De nieuwe aangescherpte maatregelen voor de sport zijn gericht om groepsvorming en sociale contacten te beperken en het aantal reisbewegingen te verminderen. Voor topsporters en jeugdsport gelden uitzonderingen. Topsporters met een status mogen blijven trainen op de aangewezen topsportlocaties zoals Papendal. In het betaalde voetbal kunnen de eredivisie en eerste divisie zonder publiek doorgaan. Kinderen tot 18 jaar mogen in teamverband blijven sporten zonder anderhalve meter afstand hoeven te houden. Ook voor de jeugd geldt dat wedstrijden niet zijn toegestaan.

'Hoop vervlogen'

Gerard Dielessen, Algemeen directeur NOC*NSF, ziet dat het kabinet "helaas stevige maatregelen heeft moeten nemen". "Het is verstandig dat de sport wel open blijft, zodat de sportdeelname hopelijk niet al te veel zal dalen. En dat is dan weer goed voor de algemene volksgezondheid en voor de juist nu zo noodzakelijke weerbaarheid van iedereen." Dielessen ziet daarin dat het kabinet geleerd heeft van de eerste lockdown. Het belang van sport voor de vitaliteit van mensen wordt volgens hem nu goed ingezien.

Zijn eerder geuite zorg voor de sportsector wordt met deze nieuwe maatregelen niet minder. 2021 zal voor veel verenigingen door het mislopen van inkomsten een moeilijk jaar worden, aldus Dielessen. "De hoop dat in de laatste maanden van 2020 iets goed gemaakt zou kunnen worden lijkt met de opleving van het coronavirus helaas vervlogen." NOC*NSF doet daarom een beroep op de overheid voor extra steun voor de sportsector. "We zullen samen met het kabinet moeten kijken hoe we de compensatie kunnen inpakken. Dit gaat er echt inhakken", aldus Dielessen voor de camera van de NOS.