Het betaalde voetbal is “meer dan een spelletje”. Dit is niet alleen een vaak gehoorde uitspraak van hartstochtelijke fans. Ook de clubs, de KNVB en de competities verkondigen al langer dat het voetbal een grote maatschappelijke betekenis heeft. Maar wat is die meerwaarde precies? Om dat in kaart te brengen heeft PwC in opdracht van de KNVB, de Eredivisie CV en de Coöperatie Eerste Divisie onderzoek gedaan naar de maatschappelijke impact van het betaalde voetbal. Uit het rapport blijkt dat het betaald voetbal 2 miljard euro bijdraagt aan de economie en dat clubs een belangrijke verbindende rol in de regio spelen.
Het onderzoek van PwC ‘De maatschappelijke impact van het betaald voetbal in Nederland’ werd vrijdag 9 april gepresenteerd met een online talkshow. Uit het rapport komt allereerst de economische waarde van het voetbal naar voren. De onderzoekers concluderen dat de directe bijdrage van het betaalde voetbal aan het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Nederland op iets meer dan 2 miljard euro uitkomt. In 2015 lag dit bedrag nog 60% lager dan nu. Verder blijkt dat het betaalde voetbal in Nederland 8,2 miljoen liefhebbers door alle lagen van de bevolking met elkaar verbindt.
In rapport wordt nog verder ingezoomd op hoe die mensen bij betaaldvoetclubs worden betrokken. Dat gebeurt namelijk met allerlei maatschappelijke projecten op het gebied van participatie, educatie, gezondheid en re-integratie op de arbeidsmarkt. BVO’s organiseren jaarlijks 293 van dit soort structurele projecten. Hiermee worden jaarlijks 283.299 deelnemers bereikt, dat is een verdubbeling ten opzichte van 2015. De meeste van die projecten hebben als doel om te zorgen voor meer participatie. De educatieprojecten zorgen dan verhoudingsgewijs weer voor de meeste deelnemers.
In het rapport wordt Football Memories van Willem II als een van de voorbeeldprojecten aangehaald. Hierbij organiseert de Tilburgse club middagen voor ouderen die eenzaam zijn, in sociale isolatie leven of met (beginnende) dementie kampen. Tijdens de sessies worden de ouderen geactiveerd door samen voetbalherinneringen op te halen.
Lees meer over dit bijzondere project in dit artikel van Jan de Leeuw:
Andere voorbeelden hebben betrekking op diversiteit en inclusiviteit, het vinden van een baan voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt of het helpen van kinderen bij het leren op school. Die maatschappelijke programma’s laten wat de onderzoekers betreft ook een belangrijke indirecte waarde van het voetbal zien. Die meerwaarde zit vooral in de regio van de clubs.
Profclubs vormen een platform voor lokale en regionale partijen om te verbinden en van betekenis te kunnen zijn. In totaal zijn er 12.557 zakelijke en maatschappelijke bedrijven en organisaties actief in het betaald voetbal. Deze zijn onderverdeeld in 12.185 zakelijke partners en 372 maatschappelijke partners. Via dit netwerk leren mensen elkaar kennen, doen ze zaken met elkaar, maar helpen ze elkaar ook verder.
In het rapport wordt ook kort stil gestaan bij de negatieve effecten van het betaalde voetbal zoals geweldsincidenten in en buiten de voetbalstadions. De onderzoekers zien daarin dat het aantal incidenten afneemt, wat ook gepaard gaat met een verminderde politie-inzet bij wedstrijden. Tot slot meldt het rapport nog een opvallende kans voor BVO’s op het gebied van duurzaamheid. Op dat vlak kunnen profclubs hun impact nog aanzienlijk vergroten, zeker gezien het feit dat slechts 36% van de clubs een concreet duurzaamheidsbeleid hebben. Een andere kans die nog wordt aangestipt is de diversiteit in de bestuurskamer van profclubs. Wat daarbij opvalt is dat van alle raad van bestuur leden slechts 5% vrouw is. Ook bij de raad van commissarissen ligt dit met 8% ruim onder het streefgetal van 30% vrouwelijk leiderschap.
Lees ook dit eerdere artikel van Aukje Geubels, manager MVO Eredivisie CV, over de maatschappelijke waarde van het betaalde voetbal: