Het professionaliseren van sportverenigingen wordt als een belangrijke opgave gezien om sportclubs toekomstbestendig te maken. Hierbij wordt vaak gedacht aan betaalde trainers of andere externe krachten die bepaalde taken op zich nemen. Volgens Jan Raateland, pleitbezorger van de sportvereniging als immaterieel erfgoed, hoeven professionele bestuurders het vrijwillige karakter van een club niet in de weg te zitten.
Onlangs las ik een artikel(*) waarin de vraag werd gesteld of alleen een betaalde kracht professional kan zijn. Die vraag kwam op bij de beoordeling van de inzet van vrijwilligers. De belangrijkste bewering die de schrijvers van het artikel doen, is dat professionaliteit afhankelijk is van bekwaamheid: ‘De professional is iemand die - vrijwillig of betaald - voldoet aan de bij de taak gestelde eisen voor kennis, kunde en bekwaamheid.’
In het artikel wordt uitgelegd dat professioneel handelen losstaat van de hoogte van de beloning, wat vervolgens tot de volgende vraag leidt: Wat is het elementaire verschil tussen de beroepsmatige medewerker en de professioneel werkende vrijwilliger? Het meest in het oog springend verschil is de beloning: bij de betaalde kracht is dat zijn of haar salaris; bij de vrijwilliger is dat de waardering.
Wat betreft de werving en selectie is er bij de beroepsmatige medewerker sprake van een functiebeschrijving, arbeidsvoorwaarden en een sollicitatie- en selectieprocedure. Daartegenover gelden voor de professioneel werkende vrijwilliger, andere aspecten. Als voorbeeld neem ik de sportvereniging; de sport is met afstand de grootste sector (25%) waar vrijwilligers actief zijn. Vanwege een chronisch tekort is er doorgaans geen sprake van een selectieprocedure: men is al blij wanneer iemand zich vrijwillig aanmeldt. Vacatures staan voor langere tijd open en informatie over de werkzaamheden en inschatting tijdsbesteding, worden daarbij vaak niet gegeven. De beloning, als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden, is de waardering, ruimte voor de eigen motivatie en ambities, zeggenschap en samen een resultaat bereiken. De vrijwilliger krijgt vanzelfsprekend geen salaris als beloning.
Een direct gevolg van deze verschillen is dat kennis, kunde en bekwaamheid op basis van een opleiding bij de vervulling van vrijwilligersfuncties bij sportverenigingen, nu nog vaak een ondergeschikte rol spelen. Het is mijn overtuiging dat juist op dit gebied er voor de sportverenigingen veel te winnen valt. Dat geldt met name in het versterken van de organisatiekracht van de sportvereniging, met daaraan direct gekoppeld de kwaliteiten van de bestuurders.
Voor toekomstbestendige maatschappelijke organisaties, waaronder de sportverenigingen, is professionaliteit, en dus bekwaamheid van bestuurders, een belangrijke voorwaarde. De overheid doet met enige regelmaat een beroep op de verenigingen en hun bestuurders. Het gaat hierbij om uiteenlopende maatschappelijke thema’s: bewegen en gezond leven, gezonde voeding, diversiteit, inclusie, veilig- en pedagogisch sportklimaat, seksuele intimidatie, roken- en alcoholbeleid, houden aan regels en respect voor elkaar. Ga er maar aanstaan, organiseer het maar, als vrijwilliger.
Voor de toekomstbestendige sportvereniging zie ik twee verschillende professionals:
1. De betaalde kracht in de vorm van een trainer die op basis van opleiding, kennis en kunde, professionele kwaliteit kan bieden op het gebied van trainen, techniek, aangevuld met voldoende pedagogische en didactische vaardigheden. Het advies van de NLsportraad ‘De opstelling op het speelveld’ (november 2020) bevat goede voorstellen om de kwaliteit van deze professionals te verbeteren en/of te behouden en een voorstel voor een betere arbeidsmarkt voor deze sportprofessionals.
2. De professioneel werkende bestuurder. De bestuurdersfuncties bij sportverenigingen, ongeveer 7 in getal, gaan vervuld worden door vrijwilligers, mensen (leden, ouders, oud-leden), die voor hun bestuursfunctie over de ‘vereiste’ bekwaamheid beschikken en die goed past bij de taak en de context.
Afhankelijk van de omvang van de sportvereniging, 600 leden of meer (dat zijn er in ons land niet meer dan 2.000, nog geen 9%), kan gekozen worden om een betaalde professional verantwoordelijk te stellen voor een aantal organisatorische zaken. Vorig jaar is de NEVOBO met een pilot op dit gebied gestart. Mijn betoog voor professionele bestuurders, betreft de grote middengroep van 10.000 sportverenigingen (40%) met tussen de 100 en 400 leden.
Als pleitbezorger van de sportvereniging als immaterieel erfgoed, ben ik groot voorstander van het behoud van het vrijwilligerskarakter bij sportverenigingen. Daarbij is het op eigen kracht regelen en organiseren, juist een specifieke verenigingszaak. Met geld los je niet alles op… en een professional 'van buiten' past niet vanzelf bij de verenigingscultuur.
Wanneer er wordt ingezet op het aloude adagium 'De juiste persoon op de juiste plek', kan dat de sleutel tot het succes zijn. Al jaren gebruik ik het voorbeeld van een sportvereniging met 300 jeugdleden; die hebben 600 ouders en in deze tijd van ‘60 is het nieuwe 50’, 1200 grootouders. Samen met de eigen seniorleden en oud-leden, kom je uit op ruim 2000 kandidaten voor 7 bekwame bestuurders. Het is mij gelukt om een aantal sportverenigingen bij dit aanzienlijke zoekproces, succesvol te helpen. Dat zoekproces is wat mij betreft de belangrijkste investering voor de komende vier jaar in de ontwikkeling van duizenden toekomstbestendige sportverenigingen.
Een toekomstbestendige sportvereniging weet binnen de eigen kring de juiste bekwame bestuursleden te vinden, die samen met elkaar een goed team vormen en samen met de leden de visie en plannen voor de vereniging opstellen. Zo’n bestuur weet als eerste een sterke verenigingsorganisatie op te zetten, met professionele trainers en coaches en gemotiveerde en betrokken vrijwilligers die, samen met de leden, uitvoering geven aan het verenigingsbeleid.
Wanneer de basis op orde is, om nog maar eens een cliché tegen aan te gooien, dan kan het bestuur van de sportvereniging de talloze kansen verzilveren die binnen de samenwerking met lokale partners, voor het oprapen liggen. Kansen voor zowel de sportvereniging als voor de buurt, de wijk en de samenleving!
* : Het artikel: Professionaliteit is afhankelijk van bekwaamheid dd. 4 juni 2020, is van twee vooraanstaande personen op het gebied van vrijwilligerswerk: Lucas Meijs , hoogleraar Strategic Philantropy and Volunteering, Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit en Joost van Alkemade, directeur Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk.
Foto's: twee besturen waarin Jan Rateland zelf actief is geweest als bestuurder en waar hij nu nog erelid is. Boven: Bestuur HSV Duno 2008 en midden bestuur turnvereniging Die Haghe 2008.
Jan Raateland zet zich al meer dan tien jaar op allerlei manieren in voor de versterking van sportverenigingen in Nederland. Hij is een van de initiatiefnemers van stichting ONS, een stichting die mensen en sportverenigingen verbindt. Lees meer over Jan Raateland in zijn auteursbiografie.