'Een sportwet alleen zal niet zorgen dat meer mensen in beweging komen'

De NLsportraad benadrukt in een brief aan staatsecretaris Paul Blokhuis de kern van het advies over de toekomst van de sport

Het idee om tot een sportwet te komen voor een toekomstbestendig sportstelsel wordt steeds meer omarmd. Deze sportwet was een onderdeel van het vorig jaar uitgebrachte advies van de Nederlandse Sportraad over de toekomst van de sport. In april van dit jaar kwam de raad nog met het zogenaamde ‘Wettelijk en financieel addendum’ om die adviezen verder gedetailleerd toe te lichten. Inmiddels heeft de Tweede Kamer na een motie om het uitwerken van een sportwet gevraagd. Omdat de NLsportraad constateert dat over deze sportwet de interpretaties en opvattingen uiteenlopen, voelt voorzitter Michael van Praag de behoefte de kern van het advies nogmaals onder de aandacht te brengen bij staatsecretaris Paul Blokhuis (VWS).

Op 2 december zal staatsecretaris Paul Blokhuis zijn eerste verkenningen rond een sportwet met de Tweede Kamer delen in het Wetgevingsoverleg Sport. Ter voorbereiding op dat overleg schrijft de NLsportraad in een brief aan Blokhuis, inmiddels al de vierde portefeuillehouder sport binnen dit kabinet, dat ze graag het eerder uitgebrachte advies 'De opstelling op het speelveld' en het bijbehorende addendum nog eens toelichten in een brief en een gesprek. De raad heeft namelijk gemerkt dat in de ontstane discussies rond een sportwet het oorspronkelijke idee uit het oog is verloren.

"De essentie van de sportwet volgens de raad is het borgen van een robuust georganiseerd en duurzaam gefinancierd sportstelsel, zodat het sport- en beweegaanbod toegankelijk wordt voor veel meer mensen dan nu het geval is. Deze essentie hoort de raad niet altijd terugkomen in de discussies", schrijft voorzitter Michael van Praag. Daarnaast is het de raad opgevallen dat ondertussen meer onderwerpen zijn benoemd om onder een stelselwet te hangen dan de raad dat had bedoeld, zoals opleidingen, eisen aan kwaliteit, veiligheid en integriteit. De NLsportraad heeft ook onderwerpen voorbij zien komen die niet in het bestuursrecht passen, maar thuishoren in het strafrecht. Denk aan fraude, matchfixing, seksueel misbruik en geweld. D66-Kamerlid Jeanet van der Laan benoemde bijvoorbeeld na het rondetafelgesprek over matchfixing dat “onderzoek naar een sportwet belangrijk is voor de aanpak van matchfixing”.

'Te vroeg voor discussie over eisen'

De NLsportraad benadrukt daarom dat het inrichten van een stelselwet prioriteit moet hebben om zo de rollen en taken van de overheid en de branche te regelen. Om te zorgen dat de stelselwet sport naleefbaar en handhaafbaar wordt, is het belangrijk dat de wet ook uitvoerbaar is. Dat geldt zeker voor de eisen die binnen de sportwet aan de branche en de overheid worden gesteld. Toch vindt de NLsportraad het voor een discussie over deze nadere eisen nu eigenlijk nog te vroeg, schrijft Van Praag. "Hoe belangrijk deze onderwerpen ook zijn, er moet eerst een stelselwet komen. Dan ligt er een kader waarmee de basis wordt geregeld: een zorgplicht voor de overheid om sport en bewegen toegankelijk te maken voor iedereen. Vanuit die basis kan vervolgens worden gewerkt aan toekomstige maatregelen en eisen."

"Alleen het gehele pakket van maatregelen kan ertoe leiden dat in 2030 75% van de bevolking voldoende sport en beweegt. Een sportwet alleen zal dat niet bewerkstelligen"

Michael van Praag - Voorzitter NLsportraad

Groter pakket

De NLsportraad adviseert de sportwet daarom stap voor stap te ontwikkelen waarbij de andere aanbevelingen op het gebied van vernieuwing, professionalisering, toegankelijkheid, samenwerking en infrastructuur niet worden vergeten. Die zaken zijn voor de raad even belangrijk. De discussie rond een sportwet heeft volgens de NLsportraad wat afgeleid van waar het werkelijk om draait. "De vraag is niet: waarom moet er een sportwet komen en wat moet er in de sportwet staan? Maar de vraag is wat de raad betreft: hoe borgen we een toekomstbestendig sportstelsel dat toegankelijk is voor de gehele bevolking?" De stelselwet is daarbij een belangrijke voorwaarde. "Alleen het gehele pakket van maatregelen kan ertoe leiden dat in 2030 75% van de bevolking voldoende sport en beweegt. Een sportwet alleen zal dat niet bewerkstelligen."

Proefsportwet

In de brief wordt de staatssecretaris geadviseerd om een overleg op te zetten met overheden en de sportbranche en te "bekijken hoe van sport een publieke voorziening kan worden gemaakt. Daarbij komt dan ook de stelselwet aan de orde". Als tussenstap geeft de raad nog mee dat het ook mogelijk is om een aantal wetgevingsjuristen en sportwetenschappers alvast een proefsportwet te laten maken, zodat bij een overleg al een gezamenlijk uitgangspunt op tafel ligt. De NLsportraad wijst daarbij naar het addendum als voorzet. "Daarin staat de taak van overheden centraal om sport en bewegen voor iedereen toegankelijk te maken. Dat alleen is al een grote uitdaging. Maar alleen zo kunnen we een begin maken met de verbetering van de beschikbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van het sportaanbod. En alleen zo kan in 2030 driekwart van de bevolking op structurele basis sporten en bewegen en ontstaat een vitale en veerkrachtige samenleving", besluit Van Praag zijn brief.

Foto: Robin Utrecht / NLsportraad