"Heb jij verstand van voetbal dan?" vroeg een kennis laatst toen ik vertelde dat ik deze columns schrijf. Dat wekte kennelijk verbazing. Zelf had hij wel degelijk verstand van voetbal, begreep ik, want hij traint tweemaal per week de D-jeugd van de dorpsclub.
Ik zie er inderdaad niet uit als iemand met verstand van voetbal, zo moest ik erkennen toen ik mijzelf thuis eens aandachtig en zo objectief mogelijk in de spiegel bekeek. Ik zag een verlopen kroegbaas of een joviale loketmedewerker bij de spoorwegen en heel in de verte misschien een vergeten poëet, maar geen voetbalkenner. En ik zie er ook niet uit als iemand die zelf ooit heel goed kon voetballen, zag ik nu. Dat kon ik ook niet hoor. En mijn carrière als trainer/coach reikte niet verder dan de F5 waarin mijn zoontje ooit speelde.
Mijn sporen als voetbalkenner - want dat ben ik wel degelijk - heb ik, om eerlijk te zijn, vrijwel uitsluitend verdiend in mijn rol als toeschouwer. Ik heb een ontelbaar aantal wedstrijden gezien, op tv en in het stadion, maar ik heb geen speciale opleiding tot voetbalkenner doorlopen of er een examen voor afgelegd. Ik ben een zelfverklaard deskundige, zoals zovelen.
Dit heb ik altijd de charme van samen voetbal kijken gevonden: we mogen er allemaal wat van vinden en wat van zeggen, iedereen heeft ongeveer evenveel gelijk.
Dit heb ik altijd de charme van samen voetbal kijken gevonden: we mogen er allemaal wat van vinden en wat van zeggen, iedereen heeft ongeveer evenveel gelijk. Maar de laatste tijd ontmoet ik steeds meer zelfverklaarde voetbalkenners die net iets meer gelijk willen hebben dan anderen omdat ze onderliggende bewijsstukken voor hun mening in huis denken te hebben: statistieken.
Ik heb het daar niet zo op. Onlangs zag ik een ranking voorbijkomen van de teams uit tal van Europese competities die de meeste passes hebben verzonden in de eerste helft van dit seizoen. Bovenaan stonden Manchester City, Chelsea en Bayern München. Ajax stond op de achtste plek.
Om met Klaas Dijkhoff te spreken: ja dus?
Voetbalstatistieken weerspiegelen in het beste geval wat je al met eigen ogen hebt gezien. Vertellen ze een ander verhaal, dan deugen ze niet. In die ranking met meest passende teams stond PEC Zwolle op een zeer verdienstelijke 24ste plaats, net boven Atletico Madrid. Mogen we daaruit concluderen dat John van ’t Schip ten onrechte is ontslagen? Nee natuurlijk niet, het is maar één cijfer uit een enorm complex van factoren. Maar wat is dan de waarde van deze ranking?
Op barcelonaanalysis.com stuitte ik op een uitgebreide analyse van het spel van Frenkie de Jong. Met veel cijferbombarie vertelt de analist wat iedereen die twee ogen in z’n kop heeft al lang heeft gezien. Eén oog had ook volstaan trouwens. Dat De Jong een fenomenale dribble in huis heeft. Dat hij altijd weg sluipt uit de rug van de tegenstander om zich aanspeelbaar te maken. Dat hij vrijwel altijd voor een voorwaartse pass kiest en dat zijn scorend vermogen nog ruimte biedt voor groei.
In deze heatmap geeft de analist de posities weer die De Jong inneemt op het veld.
(Bron: Barcelonaanlysis.com)
Wat een eye opener! Daar dus, op die gele en met name die rode plekken speelt De Jong vooral. Jeetje! Voor wie wél pap lust van voetbalstatistieken, heb ik hier een schitterende Frenkie de Jong spider chart die zijn prestaties voor 2017/2018 weergeeft. Leuk voor op het toilet.
Headerfoto: Shutterstock