Nederlandse sportevenementen moeten meer met elkaar samenwerken en kennis uitwisselen om voor een grotere maatschappelijke impact te zorgen. De Nederlandse Sportraad adviseerde in een eerder rapport om hiermee al flinke stappen te zetten. In het vandaag gepubliceerde slotverslag van de Beoordelingscommissie sportevenementen wordt dat advies nogmaals herhaald. "Evenementenorganisatoren hebben niet echt hun tanden gezet in maatschappelijke doelen. De overall conclusie van de Beoordelingscommissie sportevenementen na deze elf beoordelingen is dat er op dat punt in de afgelopen twee jaar weinig progressie merkbaar is", zo valt te lezen in het verslag.
Op verzoek van het ministerie van VWS heeft de Beoordelingscommissie sportevenementen van de NLsportraad in de periode 2019-2021 elf grote sportevenementen beoordeeld. Per 1 januari is de Nederlandse Topsportevenementen Strategie 2021- 2030 van start gegaan en kwam zo een einde aan de opdracht voor de commissie die onder leiding stond van Marjolein Bolhuis en Leanne van den Hoek. In het verslag komen veel punten en aanbevelingen terug die de raad al in een eerder advies uitbracht. Het verbeteren van samenwerking tussen sportevenementen blijft een belangrijk aandachtspunt. Dat geldt ook voor de focus op maatschappelijke impact.
Op dat vlak heeft Bolhuis te weinig grote stappen gezien in de afgelopen twee jaar. "Je kunt bij de subsidievoorwaarden zeggen: je moet maatschappelijke impact maken. Dat is ook wel geprobeerd om dat te beschrijven door organisatoren, maar bij het daadwerkelijke doen merk je dat er meer kennis en deling van expertise nodig is."
De oud-hockey international en voormalig bestuurslid van de KNHB benadrukt dat ze bij de beoordeelde evenementen een grote slagkracht en energie terugzag. "Uit eerdere analyses bleek ook al dat we in Nederland fantastische in staat zijn om een hoofdevent te organiseren. Als ik zie hoe men met corona om is gegaan, dan zeg ik: petje af." Ze verwijst daarbij naar evenementen als het beachvolleybaltoernooi King of The Court en het EK Hockey in het Amstelveense Wagener Stadion. "Dat was geweldig om te zien, maar als we op lange termijn willen dat we het goed financierbaar houden, en die typische 'Dutch approach' terug willen zien dan zullen we met elkaar die kennis en expertise die er is moeten delen en durven evalueren met elkaar. Dan leer je van de ander. Maar als niemand durft te zeggen wat mis is gegaan dan leert de volgende daar ook niet van."
Een belangrijke vooruitgang die Bolhuis nu al ziet is dat NOC*NSF, de Vereniging Sport en Gemeenten en VWS samen een driehoek vormen die al aan de voorkant bij nieuwe sportevenementen is betrokken. "Zo is VWS niet meer het sluitstuk van de begroting en zijn ze al veel eerder bij plannen betrokken. Dan sta je in een bidfase al veel sterker om iets naar Nederland te halen. Dat is echt een winstpunt." Tegelijkertijd vindt Bolhuis dat voor blijvende winst die driehoek het podium moet bieden aan de totale sport. "Zorg dat je de Formule 1 aan je weet te binden, maar ook de grote events in de ongeorganiseerde sport zoals bijvoorbeeld Urban Sports. Beperk het niet tot de aangesloten bonden. VWS heeft een belangrijke functie als kartrekker om te zorgen dat andere ministeries aansluiten. Bijna elk ministerie heeft wel een rol bij topsportevenement. De VSG kan op haar beurt zorgen dat provincies erbij worden gehaald. Zeker bij topsport moet het regionaal geregeld worden."
Die driehoek in de sport heeft volgens Bolhuis ook een verantwoordelijkheid om te zorgen dat in een vroeg stadium kennisbundeling plaatsvindt en dat bij een nieuw evenement al wordt nagedacht over de maatschappelijke doelen. "Dan zal de vraag aan een evenementenorganisatie vanzelf anders worden. Dat stuk moet er volwassener in staan. Nu is het vaak zo: we hebben dit evenement dat moet goed staan en natuurlijk zijn er side-events, dat komt er een beetje achteraan."
De Beoordelingscommissie constateert over de rol van sportbonden dat zij, op uitzonderingen daar gelaten, zelden een evenement in eigen beheer organiseren vanwege de bedrijfsrisico’s of een gebrek aan ervaring. De NLsportraad ziet daarin ook een risico voor de impact op de sportontwikkeling. Maar zeker voor kleinere bonden is het simpelweg niet te doen om de kosten en organisatie van een groot toernooi te dragen. "Dat is ook waarom we in ons advies voor de financiering en organisatie van de sport stellen dat sport een veel volwaardiger plek in de samenleving moet krijgen", zegt Bolhuis. "Nu blijft het te klein en daar komen ze niet uit. Je wil dat het een veel volwassener plek in de samenleving krijgt, want het brengt ons heel veel."
"Nu gaat het erom dat we het van het papier af krijgen en het echt in de praktijk brengen. Die aftrap is gemaakt en nu is de sport aan zet."
De oprichting van het Coördinatie- en Informatiepunt Topsportevenementen (CIT) vindt Bolhuis daarom ook een belangrijke stap. Bij de eerste bijeenkomst van dit nieuwe kennisnetwerk op 22 juni heeft zij de ervaringen van de Beoordelingscommissie en de aanbevelingen voor de toekomst al gedeeld. "Het CIT moet de leiding gaan nemen en zeggen: wij gaan dit naar een hoger niveau tillen. Dan gaat een bond daar ook anders in zitten, zij krijgen meer kennis en kunnen dingen van andere events mee nemen. Die posities kunnen enorm gaan groeien." Met het CIT ziet Bolhuis ook dat een groot aantal adviezen zijn overgenomen door de betrokken partijen. "Nu gaat het erom dat we het van het papier af krijgen en het echt in de praktijk brengen. Die aftrap is gemaakt en nu is de sport aan zet."
Ze blijft die ontwikkelingen uiteraard als lid van de NLsportraad en als sportliefhebber volgen. Zij heeft daarbij het sterke geloof dat het delen van kennis en expertise kan leiden tot events met meer impact en wellicht ook het binnenhalen van grotere multi-sportevenementen. Denkt de oud-Olympiër (goed voor goud in 1984 en brons in 1998) dan ook aan de Olympische Spelen in Nederland? "Het zou raar zijn als je in de NLsportraad zit met een verleden als topsporter en sportbestuurder dat je daar niet over nadenkt", reageert ze. Tegelijkertijd is ze ook realistisch over die sluimerende olympische droom. "Het is alleen maar te doen als het een logisch gevolg is van dat wat we al organiseren aan grote topsportevenementen die internationaal aansprekend zijn en die voor de samenleving enorm veel opleveren. De weg ernaar toe moet heel realistisch zijn en stap voor stap."
Op die weg ziet zij het Nederlandse initiatief van de European Paralympic Championships van 2023 in Rotterdam als een interessant event om goed te volgen en van te leren. "Dat is ook een Nederlandse kwaliteit: creatieve nieuwe concepten neerzetten. Dat moeten we blijven doen."
Fotobijschrift: Het King of The Court Beachtoernooi was een goed voorbeeld van een coronaproof sportevenement. Foto: SetVexy