Als trainers het naar hun zin hebben dan zorgen zij ook voor meer plezier bij sporters. Dat is de missie van het project Proeftuinen Clubkadercoaching, waar het afgelopen jaar door 7 gemeenten en 8 sportbonden mee is gestart. De clubkadercoaches zijn bij 56 verenigingen aan de slag gegaan met het versterken van het technisch kader. Ondertussen hebben 114 gemeenten zich met interesse in het project gemeld bij projectleiders Roel van der Weide en Jens van der Kerk. Daarom wordt een tweede ronde in tien gemeenten gestart, waarbij de focus nadrukkelijk ligt op het inbedden van de clubkadercoach in lokaal en landelijk beleid.
Het project met 32 Proeftuinen Clubkadercoaching zou eigenlijk al in juli dit jaar afgelopen zijn, maar vanwege corona is besloten de afronding met nog drie maanden te uit te stellen. Van der Weijde: "Juist in die laatste fase gaat het om de overdracht binnen de club aan vrijwilligers op de club, zodat het ook vervolg krijgt als de clubkadercoach weg is. Daar gaat het uiteindelijk om. Die fase viel helemaal weg doordat clubs dicht moesten." Van der Weide ziet al eerste positieve resultaten uit die eerste ronde. "Wij zien dat het plezier en de ontwikkeling van trainers is toegenomen en nog belangrijker dat het plezier van sporters omhoog is gegaan."
Van der Weide haalt die conclusie uit een digitale monitor waarbij trainers en bestuurders vragenlijsten moesten invullen. Hij ziet daarbij een duidelijk verschil in hoe trainers aangaven hoe leuk zij het geven van training vonden bij het begin van de clubkadercoach en na een jaar met meer ondersteuning. Ook gaven de trainers in diezelfde vragenlijst aan dat zij zien dat het plezier bij sporters is gegroeid. "Meer leden met meer plezier actief hebben is altijd het doel geweest van NOC*NSF en de sportbonden bij dit project", zegt Van der Weide tevreden.
"Wij zien dat het plezier en de ontwikkeling van trainers is toegenomen en nog belangrijker dat het plezier van sporters omhoog is gegaan."
Het projectteam kreeg de laatste tijd al veel vragen vanuit gemeenten over wat een clubkadercoach nu precies inhoudt en hoe ze dit in gang konden zetten. Op basis van die interesse werd besloten een tweede tranche proeftuinen neer te zetten. "We hadden daarvoor een deadline ingesteld voor 1 augustus. In die tijd daarvoor hebben 114 gemeenten interesse getoonde in de clubkadercoach. Daarvan hebben 40 gemeenten zich ook daadwerkelijk aangemeld." Daaruit zijn tien gemeenten of sportbedrijven uitgekozen om het project een vervolg mee te geven: Sport Expertice Centrum Oss SRO Amersfoort, Rotterdam Sportsupport, Sportservice Doetinchem, Sportservice Zwolle, Sportbedrijf Nijmegen, SSNB/Vught, SportFryslân, Sportsupport Kennemerland (Haarlem) en Sportief Besteed Groep.
Deze tweede groep Proeftuinen Clubkadercoaching wordt de ‘community of practice’ genoemd, legt Van der Weide uit. "We willen leren van de praktijk en niet terugvallen op lessen van de eerste tranche. Bij aanvragen hebben ze aan moeten geven welke nieuwe lessen of cases zij gaan behandelen." De eerste ronde Proeftuinen was bijvoorbeeld gebruikt om het profiel van de clubkadercoach met alle voorwaarden en vaardigheden vast te stellen.
Nu komt het meer aan op financieringsmogelijkheden van de clubkadercoach met een solide businesscase. "Hoe zorg je dat het geborgen wordt in periode van anderhalf jaar? Oss gaat bijvoorbeeld zoeken naar cofinanciering met clubs zodat het gelijk duurzaam wordt. De provincies Friesland en Noord-Brabant zijn geselecteerd vanwege hun regionale rol: hoe zorg je dat een clubkadercoach voor meerdere gemeenten actief kan zijn?" Het allerbelangrijkste is dat nu vooral gekeken wordt dat de clubkadercoach een onderdeel wordt van organisaties en beleid. "Na anderhalf jaar is het programma straks klaar en daarmee moeten we voldoende kennis hebben opgehaald om te zien wat wel en niet werkt. Dan moeten de organisaties het ook zelfstandig kunnen oppakken en moeten ze de clubkadercoach in het lokale beleid hebben staan."
Het ministerie van VWS, de Vereniging Sport en Gemeenten, NOC*NSF, Kenniscentrum Sport en Bewegen, Mulier Instituut, Windesheim en de grotere bonden KNVB, KNHB en KNGU zijn daar als partners van het project ook nadrukkelijk bij betrokken. "Zij gaan samen kijken hoe de clubkadercoach ook in landelijk beleid ingebed kan worden. Die partners en de 'community of practice' zullen verder ook nauw gaan samenwerken om kennis uit te wisselen."
Van der Weide vreesde dit jaar nog even dat gemeenten door corona iets anders aan het hoofd zouden hebben dan de clubkadercoach. Het tegendeel bleek waar. "Het enthousiasme dat 114 gemeenten interesse hebben getoond vind ik erg mooi. Het is al supergaaf dat die bal ooit is gaan rollen en dat het nu echt zo’n sneeuwbal is geworden die bijna niet ophoudt met rollen. Het blijft maar komen met die interesse." Hij verklaart die interesse uit het feit dat steeds meer gemeenten verenigingsondersteuning belangrijker lijken te vinden. Met de lokale sportakkoorden ziet Van der Weide ook het juist momentum voor de clubkadercoach. "Daar zitten zoveel haakjes als het gaat om positieve sportcultuur of vitale verenigingen. Het is dus een goed moment om nu te oogsten."
De gemeenten die interesse toonden maar uiteindelijk niet zijn geselecteerd moeten zich volgens Van der Weide niet ontmoedigd voelen om door te gaan. "Je kunt ook prima aan de slag zonder in de Proeftuin mee te doen. Het is geen keurmerk. Ik ben ook beschikbaar om die gemeenten van advies te voorzien mocht dat nodig zijn."
Lees ook: