Afgelopen maandag publiceerde de Nederlandse Sportraad een open brief om duidelijk te maken dat Zandvoort de enige serieuze kandidaat is voor een Formule 1 race in Nederland. In plaats van voor meer eenheid te zorgen, zorgde de open brief juist voor meer discussie en verdeeldheid in Nederland. Hoe kon een goed bedoelde actie van de Nederlandse Sportraad toch een splijtzwam worden?
Michael van Praag, voorzitter van de Nederlandse Sportraad, was afgelopen maandag duidelijk: "Partijen die willen aanhaken om een Nederlandse Grand Prix mogelijk te maken, moeten vooral in gesprek gaan met Zandvoort! Het is de enige optie voor een F1-race op Nederlandse bodem." Van Praag baseerde die stelligheid op een telefoongesprek wat hij voerde met Formule One Management.
Hij wilde voorkomen dat er een situatie van ‘twee vechten om een been…’ zou ontstaan en wilde zeker weten welk circuit de meeste kans zou maken. Waar de Raad met de open brief vooral wilde benadrukken dat samenwerking, ook vanuit Assen, belangrijk is om mogelijkheden in Zandvoort te benutten, ontstond een averechts effect. In Assen werd verbaasd gereageerd, want ook zij waren in contact met FOM.
Ineke Donkervoort, als sportbestuurder en organisatiedeskundige columnist voor het vakblad Sport & Strategie, ziet ook dat de open brief tot meer verwarring en discussie heeft geleid. Op twitter vroeg ze zich al openlijk af of een open brief het juiste medium was voor het doel wat de NL Sportraad voor ogen had. "Als je als Sportraad een autoriteit wil zijn dan hoort daar een bepaald gedrag bij. Natuurlijk sta je voor de Nederlandse sport en kun je allerlei adviezen geven zoals ze ook doen, maar hier is duidelijk een belangentegenstelling tussen twee circuits in Zandvoort en Assen. Als je dan zomaar zegt: jullie maken geen kans als Assen dan zet je het TT-circuit Assen en alle daaraan verbonden mensen in één keer weg. Het gaat dat in Assen niet alleen om het circuit, maar ook om vele ondernemers, vrijwilligers, provincie en gemeenten."
"Als je statuur wil hebben als adviesoorgaan in Nederland dan is het verstandig een beetje sjiek te blijven. Dat is dit in mijn ogen niet"
En het opzij zetten van mensen is nooit handig, vervolgt Donkervoort. “Het punt is wel dat als je mensen openlijk opzij zet dat je dat ook altijd een keer terugkrijgt. De vraag is als je voor de gezamenlijke ontwikkeling van de sport staat of dit dan verstandig is. Een open brief draagt niet bij aan het verzamelen van krachten voor de sport, lijkt mij.”
"Als je statuur wil hebben in Nederland, net als bijvoorbeeld andere adviesraden van de regering, dan is het verstandig een beetje sjiek blijven. Dat is dit in mijn ogen niet. Wellicht dat het doenerige dat de sport vaak kenmerkt het hier heeft gewonnen van distantie en bedachtzaamheid die in politiek bestuurlijke processen op den duur vaak verstandiger zijn. De tijd zal het leren."
Voor Zandvoort begint de tijd vooral te dringen, want de FOM heeft 31 maart als deadline gesteld voor het indienen van de businesscase.
Foto: Corinna Huter / Shutterstock.com