Ouderen zitten te veel en bewegen te weinig en worden te weinig gestimuleerd om meer te gaan bewegen. De Nederlandse Sportraad stelt dat er sprake is van seniorisme: de behoefte en noodzaak van ouderen om te bewegen wordt onvoldoende serieus genomen vanwege hun leeftijd. Terwijl meer bewegen en sporten goed is voor de gezondheid en het welzijn van ouderen en ook voor hun bijdrage aan de samenleving als geheel. Het advies ‘Laat ze niet zitten! Bewegen en sport door 65-plussers’ is aangeboden aan staatssecretaris Karremans (Jeugd, Preventie en Sport).
Het advies over sport en bewegen voor 65-plussers is een vervolg op het advies Nederland, sta op! Maak dagelijks voldoende bewegen vanzelfsprekend’, dat begin 2024 verscheen. Daarin werd geconstateerd dat er sprake is van een stille ramp als gevolg van de bewegingsarmoede in Nederland.
In dit eerste advies van de nieuwe voorzitter Tom van ’t Hek richt de NLsportraad de pijlen op de 65-plussers. In zijn voorwoord schrijft Van ’t Hek dat het toeval wil dat hij zelf onderwerp is van het advies. "Als 66-jarige behoor ik tot de groep 65-plussers die het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport graag meer wil laten bewegen, maar waarvan het niet precies weet hoe. Mijn eerste gedachte bij dit advies is wel: zijn we niet een beetje laat? Als je mensen op die leeftijd pas in beweging wilt brengen, dan is de gezondheidsschade allang aangericht. Of anders gezegd, dan hebben ze alle voordelen van voldoende bewegen en sporten hun leven lang al gemist.”
Tegelijkertijd weet Van ’t Hek dat door de verdere vergrijzing de urgentie van dit probleem extra hoog is. "In 2040 bestaat ruim een kwart van de bevolking uit 65-plussers. Deze groep mensen levert een grote bijdrage aan de samenleving door nog te werken, vrijwilligerswerk te doen, mantelzorg te verlenen en er te zijn voor familie en vrienden. Het is belangrijk dat zij zo vitaal mogelijk kunnen zijn. Dus laten we ouderen juist stimuleren om te bewegen in plaats van afremmen. Tegelijkertijd is het absolute noodzaak om bij de jeugd te beginnen met voldoende bewegen voor gezondheid en welzijn. Als de overheid start met preventief beweegbeleid voor de lange termijn profiteert de 65-plusser van de toekomst daarvan."
Van ’t Hek roept daarbij op om hem en zijn collega-65plussers serieus te nemen. "Gun mensen optimale regie over hun eigen leven, zeker als het over bewegen gaat, want dat houdt ze nog langer zo gezond mogelijk ook. Wij 65-plussers zijn mensen die nog van alles kunnen en willen."
Met het rapport worden beleidsmakers uitgedaagd om voldoende bewegen expliciet als onderdeel van gezondheidsbeleid voor alle 65-plussers te benoemen. Vitaliteit, maatschappelijke meerwaarde en kwaliteit van leven moeten daarbij het uitgangspunt zijn. "Nu staat nog vooral de zorgbehoefte centraal. In zekere zin is dat het paard achter de wagen spannen: het zou zinvol zijn mensen op veel jongere leeftijd te stimuleren te bewegen om de zorgbehoefte zo lang mogelijk uit te stellen", zo valt te lezen in het advies.
De NLsportraad ziet ook kansen in het anders inrichten van de woon- en leefomgeving van ouderen. Daardoor kan het makkelijker worden een ommetje te maken, te fietsen of elkaar te ontmoeten in een wijkvoorziening. Daarbij is het belangrijk dat beweegactiviteiten aansluiten op de leefwereld van de ouderen en bij hun culturele achtergrond. Sommige ouderen vinden sporten leuk, anderen zijn beter te motiveren met activiteiten zoals dansen, tuinieren of klussen. De raad adviseert de overheid "een coalitie aan te gaan met landelijke (ouderen)organisaties en wensen en behoeften van ouderen daarin serieus meenemen".
Verder adviseert de NLsportraad om "de versterking van lokale en regionale netwerken van gemeenten, welzijn, zorg en sport- en beweegaanbieders aan te jagen. Zo kunnen ouderen en hun beweegbehoeften beter worden geïdentificeerd en kunnen ouderen waar nodig specifiek begeleid worden". Betere samenwerking tussen organisaties die lokaal een rol spelen bij bewegen en sport voor ouderen moet er bovendien voor zorgen dat de meest kwetsbare ouderen niet tussen wal en schip vallen.
Lees het volledige rapport bij de Nederlandse Sportraad.