft niet te sanctioneren of te belonen: als je het goed voor elkaar hebt met elkaar en je krijgt alles een richting op en je helpt elkaar, dan is het helemaal niet nodig."

Studentensport

Een andere sessie ging specifiek in op een veilige en inclusieve studentsportcultuur. Dit is in de sport een relatief onbekend terrein. Nynke Kingma, Casemanger bij het CVSN, merkte op dat zeker sportbonden nog een slag kunnen maken door studentensport als een aparte doelgroep te zien. "Studentensportverenigingen vallen eigenlijk tussen sport en onderwijs. Dat is lastig. Zij hebben andere behoeftes en hebben daarom ook andere ondersteuning nodig."

Een belangrijk verschil met reguliere sportclubs zit in het grote verloop van zowel leden als bestuursleden. Het bestuur van een studentensportvereniging wisselt namelijk jaarlijks. Kingma ziet aan de bestuurders die het CVSN al weten te vinden, dat zij erg gemotiveerd zijn. "Binnen de studentensport leven veel vragen. Ze willen het op het gebied van sociale veiligheid goed doen, maar ze zijn daarin vaak erg zoekende."

Het borgen van het beleid is door het verloop van in het bestuur bijvoorbeeld een uitdaging, vertelde Kingma. "Zij doen echt hun best om alles over te dragen van een oud naar nieuw bestuur, maar daar gaat hoe dan ook informatie verloren. De organisaties die niet te maken hebben dat verloop, CVSN, bonden, NOC*NSF en gemeenten, kunnen daar zeker in helpen."

Hoe verder na een melding?

Een van de populairste sessies onder de congresbezoekers ging over het opvolgen van een melding. Deze werd geleid door Serge Westercappel, CVSN-teamleider casemanagement, en Petra van den Hoek, integriteitsmanager bij KNSB en NKBV. In de sessie wilde Westercappel mensen laten nadenken over wat op sportorganisaties en verenigingen af kan komen bij een melding. "Veel organisaties hebben vooraf nog niet nagedacht over de opvolging van een melding." Rolonduidelijkheid is daarbij een grote valkuil die hij wilde benoemen. "Mensen worden verantwoordelijk voor de verkeerde zaken of ze nemen de verantwoordelijkheid voor verkeerde zaken. Kortom: zorg dat de juiste mensen weten waar ze van en voor zijn, wat ze moeten doen en met wie."

Voor het verbeteren van die rolbewustzijn is het volgens Westercappel belangrijk daar het gesprek over te blijven voeren. Tijdens de sessie liet hij daarom de deelnemers vooral met elkaar praten over een probleemstelling. "Ik zag zeker iets veranderen bij de groep. Het was heel erg druk en interactief. Ze waren goed met elkaar in gesprek. Dat was mooi om te zien, want dat creëert de bewustwording: we zijn zelf aan zet en we moeten daar over nadenken."

In het afsluitende tweede plenaire deel liet Mariëtte Hamer, Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, de zaal ook nog nadenken over een vaak vergeten perspectief bij meldingen. "In het publieke debat gaat het vooral over de beschuldigde, niet over de melder voor wie de wereld op de kop staat. Een melder wordt, net zoals Marijn de Vries in de ochtend benoemde ‘gedoe’, raakt veel kwijt en is voor het leven beschadigd. Niet alleen de melder, ook omstanders moeten zich meer gaan uitspreken. Het vraagt enorm veel om dat te doen, maar het is zo belangrijk. Niets doen is geen optie meer."

Tijdens het CVSN-congres werden ook de winnaars van de Nationale Sportinnovator Prijs 2024 met als thema sociale veiligheid bekendgemaakt. Lees daar meer over in dit artikel:

Ga voor een terugblik op het congres en alle presentaties naar de website van het Centrum Veilige Sport Nederland.

Foto's: Centrum Veilige Sport Nederland