Door de coronacrisis zijn veel Nederlanders minder gaan sporten en bewegen. Daar klinken al langer allerlei alarmbellen en noodklokken voor, maar hoe groot is dit probleem echt? En vooral: wat zijn de effecten van deze beweegafname op de lange termijn? Sporteconomen Jelle Schoemaker en Willem de Boer van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) deden in opdracht van Kenniscentrum Sport & Bewegen onderzoek naar de impact van corona op het beweeggedrag. Zij kwamen met zorgwekkende resultaten waarbij het woord ‘beweegcrisis’ al is gevallen: in totaal zijn er afgelopen jaar 750.000 mensen van 25 jaar en ouder bijgekomen die niet aan de beweegrichtlijnen voldeden.
In mei vorig jaar deed sporteconoom Jelle Schoemaker al een eerste impactstudie naar de veranderingen in beweeg- en sportgedrag tijdens de coronacrisis. Hij becijferde toen dat in de eerste zes weken van de coronacrisis het gezondheidsverlies door verminderd beweeggedrag al 580 miljoen euro bedroeg. Aan de hand van die eerste grove studie kregen Schoemaker en zijn collega Willem de Boer van Kenniscentrum Sport & Bewegen de opdracht om de impact van de coronacrisis op het beweeggedrag in kaart te brengen. De onderzoekers maakten daarbij gebruik van onderzoeken naar welbevinden en leefstijl tijdens corona van het RIVM en specifieke coronavragenlijsten van het Lifelines onderzoeksprogramma van het UMCG. De resultaten zijn gepresenteerd in het rapport 'Van coronacrisis naar beweegcrisis?'
"In de titel van het rapport hebben we niet voor niets een vraagteken gezet. We willen wel een signaal afgeven: pas op, dit kan wel eens een beweegcrisis gaan worden. We gebruiken het woord crisis omdat wij ook niet zo goed weten hoe we dit moeten oplossen. Het is niet zoals met een vaccin dat alles even oplost. Dit heeft verregaande consequenties. Voor corona hadden we al te maken met een groot beweegtekort, als wij nu naar de data kijken dan we zien dat daar door corona een extra stap bij is gezet. De situatie lijkt ernstiger te worden. Gemiddeld over heel 2020 zien wij een daling van 6,2 procentpunt van het aandeel van de volwassen bevolking van 25 jaar en ouder dat voldeed aan de 150 minuten wekelijks matig intensief bewegen. Dat zijn 750.000 Nederlanders.
Wat extra alarmerend is dat de sociaaleconomische verschillen in sport en bewegen in relatieve zin zijn toegenomen. We wisten al dat laagopgeleiden en mensen met lagere inkomens minder aan sport doen dan mensen met een hogere opleiding en hoger inkomen. Dat werd al langer gesignaleerd. Het lijkt er nu op dat die kloof sterker is geworden en dat het daarmee lastig wordt om dat te dichten."
"Dat is moeilijk te isoleren uit het hele pakket aan maatregelen. Het is altijd een combinatie met het sluiten van winkels, een bezoekregeling of een avondklok. Je kunt daardoor moeilijk zeggen wat het effect van het sluiten van de sport is. Bij de versoepelingen in de zomer van de maatregelen voor sport en bewegen, verbaasde het mij hoe slecht het sporten en bewegen toen herstelde naar de oorspronkelijke niveaus. Dat was positief voor de mensen die meer zijn gaan doen, die bleven dat ook doen. Mensen die minder zijn gaan sporten en bewegen kwamen maar heel langzaam terug. Dat doet ons denken dat als de maatregelen weer terug worden gedraaid omdat de coronacrisis is opgelost dan gaat het nog best lang duren voor dit beter is. Het is niet zo: je drukt op de knop en iedereen is weer op zijn oude beweegpatroon. We hebben met een soort ruwe opschudding te maken van de patronen die we hadden. Voor een deel komt dat wel goed, maar we moeten ook scherp zijn op het deel dat dat niet gaat lukken."
"We hebben met een soort ruwe opschudding te maken van de beweegpatronen die we hadden"
"We weten dat sport en bewegen gezond is voor de mens, zowel fysiek als mentaal. Daar blijven ziektes mee uit en we weten dat je een langere tijd gezonder voelt. We hebben daarom een omrekening gemaakt waarbij de hoeveelheid minuten die je beweegt zijn vertaald naar gezonde levensjaren. Het kan dat iemand door voldoende sport en bewegen langer leeft, maar het kan ook dat de kwaliteit van leven in de laatste levensjaren verbetert. Wat er in 2020 aan sport en bewegen impact is geweest dat gaat zich ergens vertalen in de latere toekomst naar minder gezondheid, minder gezond voelen en misschien ook wel korter leven. Wij hebben dat berekend op 46.000 gezonde levensjaren die verloren zijn gegaan. Wij hebben ook gekeken welke waarde daarmee nu verloren is gegaan. In de gezondheidseconomie wordt gezegd dat als je een gezond levensjaar weet te redden door een operatie of medicijnen dat vinden we als maatschappij 50.000 euro waard. Met die omrekening komen wij op een verlies aan gezondheidswaarde van 2,3 miljard euro."
"Bij die verloren gezondheidswaarde gaat het niet om euro’s die we als samenleving zijn verloren, maar je verliest wel iets belangrijks wat we niet meer terugkrijgen. Het verlies van die 46.000 gezonde levensjaren is al gebeurd. De rekening met de kosten die daarmee gemoeid gaan, voor een deel ook zorgkosten, komt later nog. Wat we nog te keren hebben is de situatie voor nu. We hebben dat uitgewerkt in drie theoretische scenario’s, waarbij in verschillende tempo’s met versoepelingen wordt overgegaan op een nieuw normaal voor het beweeggedrag. Ik denk dat we er belang bij hebben dat die lijn van mensen die minder zijn gaan bewegen zo snel mogelijk wordt teruggebracht naar 0 en dat we zorgen dat mensen die meer zijn gaan bewegen dat we weten vast te houden. Dan komen we nog positief uit. Als mensen die voor corona niet aan de beweegrichtlijnen voldeden nu meer zijn gaan bewegen van 50 naar 150 minuten dan hebben we winst te pakken."
“Vooropgesteld: wij willen niet op stoel van beleidsmakers gaan zitten. Het doel van onze studie was vooral het onzichtbare effect van sport en bewegen toch zichtbaar te maken. We weten allemaal dat corona invloed heeft gehad op bewegen. Rutte benoemde in zijn laatste persconferentie ook nog de coronakilo’s die erbij zijn gekomen. Wij wilde de effecten en de omvang van het probleem in kaart brengen. Niet in kilo’s, maar in gezonde levensjaren. Ons onderzoek geeft aan wat het probleem is, maar geeft geen oplossing. Wat wij wel zien is dat zodra het kan, en die afweging ligt bij het kabinet en het OMT, is het zaak om zo snel mogelijk dingen te gaan versoepelen zodat mensen langzaam wat meer gaan bewegen. Dat gaat langzaam, maar het gaat wel effect hebben. Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft niet voor niets op basis van de onderzoeksresultaten aangegeven dat het belangrijk is om in te zetten op preventie en bewustwording van het belang van bewegen en een gezonde leefstijl en gezonde leefomgeving, beschikbare kennis en inzichten en succesvol gebleken interventies. Het is daarbij belangrijk rekening te houden met de verschillende groepen in de samenleving en hun levensfasen en dat samenwerking tussen verschillende beroepsgroepen en domeinen wordt gestimuleerd. Het advies van het kenniscentrum is daarom: maak vitaliteit structureel onderdeel van (herstel)beleid.”
Het onderzoeksrapport 'Van coronacrisis naar beweegcrisis?' is hier te vinden.
Lees ook deze eerdere artikelen van Jelle Schoemaker: