De Nederlandse topsport floreert op dit moment aan alle kanten. Kunnen deze topprestaties met de huidige organisatie en financiering van topsport ook in de toekomst in stand blijven? Daar heeft de Nederlandse Sportraad naar gekeken in het advies ‘De opstelling aan de top’, wat vandaag werd overhandigd aan demissionair minister Conny Helder van VWS. In dit adviesrapport concludeert de NLsportraad dat de lange termijn voor de topsport onzeker is 'door de groeiende invloed van commercie op de sport', ook spelen de niet optimale arbeidsomstandigheden in de topsport een rol bij het slechte toekomstperspectief. De rijksoverheid en de topsportsector moeten volgens de adviesraad dringend andere keuzes maken om te zorgen dat de 'basis op orde komt'.
In het zestig pagina’s dikke rapport gaat de NLsportraad vooral uitgebreid in op de de financiering van de Nederlandse topsport. De raad zet namelijk in op een toekomstperspectief waarbij de topsportsector “een aantrekkelijk investeringsklimaat creëert voor eerlijke financiers en meerwaarde heeft voor de samenleving op het gebied van gezondheid, welzijn en economie”.
Tijdelijk voorzitter Marjolein Bolhuis over het advies: "Laat ik vooropstellen dat we als Nederlanders erg trots zijn op onze topsporters, en terecht. Maar er is wel wat aan de hand. Je kunt de topsport in ons land zien als een huis dat er aan de buitenkant mooi uitziet, we halen bijvoorbeeld veel olympische medailles, maar de fundering brokkelt af. We hebben te maken met integriteitsissues en topsport wordt steeds vaker gefinancierd door Russische miljardairs, Saudische investeringsmaatschappijen of Amerikaanse multinationals. Wil je dat in Nederland? Wil je dat deze investeerders bepalen hoe de sport in Nederland eruitziet? Dat zij bepalen welke sporten wij zien, waarin geïnvesteerd wordt en waar onze kinderen zich in kunnen ontwikkelen? Daarom adviseren wij om nu fundamentele veranderingen door te voeren zodat we straks een topsportsector hebben die toekomstbestendig is georganiseerd en gefinancierd. Want succesvol zijn in de topsport is van groot maatschappelijk belang. Daarom roepen we de rijksoverheid ook op om keuzes te maken."
"Geef het goede voorbeeld en garandeer overheidsfinanciering voor langere periodes dan vier jaar, zodat topsportorganisaties en topsporters daarop kunnen rekenen"
De rijksoverheid moet in de optiek van de NLsportraad ervoor zorgen dat de basis in de topsport op orde komt. Daarmee wordt bedoeld dat dat de topsportsector verder moet worden versterkt en organisaties professioneel worden ingericht en bestuurd. “Zo wordt een divers topsportlandschap behouden waarin talenten zich ontwikkelen in de sport waar ze voor kiezen”. Verder stelt de raad dat extra aandacht nodig is voor het opzetten van een ‘conservatorium voor sport’ waar naast talenten en topsporters ook bestuurders, coaches en trainers een opleiding kunnen volgen. In hetzelfde hoofdstuk doet de NLsportraad ook een aanbeveling voor het verbeteren van de arbeidspositie van topsporters en coaches:
"Waardeer het beroep van topsporters en kader met passende arbeidsvoorwaarden en voldoende perspectief. Zo hebben sporters en kader bestaanszekerheid en kunnen zij voltijds focussen op het bedrijven of faciliteren van topsport." Op dit punt adviseert de NLsportraad de minister "om in samenspraak met de ministers van OCW en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ook regie te nemen over professionalisering van de arbeidsmarkt in de topsport en de verdere ontwikkeling van de Human Capital Agenda Sport te stimuleren".
Het advies blijft in die zin op hoofdlijnen als het om de arbeidspositie van topsporters en coaches gaat. Dat is opvallend, want in een eerder gepubliceerde kwalitatieve analyse van de topsport kwam de inkomensonzekerheid in de topsport nadrukkelijk naar voren. In een sessie die NLsportraad organiseerde, gaven coaches duidelijk aan dat hun arbeidsvoorwaarden vaak ondermaats zijn. Paul van Ass, bondscoach van de Nederlandse hockeyvrouwen en voorzitter van branchevereniging NLcoach, herkent de ervaringen van vakgenoten die hun werk tegen een mager salaris en met een tijdelijk contract moeten doen.
In magazine NLCOACH zegt hij daarover: "Het Nederlandse coachvak staat onder druk, niet alleen qua betaling maar ook in aanzien. Tot je een olympische medaille hebt. Tijdens de Spelen krijg je even zo’n piek. Dan wil iedereen daar even bij horen, dan willen ze met je op de foto of een presentatie van je krijgen. En daarna gaat het leven weer door, maar niet voor die coach. Die aandacht is kortstondig. Je moet je niet vergissen dat je daar een bestaan van kan opbouwen.”
In hetzelfde interview bepleit Van Ass de duale carrière voor coaches als kans. "We hebben dat voor sporters al goed opgetuigd, zodat ze sport en school kunnen combineren. Bij het coachvak komen we uit de situatie dat werd gezegd: als je geen fulltime coach bent, ben je geen professional. Ik zeg: ‘professional’, maar dat zegt niks over de hoeveelheid tijd die je erin stopt of hoeveel je betaald wordt. Om je leven wat meer balans te geven, zou mijn advies zijn: probeer een duale carrière te ontwikkelen. Je werkt drie dagen in de week in het bedrijfsleven, zorg of onderwijs en drie dagen in de week in de sport. Dat kan wel, dan heb je iets meer balans." Dat vraagt ook een andere manier van denken bij de beslissers, beseft Van Ass.
Dit idee van de duale carrière wordt min of meer in een bijzin in het adviesrapport genoemd. "Voor trainers en coaches zijn modellen denkbaar waarin zij, met behoud van hun baan als topsportcoach, in bijvoorbeeld het onderwijs worden ingezet."
Uiteindelijk komt ook de arbeidspositie van topsporters en coaches voor een belangrijk deel terug op de financiering. Omdat het huidige model allerlei risico’s met zich meebrengt voor de toekomstbestendigheid van de topsportsector, geeft de NLsportraad de rijksoverheid een duidelijk advies mee: "geef het goede voorbeeld en garandeer overheidsfinanciering voor langere periodes dan vier jaar, zodat topsportorganisaties en topsporters daarop kunnen rekenen."
De NLsportraad ziet daarnaast ook nadelen in de verdeling van de topsportgelden door een belangenbehartiger annex vereniging, oftewel NOC*NSF. "Niet-leden hebben geen toegang tot de rijksmiddelen en loterijgelden. Bovendien ontstaat een verhouding tussen NOC*NSF en de leden die onwenselijk is en in de praktijk leidt tot wrevel.” De topsportmiddelen zouden daarom op termijn moeten worden verdeeld door een onafhankelijke organisatie met expertise op het gebied van topsport. Verder vindt de NLsportraad het belangrijk dat loterijfinanciering op termijn vervangen wordt door gegarandeerde, directe overheidsfinanciering. Ook zullen gokbedrijven dan geen financiers meer zijn van de topsport in Nederland.
Fotobijschrift: Tijdelijk voorzitter Marjolein Bolhuis en commissieleden Jiske Griffioen en Bernard Wientjes overhandigen het adviesrapport aan demissionair minister voor Sport Conny Helder. Foto: Gerrit de Heus / NLsportraad
Lees het hele advies 'De opstelling aan de top. Advies over een toekomstbestendige organisatie en financiering van topsport’ bij de Nederlandse Sportraad.