Veel voetbalclubs in het betaald voetbal scouten voetbaltalent al onder de 12 jaar. Scouts selecteren talentjes zo vroeg mogelijk voor hun jeugdopleiding om te voorkomen dat andere clubs die topper in wording wegkapen. Over dit vroeg selecteren van voetballertjes bestaat al langer discussie. Recent Gronings onderzoek zet hier nieuwe vraagtekens bij, want scouts geven bij de onderzoekers zelf aan dat ze onder de 12 jaar toekomstige profvoetballers nog helemaal niet kunnen herkennen. De potentie van een voetballer kunnen zij pas op zijn vroegst vanaf 14-jarige leeftijd inschatten.
Het zo vroeg mogelijk selecteren van voetbaltalent door clubs is al jaren voer voor discussie. Specialisten op het gebied van talentontwikkeling doen hier ook al langer onderzoek naar. Zo is al bekend dat prestaties van jong talent geen goede voorspeller zijn voor toekomstig succes. Rond de groeispurt is het voorspellen van talent extra lastig omdat spelers zich dan verschillend ontwikkelen in kracht, snelheid en uithoudingsvermogen. Daarnaast ontwikkelen talenten zich ook grillig.
Met die kanttekeningen zwelt de kritiek op de het scouten van de jongste jeugd de laatste jaren steeds verder aan. Hierdoor zou niet alleen talent verloren gaan, maar het zou ook tot vroege specialisatie leiden. Over het focussen op één sport is al bekend dat het leidt tot meer uitval en meer blessures. Uiteindelijk bereiken maar heel weinig van de geselecteerde talenten de top. Dat pleit ook voor een andere stroming binnen talentontwikkeling waarbij juist op de breed motorische ontwikkeling wordt ingezet en jeugdsporters verschillende beweegvormen krijgen aangeboden.
Wat nieuw is de hele discussie rond vroeg selecteren is dat de scouts ervaren dat het moeilijk is om talent op jonge leeftijd te herkennen. Dat ontdekten de Groningse onderzoekers aan de hand van een vragenlijst onder 125 scouts van Nederlandse profclubs en voetbalbond KNVB. Aan de hand van de resultaten adviseren de onderzoekers om spelers pas op latere leeftijd te selecteren, bijvoorbeeld na de groeispurt. Dit maakt de invloed van rijping kleiner, waardoor scouts minder op de glazen bol hoeven te vertrouwen. Ook kunnen voetbalclubs investeren in de continue selectie (en de-selectie) van spelers in verschillende leeftijdscategorieën.
Scouts selecteren dus talent vroeg terwijl ze wel weten dat het eigenlijk lastig is om een nieuwe Messi of Ronaldo al op jonge leeftijd te herkennen. De angst om een potentieel toptalent te missen speelt blijkbaar een grotere rol in de talentidentificatie. Om dat wezenlijk te veranderen zal een cultuuromslag bij de jeugdopleidingen van BVO’s nodig zijn. FC Den Bosch nam hierin in april van dit jaar het voortouw door als eerste club te stoppen met het scouten van de jongste jeugd. David Golverdingen, jeugdtrainer FC Den Bosch, zei hierover: “Als BVO’s samen nadenken over hoe het opleiden anders en beter kan, kunnen we elkaar en de sport bekrachtigen in plaats van beconcurreren. Want er valt helemaal niet te voorspellen hoe de ontwikkeling van een jonge speler gaat verlopen."
Lees een uitgebreider artikel over dit onderzoek op Topsporttopics.nl