Het kabinet stelt 110 miljoen euro extra beschikbaar om sportverenigingen te ondersteunen in de coronacrisis. Dat maakte minister Martin van Rijn vrijdagmiddag bekend. Sportverenigingen zijn financieel geraakt door de maatregelen om het coronavirus in te dammen. Eerder schatte Stichting Waarborg Fonds Sport de financiële schade voor de breedtesport al op 300 miljoen euro. De minister geeft hiermee gehoor aan de oproep van NOC*NSF om een stevig pakket, van weliswaar 150 miljoen euro, aan noodmaatregelen voor sportverenigingen.
De ministerraad heeft er op voorstel van minister Van Rijn voor Medische Zorg mee ingestemd de clubs te hulp te schieten zodat zij de jeugd goed kunnen opvangen en de unieke Nederlandse infrastructuur behouden blijft. De insteek daarbij is dat sportverenigingen straks hun deuren weer voor alle Nederlanders kunnen openen. Na de ministerraad liet Van Rijn weten blij te zijn met het extra geld voor de sport. ‘De sportvereniging is een plek waar veel mensen samenkomen. Niet alleen om te bewegen, maar juist ook als sociale ontmoetingsplek. Met het steunpakket ondersteun ik de sportverenigingen die het financieel zwaar hebben door de gevolgen van het coronavirus en waar we als kabinet juist nu een beroep op doen.”
De 110 miljoen euro extra voor de sportsector is opgedeeld in twee delen. In de eerste plaats gaat er 90 miljoen euro naar sportverenigingen door de huur kwijt te schelden over de periode 1 maart tot 1 juni 2020. Voor veel sportverenigingen is de huur de grootste kostenpost op de begroting. Met deze maatregel worden ruim 11.000 sportverenigingen ondersteund.
Ten tweede gaat er 20 miljoen euro naar sportverenigingen met een eigen accommodatie. Deze verenigingen worden geconfronteerd met omzetverlies en doorlopende lasten en komen vaak niet in aanmerking voor de rijksbrede regelingen. Per sportvereniging gaat het om een eenmalige tegemoetkoming van maximaal 2500 euro. Zo kunnen verenigingen trainingen voor de jeugd hervatten en activiteiten opzetten voor niet-leden. Met de 110 miljoen euro komt het kabinet tegemoet aan de hoogste nood van sportverenigingen. De clubs beschikken niet over grote reserves en er wordt juist nu extra inspanning gevraagd van hen.
Het Mulier Instituut is gevraagd om de effecten die de coronacrisis heeft op de gehele sportsector in kaart te brengen. Aan de hand van de uitkomsten kijkt het kabinet in hoeverre aanvullende steun nodig is.
Eerder vandaag publiceerde NOC*NSF een brief aan minister Martin van Rijn met een dringende oproep voor extra steun voor de sportclubs. Anneke van Zanen, voorzitter NOC*NSF, liet in een reactie al weten dat de minister precies op tijd komt, omdat een netwerk van 25.0000 verenigingen zwaar onder druk is komen te staan. “Belangrijke inkomsten, zoals kantineopbrengsten en deelnamegelden vallen weg en hoge vaste lasten zoals de kosten van de accommodaties in de vorm van huur, kapitaalslasten en onderhoud lopen tegelijkertijd door. We kunnen het ons als maatschappij niet veroorloven dat hierdoor sportverenigingen zouden verdwijnen, juist nu het belang van sport en bewegen voor onze gezondheid zo evident is gebleken. Fijn dat zowel bij minister Martin van Rijn als bij het gehele kabinet de waarde van de Nederlandse sportinfrastructuur zo hoog in het vaandel staat."
Gerard Dielessen, algemeen directeur NOC*NSF, zegt in aanvulling op Van Zanen dat met dit steunpakket de verenigingen in ieder geval op korte termijn overeind gehouden kunnen worden. Ondertussen wordt hard gewerkt aan een ‘strategisch sportsector opstartplan’, laat hij weten. "Dat vereist veel creativiteit, solidariteit, aanpassingsvermogen en vooral ook geduld. De gezondheid gaat immers voor alles. Toch ga ik er van uit dat onze sportieve samenleving de komende weken en maanden stapje voor stapje weer in beweging komt."
Foto: Arenda Oomen / Min VWS