Eind maart toen de sportverenigingen door de coronamaatregelen de deuren hadden moeten sluiten, stelde NOC*NSF het Coronanoodfonds Sport in. De sportkoepel zette vier tot vijf miljoen euro apart om sportbonden door de crisis te helpen. Met de verlenging van de samenwerking met Nederlandse Loterij tot eind 2021 kon het fonds met nog eens een miljoen euro worden aangevuld. Hoewel de sportsector hard is geraakt, ziet NOC*NSF dat nog geen sportbond een beroep op dat noodfonds heeft gedaan. Erik Lenselink, Manager Corporate Affairs bij NOC*NSF, sluit niet uit dat later nog aanvragen binnenkomen.
In financieel opzicht zijn sporten met veel toeschouwers en evenementen in absolute zin het hardst geraakt, weet Lenselink. "De helft van de financiële schade in de sportsector komt door het niet doorgaan van evenementen en dat is met name het voetbal." De KNVB had zo een grote financiële tegenvaller door de afgelaste interlands van het Nederlands elftal en het voortijdig beëindigen van de Eredivisie. Ook de KNSB moest een grote financiële tegenvaller incasseren: vanwege het coronavirus haakte de beoogde nieuwe hoofdsponsor op het laatste moment af.
Ondanks dat soort geluiden constateert Lenselink dat nog geen enkele sportbond een beroep op het Coronanoodfonds Sport heeft gedaan. "Er zijn ook strenge eisen verbonden aan het noodfonds. Uit het feit dat er tot op dit moment nog geen beroep op is gedaan, kun je opmaken dat er geen sportbonden zijn die acuut op omvallen staan", stelt Lenselink. "Dit neemt natuurlijk niet weg dat een aantal sportbonden in heel zwaar weer zit. Een aantal sportbonden heeft gebruik moeten maken van de NOW en andere regelingen en noodgedwongen bezuinigingen moeten doorvoeren. Zij zullen wellicht later nog een beroep moeten doen op het noodfonds."
Doordat de coronamaatregelen stapsgewijs werden versoepeld, is de klap van de crisis heel verschillend aangekomen in de sport. De sporten die in de openbare ruimte worden beoefend zoals wandelen, wielrennen, hardlopen en sportvissen hebben het minste last gehad van de coronamaatregelen. Deze sporten zagen zelfs een toename in het aantal beoefenaars. Die positieve ontwikkeling kon bij de binnensporten niet worden gezien. Sporten zoals volleybal, badminton, turnen en zwemmen, hadden en hebben het moeilijk, weet Lenselink. "Deze sporten konden pas als laatste weer in verenigingsverband beoefend worden. Logischerwijs hebben zij in sportdeelname dan ook het meeste last gehad van de coronacrisis."
Toch ziet NOC*NSF in algemene zin geen grote terugloop in de ledenaantallen bij sportbonden. Lenselink houdt echter een slag om de arm. "Misschien dat de terugloop nog volgt in september als voor veel sporten het nieuwe seizoen begint." Waar een aantal sporten wél al veel last van heeft is de geringe toeloop van nieuwe leden door het coronavirus. "Sporten die voornamelijk tussen april en september plaatsvinden, zoals golf of tennis, hebben een lagere instroom van nieuwe leden dan normaal. Deze instroom is cruciaal om het ledenbestand op peil te houden. Ook sporten als cricket en honkbal, waarvan de wedstrijden in de zomermaanden gespeeld worden, hebben het moeilijk."
NOC*NSF is nu vooral tevreden dat iedereen binnen anderhalve meter met elkaar kan sporten. “Dat haalt voor de breedtesport de belemmeringen weg.” Tegelijkertijd ontstaan nu ook nieuwe uitdagingen als het gaat om wedstrijden en competities, waarbij crowdmanagement een sleutelwoord zal worden. "Hoe ga je om met toeschouwers, vrijwilligers, spelers en staf die naar wedstrijden willen kijken? Anderhalve meter blijft de norm. Blijven ouders van spelers daarom weg, of komen ze wel en hoe wordt er dan gehandhaafd? Het laatste wat je wil is er dat op sportparken of in sportzalen nieuwe brandhaarden ontstaan. Het vervelende is dat de sport op veel factoren geen invloed heeft."
Foto: DutchMen / Shutterstock.com