Hoewel het formatieproces op het moment allesbehalve soepel verloopt, sorteert de Nederlandse Sportraad vandaag alvast voor op een nieuwe regering met de wettelijke en financiële uitwerking van het eerdere advies voor de toekomst van de sport. "Het aantreden van een nieuwe regering is hét moment om Nederlanders weer – en vervolgens méér – in beweging te krijgen en daarvoor een toekomstbestendig sportstelsel op te bouwen", stelt voorzitter Michael van Praag in het voorwoord van het vandaag verschenen addendum. De NLsportraad adviseert een nieuw kabinet om fors meer, de komende regeerperiode al 600 miljoen euro, in sport te investeren om zo in 2030 75% van de bevolking voldoende te laten bewegen.
"De NLsportraad vindt dat het moment is aangebroken om als overheid de touwtjes stevig in handen te nemen en Nederland gezonder te maken. Sport en bewegen zijn niet alleen hobby, maar ook een noodzaak voor een vitale en veerkrachtige bevolking", zo valt te lezen in het advies. In een sportwet moet daarom vastgelegd worden dat de overheid een verantwoordelijkheid heeft om te zorgen dat iedereen toegang tot sport heeft. "Het gaat daarbij om een zorgplicht, maar dat betekent niet dat de overheid de sportactiviteiten ook moet gaan organiseren", benadrukt Bernard Wientjes, raadslid en voorzitter van de Commissie organisatie en financiering van de sport.
Een sportwet is volgens hem noodzakelijk om dat de bestaande instrumenten, zoals subsidieregelingen en sportakkoorden, onvoldoende zijn gebleken om te zorgen dat een groter deel van de bevolking gaat sporten of bewegen. "We hebben niets tegen de huidige sportakkoorden, maar daarmee komen we niet verder dan we de afgelopen tien jaar zijn gekomen", zegt Wientjes. De extra impuls die nodig is voor een vitalere samenleving kan volgens de raad alleen bereikt worden met een sportwet. "We moeten af van de vrijblijvendheid en toevalligheid in het sportbeleid", vult Van Praag hem aan.
De NLsportraad stelt dat met name jongeren en kwetsbare groepen die nu niet aan de beweegnorm voldoen meer aandacht verdienen. "Er is te weinig aanbod voor mensen die minder fit en sportief zijn en die onder deskundige begeleiding op een ander niveau willen sporten en bewegen", staat in het rapport. Wientjes heeft ook gezien dat daar nog de grootste uitdaging ligt. "Onze grootste zorg bij dit advies was ook: zijn we niet te veel bezig voor het fitte deel van Nederland?"
De NLsportraad doet daarom ook concrete voorstellen om juist de kwetsbare groepen te bereiken. Wientjes: "Wij zeggen: zorg dat sportfaciliteiten open zijn voor iedereen. Deze accommodaties zijn nu ook vaak grote delen van de dag ongebruikt. Zorg dat mensen die nu niet naar een club komen daar kunnen. We moeten dan ook zorgen dat deze nieuwe groep sporters goed begeleid wordt bij het sporten." De NLsportraad ziet daarin een grote rol weggelegd voor de buurtsportcoach als een lokale regisseur. De raad adviseert daarom 200-500 fte buurtsportcoaches extra in te zetten om de bezettingsgraad van sportaccommodaties te optimaliseren door meer verbinding te leggen tussen burgers, sportaanbieders en accommodaties.
"Er wordt natuurlijk snel naar VWS gekeken, maar er zijn veel meer departementen die een haakje met sport hebben"
Het bereiken van niet-sporters blijft de grootste opgave voor de toekomst. Van Praag pleit in het verlengde van het eerdere advies 'Plezier in bewegen' dat die omslag in het denken al bij de jeugd begint. "We moeten dat op scholen voor elkaar krijgen", zegt hij. Hij sprak daarom samen met raadslid Erik Scherder al meerdere keren met onderwijsminister Arie Slob over mogelijkheden om sport en bewegen structureel in het onderwijs in te bedden. Zij liepen daarbij steeds op tegen het argument van de vrijheid van onderwijs. "We moeten zorgen dat sport en bewegen als kerndoel van het onderwijs wordt opgenomen, maar dat blijft nu nog vechten tegen de bierkaai."
Extra aandacht en wettelijke bepalingen alleen gaan nog niet zorgen dat meer Nederlanders in beweging komen. De NLsportaad stelt daarom dat een wettelijk sportstelsel gepaard moet gaan met meer financiering en adviseert daarom een fors pakket aan maatregelen voor de komende jaren in te zetten. Dat geld is onder andere nodig voor het bouwen en renoveren van accommodaties, het opleiden van vrijwilligers, het vernieuwen van beweegaanbod en het verbeteren van de toegankelijkheid van de sport. De raad heeft dat financiële plaatje uitgewerkt volgens een groeimodel waarbij tot 2030 jaarlijks structureel 970 miljoen euro nodig is. Daarnaast moet voor de komende vijf tot tien jaar nog eens 570 miljoen euro per jaar extra worden geïnvesteerd in sport en bewegen. Om in de pas te lopen met dit model adviseert de raad het nieuwe kabinet om in het eerste jaar 485 miljoen euro vrij te maken, oplopend tot 600 miljoen in 2025.
Wientjes zegt niet geschrokken te zijn van die doorgerekende bedragen uit het advies. Die passen bij de ambities die de NLsportraad heeft neergelegd. "Dit kunnen we ook alleen bereiken door andere beleidsterreinen bij sport te betrekken”, legt hij uit. Van Praag vult hem aan: "Er wordt natuurlijk snel naar VWS gekeken, maar er zijn veel meer departementen die een haakje met sport hebben. Die moeten allemaal portie nemen, zoals we dat in Amsterdam zeggen."
Om die interdepartementale samenwerking te bevorderen stelt de raad daarom ook voor om de minister van sport daar een coördinerende rol in te geven. In een routekaart om tot een nieuw sportstelsel te komen moet diezelfde minister behalve investeren dit jaar ook al aan de slag met de voorbereiding van een sportwet. Dat is nog een lang traject. Voor het zover is lijkt het vormen van een nieuw kabinet voorlopig nog een grotere beklimming. Sport en bewegen lijkt ook niet heel hoog op de agenda te staan. Wientjes: "Ik was als buitenstaander verbaasd over de lage plek die sport op de pikorde in Den Haag had." Toch ziet hij nu een opening om sport en bewegen op de agenda te krijgen. "Je ziet nu een evolutie waarbij sport meer als instrument wordt gezien voor preventie. Raadslid Erik Scherder zegt ook niet voor niets dat corona een nare pandemie is, maar dat obesitas een veel groter probleem voor de toekomst wordt."
In het huidige politieke klimaat is het nog afwachten wanneer de partijen gaan onderhandelen over de inhoud. Wientjes verwacht niet dat bij de formatie het advies van de NLsportraad al gelijk op tafel zal liggen. "Ik ben toch optimistisch dat er ruimte is om dit later aan de orde te krijgen." Hoewel de raad vooral een advies geeft, zal Van Praag het niet nalaten zijn rondje in Den Haag te doen om het belang van sport nogmaals te onderstrepen. "Wij zijn sportmensen en willen dus ook graag winnen. Wij blijven dit onder de aandacht te brengen."
Lees het hele rapport hieronder:
Op woensdag 7 april van 9.30-10.30 uur organiseert de Nederlandse Sportraad een interactieve webinar ‘Addendum: De opstelling op het speelveld’. Aanmelden kan nog hier.
Foto: Shutterstock