Toen in maart de Nederlandse sport werd stilgelegd door de coronamaatregelen, kwam dat voor geen enkele sport goed uit. Voor de tennissport kon de timing echter niet slechter. Waar andere sporten als voetbal tegen het einde van het seizoen aan zaten, moest het tennis- en padelseizoen net beginnen. "Voor onze verenigingen was de klap groot", blikt Erik Poel, algemeen directeur van de KNLTB terug op de afgelopen maanden. Nu met de laatste versoepelingen van de maatregelen tennis- en padelverenigingen weer volledig open kunnen, durft de KNLTB al voorzichtig positief vooruit te kijken.
Tennis- en padelverenigingen hebben de gevolgen van de coronacrisis al snel bij het sluiten van alle sportaccommodaties gevoeld onder andere door het missen van baromzetten en het schrappen van de voorjaarscompetities en toernooien. De maanden maart en april zijn voor de clubs traditioneel gezien ook nog eens de belangrijkste maanden als het gaat om het aantrekken van nieuwe leden. "Dat doe je niet als je niet naar een park kan. Dat heeft niet geholpen", zegt Erik Poel. Daarnaast ziet hij dat een andere belangrijke doelgroep van de KNLTB ook flink is geraakt: de leraren. "Zij hebben ook twee maanden geen factuur kunnen sturen. Daar heeft het er wel ingehakt."
Toen het coronavirus uitbrak moesten bij de meeste tennis- en padelverenigingen de contributies nog worden geïnd. Om te voorkomen dat verenigingen niet verder in de problemen zouden komen, deed KNLTB samen met NOC*NSF een oproep tot solidariteit. "Op die manier zorgen we met zijn allen dat we de keten in stand houden: dat leden hun contributie aan de vereniging betalen en verenigingen de afdracht aan ons zodat wij ze kunnen blijven ondersteunen."
De KNLTB ziet dat aan de oproep tot solidariteit door vrijwel alle leden gehoor is gegeven en dat daarmee grotere problemen zijn voorkomen. Het ontbreken van nieuwe leden zorgt nog voor een groot gat op de begroting voor verenigingen en dus ook de KNLTB. "We hebben met grote verliezen van inkomsten te maken. Dat gaan we ook niet goedmaken dit jaar, maar we zijn wel op weg dat gat te dichten."
Bij dat positievere perspectief wat de KNLTB haar verenigingen inmiddels kan bieden, heeft een sterke lobby in Den Haag ook geholpen. "We hebben daarin opgetrokken met de NGF omdat we samen het idee hadden dat golf en tennis op anderhalve meter meer dan uitstekend beoefend kan worden. Daarbij hebben we in samenspraak met NOC*NSF gekeken of we konden differentiëren in sporten: we moeten niet alle sporten over één kam scheren. Dat is voor de jeugd in eerste instantie wel gebeurd, maar later is daar voor volwassenen bij heropening van buitensport wel een differentiatie in gekomen. Die lobby heeft daarin wel degelijk gewerkt."
"De ledenaanwas met de Zomer Challenge is een opsteker, maar het is natuurlijk nog afwachten hoeveel leden uiteindelijk blijven hangen"
Toen eenmaal duidelijk was dat tennis en padel weer mogelijk was, is de KNLTB gaan kijken hoe het de verenigingen daarbij het beste kon ondersteunen. "De tien accountmanagers hebben de clubs op afstand geadviseerd en de vorig jaar gevormde Kringen benut. Via whatsapp groepen zijn verenigingen in een Kring verbonden met de accountmanager, de lijntjes zijn daardoor kort", legt Poel uit. De bond zorgde verder voor uitgebreide richtlijnen, toolboxen en webinars om tennis en padel op te starten. De speciale website Corona.KNLTB.nl kon snel ingericht worden, omdat al een nieuw online platform in de steigers stond.
De digitale strategie die de bond al eerder inzette heeft de clubs in deze periode geholpen. De ClubApp is daar een goed voorbeeld van. Het digitaal afhangen in de ClubApp kwam door de corona richtlijnen extra goed van pas. In de afgelopen periode zijn veel meer clubs die app gaan gebruiken: van 750 naar 1350 clubs. "Deze crisis helpt ons om daarin een versnelling aan te brengen. We zien gemiddeld 25.000 reserveringen per dag."
Een ander beproefd concept waar de bond nu de vruchten van plukt is de Zomer Challenge. Daarbij kan tijdens de zomermaanden een lidmaatschap van drie of vier maanden worden afgesloten om kennis te maken met tennis of padel. Dit zomerlidmaatschap bleek al succesvol, maar dit jaar nam het enorme vlucht met meer dan 525 deelnemende verenigingen en ruim 14.000 mensen die zich hebben aangemeld. Poel merkte in een digitaal overleg met collega’s uit Australië en Groot-Brittannië soort gelijke positieve geluiden. "Tennis is natuurlijk bij uitstek een sport die je nu kunt doen. Mensen die een beetje angstig zijn om nu binnen te sporten gaan tennissen omdat het buiten is. De ledenaanwas en het openen van clubhuizen per 1 juli zijn een opsteker, maar het is natuurlijk nog afwachten hoeveel leden uiteindelijk blijven hangen."
Het bevestigt wat Poel betreft de groei van de tennissport die de KNLTB al langer signaleert. "Dat is niet de heersende perceptie, omdat vooral wordt gekeken naar het aantal leden bij verenigingen. Dat gaat licht achteruit, maar het aantal tennissers stijgt wel. Er wordt dus meer buiten verenigingsverband getennist. Nu zien we ook de terugkeer naar de vereniging met de Zomer Challenge en een initiatief van Robin Haasse: Balletje Slaan? Zo’n 400 verenigingen hebben zich daarvoor aangemeld en ontvangen mensen die een balletje willen slaan met open armen."
De coronacrisis heeft de KNLTB al verschillende inzichten opgeleverd die de bond positief stemmen. "Het heeft aangetoond dat we een solide basis hebben en dat eerdere strategische keuzes aansluiten bij de behoeften. De acceptatie daarvan door verenigingen is ook duidelijk in een versnelling gekomen. Ondanks dat we een miljoenenderving hebben slaan we ons hier samen met verenigingen goed doorheen. Dat is ook fijn om te weten." Daarnaast heeft de bond gemerkt dat het zeker in de communicatie en ondersteuning een meerwaarde is geweest voor verenigingen.
Het viel Ellen Julius, manager communicatie, daarbij op hoe veerkrachtig verenigingen zijn. "Ze mochten even niks. Toen tennis en padel weer mocht hebben we in sneltreinvaart richtlijnen opgesteld. De snelheid en het enthousiasme waarmee verenigingen dat hebben opgepakt is bewonderenswaardig. Het zijn vrijwilligers en als het dan ineens weer kan dan gaat er iets in werking vanuit die passie voor die sport." Poel sluit zich volledig bij aan bij die waardering voor verenigingen. "We koken heel veel voor, maar als die clubs dat niet uitserveren dan zijn we nergens. Dat hebben zij goed gedaan in een kort tijdsbestek."