Arnoud Fiolet heeft al meer dan 25 jaar ervaring in de kunstgraswereld. In 2011 startte hij het bedrijf Recreational Systems International (kortweg RSI Sports) met kunstgrasvelden als een van de specialismen. De ondernemer uit Valkenswaard heeft innovatie hoog in het vaandel staan. Dat het ontwikkelen van nieuwe producten niet zonder samenwerking met andere partijen gaat, is voor Fiolet daardoor een vanzelfsprekendheid. “Het grappige is dat bij de pitch die wij deden voor de SBIR, twee van de drie bedrijven van buiten de sportbranche kwamen”, vertelt hij.

Klimaatdoelen

Dat maakte het volgens hem ook mogelijk om met ieders expertise echt buiten de gebaande paden te denken. Voor hun duurzame oplossing hielden ze nadrukkelijk de 2030 en 2050 klimaatdoelen van de EU in het achterhoofd. "Elke industrie moet straks zelfvoorzienend zijn in het materiaal volgens een gesloten cirkel. Ik gebruik de CocaCola-fles daarbij graag als voorbeeld: die wordt na gebruik schoongemaakt, gaat in de shredder om daar plastic korrels van te maken, waar dan weer een nieuwe colafles van wordt gemaakt." Voor kunstgras is dat op dit moment nog niet zo eenvoudig door het gebruik van polyethyleen. "De reclyclebaarheid van polyethyleen is zwaar gelimiteerd. Dat kun je alleen met zware inspanningen en chemische processen terugbrengen naar de originele staat. Polyethyleen is wat we noemen een degeneratief materiaal: het verliest de eigenschappen voor de toepassing van kunstgras. Maar bij recycling kan het materiaal evengoed een tweede leven krijgen voor bijvoorbeeld kantplankjes en paaltjes."

Circulair product

Nederland loopt in het recyclen van kunstgras naar dat soort andere doeleinden al voorop, weet Fiolet. "Wij wilden daar een stapje bovenop doen. We hebben daarom bij het begin al gezegd: laten we het grondbeginsel van het materiaal ter discussie stellen. Dat kun je alleen doen als je met bedrijven van buiten industrie komt." Zo kwamen de drie bedrijven op het idee de overstap te maken naar polyester als basismateriaal om daarmee te werken aan een circulair product. "Theoretisch moet het kunnen, maar het is nog nooit gedaan. Dat vind ik ook het mooie aan dit hele SBIR-traject: zonder die ondersteuning was dit onderzoek nooit van de grond gekomen."

Geen verschil voor sporters

Na anderhalf jaar onderzoek hadden ze een vezel ontwikkeld voor een hockeyveld en een voetbalveld. Daarna werden al eerste testveldjes aangelegd in Oss, Eindhoven en Valkenswaard. "Die veldjes voldoen aan alle speeltechnische normen. We waren heel erg blij dat dat gelukt was. Dat gaf voor ons het bewijs dat we op de goede weg zaten", zegt Fiolet trots.

De eerste gebruikers van die veldjes merken niet dat ze op een polyester grasmat spelen. "We kunnen een voetbalveld neerleggen waarbij niemand zal zeggen: dit is heel erg anders. Daarmee hebben we al onze afgeleide doelstelling gehaald. Met de topdoelstelling die vanuit de ambities van FIFA en FIH komen voor een ongevuld voetbalveld en een waterloos hockeyveld, zijn we nog bezig. Dat blijft een continu onderzoek. Die ontwikkeling stopt niet."

In drietrapsraket naar de markt

De focus zal nu vooral liggen op het naar de markt brengen van het product Grass2Grass. Voor die marktintroductie heeft RSI Sports al een stappenplan klaarliggen. "We leggen eerst deze zomer en najaar nog meer veldjes aan op verschillende locaties in Nederland, Spanje en Scandinavië. We testen dan ook met diverse infills en wat het veld doet onder verschillende klimaatomstandigheden." Als die testen succesvol zijn gebleken gaat Grass2Grass volgens een drietrapsraket de markt op. De eerste stap zijn speelplaatsen van gemeenten (van 200-600 m²), bij de tweede stap komen tennis, korfbalvelden en andere zandinstrooivelden (van 800-1000m²) en tot slot volgen de grote sportvelden voor hockey, voetbal en rugby (1000m²). De planning is dat Grass2Grass eind 2023 volledig op de markt is.

"We willen het goed en gefaseerd doen. We hebben geen haast. Als dit een ontwikkeling is die in 2027 volledig geaccepteerd is in de markt dan ben ik een blij mens", zegt Fiolet. Hij richt zich ook met name op gemeenten die met hun budgetten voor kunstgrasvelden ook ver vooruit moeten denken.

Maatschappelijke besparing

Daarbij merkt hij op dat het materiaal wat bij Grass2Grass wordt gebruikt iets duurder is dan de huidige kunstgrasvelden. Doordat het polyester weer als grondstof voor kunstgras kan worden gebruikt, levert het aan einde van de rit ook weer wat op. De werkelijke opbrengst moet volgens Fiolet vooral in een breder perspectief gezien worden. "Als gemeenten willen bijdragen aan de klimaatdoelen dan kunnen ze hiermee serieus werk maken van duurzaamheid. Als over twintig jaar alle kunstgrasvelden van polyester zijn, dan hebben we als industrie geen nieuw materiaal meer nodig. Daar ligt volgens mij de echte maatschappelijke besparing."

Lees meer over deze en andere innovaties bij Sportinnovator.nl