De organisatie en financiering van de sport is op dit moment niet toekomstbestendig. Om daar verandering in te brengen moet sport een publieke voorziening worden. Dit stelt de Nederlandse Sportraad in het langverwachte advies 'De opstelling op het speelveld'. De NLsportraad adviseert de rijksoverheid hierin nadrukkelijk om meer regie te nemen om sport en bewegen voor iedereen mogelijk te maken. De raad ziet dat het daarbij noodzakelijk is dat de sport- en beweegbranche wordt omgevormd tot een volwassen arbeidsmarkt met een nieuwe koepelorganisatie die de belangen van de hele sector behartigt.
Na anderhalf jaar van onderzoek in de sportsector, een Brancherapport sport, meerdere analyses, uitgewerkte beleidsscenario’s en discussie met de sportbranche presenteert de NLsportraad onder leiding van raadslid Bernard Wientjes vandaag het adviesrapport voor de toekomst van de Nederlandse sport. Het advies "De opstelling op het speelveld" is vandaag aangeboden aan minister Tamara van Ark (Medische Zorg en Sport) en de partners van het Nationaal Sportakkoord Anneke van Zanen (NOC*NSF) en Lucas Bolsius (Vereniging Sport en Gemeenten). Voor deze drie betrokkenen geeft het adviesrapport veel stof tot nadenken. Vooral voor de minister, want op haar rol wordt een dringend beroep gedaan.
Dat is volgens Michael van Praag, voorzitter van de NLsportraad, hard nodig gezien het feit dat ongeveer de helft van de bevolking niet of nauwelijks beweegt. "Juist de mensen die voor hun gezondheid en sociale contacten het meest van sport én bewegen kunnen profiteren nemen niet deel. Als de overheid er nu niet voor kiest om te investeren in sport, wordt het verschil tussen die groepen alleen maar groter. Door de coronacrisis is de noodzaak van meer sporten en bewegen nog urgenter geworden: de pandemie van de bewegingsarmoede was al een probleem, maar nu blijkt beweging cruciaal om voldoende weerbaar te blijven. We zijn Europees Kampioen zitten, maar we moeten Wereldkampioen bewegen worden."
Dat de sportbranche niet toekomstbestendig is georganiseerd en gefinancierd wijdt de NLsportraad "mede aan het ontbreken van overheidsvisie en -regie, wettelijk kader en sturing op financieringsstromen". De raad constateert dat binnen de sportbranche door alle partijen de urgentie wordt onderkend om het sport- en beweegaanbod uit te breiden. De sport heeft op dat gebied hoge ambities, maar de branche is niet in staat om deze zelfstandig waar te maken. "Er is marktfalen waarneembaar als het gaat om het laten sporten en bewegen van de groeiende groep ouderen, mensen met een aandoening of beperking en mensen met een laag inkomen."
Juist daarom is het volgens de NLsportraad nodig dat de overheid meer in de sport investeert en de regie bij het het versterken van de sportbranche. De NLsportraad ziet daarbij het vastleggen van de verantwoordelijkheden en taken in een wettelijke basis als een essentieel onderdeel. In die wet mag wat de NLsportraad betreft een grotere rol voor de overheid niet ontbreken. De bewindspersoon die verantwoordelijk is voor sport moet ruimte krijgen om interdepartementaal coördinerend op te treden en ‘verkokering’ tegen te gaan.
Deze sportminister is ook aan zet als het gaat om het om de tafel krijgen van alle bedrijfstakken van de sportbranche om een gezamenlijke visie te vormen en een nieuwe koepelorganisatie te vormen. De NLsportraad constateert namelijk dat de sportsector te versnipperd is om met één stem te spreken. NOC*NSF vertegenwoordigt weliswaar een groot deel van de georganiseerde sport, maar nog niet alle takken van sport. Ook het groeiende Platform Ondernemende Sportaanbieders is niet vertegenwoordiger van alle ondernemers in de sport. Een nieuwe koepel die de belangen van alle partijen in de sport behartigd is daarom volgens de NLsportraad een belangrijke randvoorwaarde. Een ander opvallend advies van de raad gaat om de verdeling van de gelden. De NLsportraad adviseert om het geld voor de sport niet langer door NOC*NSF te laten verdelen maar een zelfstandig bestuursorgaan. Dit moet de transparantie en integriteit van de financiering ten goede komen.
Met de ondertitel ‘Naar een sterke sportbranche voor een vitale samenleving’ kan een plan van aanpak om bij dat doel te komen niet ontbreken. De NLsportraad heeft dat geformuleerd in drie stappen, waarbij opvalt dat samenwerking met andere sectoren pas op de derde plek komt. Eerst moet de sportbranche worden versterkt en geprofessionaliseerd. Vervolgens wordt de sportbranche omgevormd naar een ‘sportbranche die sport in de volle breedte oppakt en topsport-, breedtesport- én beweegaanbod levert. Als dat alles is gerealiseerd is de sportsector volgens de raad klaar voor structurele samenwerking met andere beleidsterreinen als welzijn, zorg, onderwijs en economie.
De NLsportraad brengt op dit moment nog geen advies uit over de financiering van de sport. De komende maanden gaat de raad nog kijken hoe dat stelsel eruit zou moeten zien. Daarbij neemt de raad ook de vraag mee of het zorgstelsel aangewend kan worden voor preventie, inclusief sport en bewegen. De raad zal ook verkennen of het haalbaar is om geïndexeerd percentage voor sport en bewegen te relateren aan bijvoorbeeld het bruto binnenlands product of het budget voor curatieve zorg.