"U bent de prefrontale cortex voor mensen met een beperking", zei Erik Scherder afgelopen maandag bij een bijeenkomst van Uniek Sporten voor ruim negentig beweegconsulenten uit heel Nederland. Met die metafoor doelde de hoogleraar neuropsychologie van de VU op het deel van het brein dat voor het nemen van beslissingen en nieuwe initiatieven zorgt. "Zo is het echt, want zij zijn de initiator en motivator om te gaan sporten voor die mensen." Scherder is een bekend pleitbezorger van het levensbelang van bewegen voor een gezond stel hersenen. Toch merkt hij dat de wetenschappelijke inzichten die dat bewijzen, nog onvoldoende worden omarmd. Ook niet in het Nationaal Sportakkoord.
Op uitnodiging van het Fonds Gehandicaptensport was hoogleraar Erik Scherder gevraagd een lezing te geven aan beweegconsulenten en buurtsportcoaches die aan het Uniek Sporten-netwerk verbonden zijn. Zij adviseren mensen met een beperking over een geschikte sport en brengen ze in contact met verenigingen in de buurt met passend aanbod. Zijn praatje met plaatjes van gekleurde hersengebieden, verbindingen en banen was dan ook vooral bedoeld als peptalk: "Uw werk is echt goud waard, want door het maken van een plan om te gaan sporten zit u precies in het hart van het brein van mensen met een beperking."
Het gunstige effect van sport op het brein wordt door drie factoren veroorzaakt, legt Scherder uit. "Het is nieuw en uitdagend, je kunt steeds een stapje verder komen en je doet met een inspanning moeite. Die drie factoren zijn voor hersenontwikkeling, verbetering of behouden van wat je hebt echt essentieel." Vooral bij het verleggen van grenzen en het leren van nieuwe vaardigheden door sport heeft het brein veel baat. Denk alleen al aan het krijgen van zelfvertrouwen, wat ook een hersenfunctie is. "Je ziet dat cognitieve uitdaging leidt tot het maken van nieuwe plannen. Die uitdaging gaan mensen leuk vinden en daardoor denken ze: als ik dit kan dan wil ik meer."
"Je ziet dat cognitieve uitdaging leidt tot het maken van nieuwe plannen. Die uitdaging gaan mensen leuk vinden en daardoor denken ze: als ik dit kan dan wil ik meer"
Scherder ziet in het werk van buurtsportcoaches en andere professionals die sport stimuleren bij kinderen, ouderen of mensen met een beperking de wetenschappelijke bewijzen in de praktijk. "Zij zijn de mensen die zeggen: we gaan een plan maken en dat gaan we doen", zegt Scherder na afloop van zijn presentatie. Toch merkt hij dat die inzichten nog onvoldoende geland zijn in Nederland. Het gymnastiekonderwijs op basisscholen vindt hij daar tekenend voor. "Als je ziet hoe moeizaam dat gaat om dat verplicht te stellen in Nederland. Er zijn zelfs scholen die niet eens gymlokaal hebben. Als je daar al niet eens aan toe komt… Ik vind dat gek. De huidige kennis die we nu hebben wordt niet omarmd."
Dat ziet Scherder, die lid is van de Nederlandse Sportraad, ook terug in het vorig jaar gesloten Nationale Sportakkoord. "Het is op zich een mooie stap vooruit, maar het gaat niet ver genoeg. Kinderen zitten veel te veel achter elkaar op school. We willen een uurtje extra rekenen. Ik zou zeggen: laat ze een uurtje extra bewegen. Het zijn dezelfde neurale netwerken die worden aangesproken, alleen wordt die zenuw elke keer net iets anders aangestuurd. Daarmee verrijk je het brein van die kinderen."
Die onderbouwing wordt nog niet omgezet in daden, merkte Scherder eerder toen hij namens de Nederlandse Sportraad een presentatie gaf voor de Tweede Kamercommissie voor sport. "De zes kamerleden die daar zaten, waren al lang om en enthousiast. Het gaat om de rest van de Tweede Kamer." En daar wordt de poot stijf gehouden door politieke achtergronden, weet Scherder. "De kennis is er, maar mensen willen niet tornen aan de vrije keuze van het onderwijs."
Dat vindt Scherder een gemiste kans voor het Sportakkoord. "Zo lang de vrijblijvendheid erin zit dan gaat iedereen weer zijn weg. Ik ben normaal niet de man van de kritiek en ik ben zeker blij met het Sportakkoord, maar ik denk dan: had meteen doorgepakt met het gymonderwijs." Vorig jaar september pleitte de Nederlandse Sportraad samen met de Onderwijsraad en de Raad voor Volksgezondheid in het adviesrapport met als titel 'Plezier in bewegen' nog voor meer aandacht voor bewegen in het onderwijs. De eerste reactie van Minister Bruno Bruins op dat advies vond Scherder uiterst teleurstellend. "Hij zei toen: 'bewegen door kinderen is een taak van de ouders'. Dat vind ik echt een idee van honderd jaar terug. Nu werken beide ouders en zitten kinderen te veel voor de tv en op de i-Pad."
"Waarom wachten op honderd studies over bewegend leren? Dan ben je inderdaad een generatie verder"
Om de minister meer richting dat eerdere advies te bewegen, schreef Scherder onlangs nog een ingezonden opiniestuk in NRC. "Het punt wat ik daarin maak is: wachten we nu echt een generatie tot we erachter komen dat het zo niet werkt? Gaan we een generatie opofferen?" Volgens Scherder ligt de oplossing behalve in meer gymonderwijs ook in het bewegend leren. "Laat kinderen springend een som oplossen en laat bewegen gelardeerd door de dag heen een fysieke onderbreking zijn. Dat kan ook buiten spelen zijn. Kinderen zijn daardoor alerter." Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen komt al naar voren dat rekenstof beter bij kinderen beklijft, merkt Scherder op. "Die studies zijn er. Het zijn er nog geen 100, maar waarom wachten op honderd studies? Dan ben je inderdaad een generatie verder. Dan hoef je het niet meer voor deze kinderen te doen."
Met de open brief in NRC wilde Scherder het vuurtje verder opstoken. Niet zonder reden, want hoewel het soms pessimistisch inziet geeft hij de strijd niet op. "Curriculum.nu zal de komende maanden tot een nieuw onderwijsprogramma komen. Als je nu niet nog een paar keer aan de bel trekt dan ben je echt te laat."
Foto: Bregje van Grinsven / Fonds Gehandicapten Sport