Bewegend leren wint aan populariteit in het onderwijs en de kinderopvang. Vooral vanwege het extra beweegmoment voor kinderen willen docenten en begeleiders hiermee aan de slag. Jan-Paul de Beer van Springlab ziet dat het onderwijs naarstig op zoek is naar oplossingen om bewegend leren in te passen. Tijd is daarbij vaak een grote drempel. "Als docent kun je kiezen tussen een les die je al kent of je moet moeite doen om iets nieuws met beweging voor elkaar te krijgen. Dat kost tijd en er is al een hoge werkdruk." Met zijn innovatieve onderneming richt De Beer zich daarom volledig op digitale oplossingen die voor meer beweging tijdens de schooldag zorgen.
Het Utrechtse Springlab bestaat inmiddels al negen jaar en heeft in de eerste vijf jaar al naam gemaakt met verschillende innovaties die beweging stimuleren. Zo bedacht het lab een slim fietsstoplicht dat fietsers groen licht geeft. 3,5 jaar geleden gooide het bedrijf het roer om en besloot zich volledig te focussen op één thema: bewegend leren. "We zagen vooral bij de peuters dat tachtig procent te weinig beweegt. Als daar het probleem ontstaat, moeten we daar beginnen. Hoe kunnen we dat oplossen? Door het dagritme van kinderen beweeglijker te maken. Kinderen brengen de meeste tijd door op de kinderopvang en op school. Daarom zijn we ons op dat domein gaan richten."
"Het voordeel van bewegend leren is dat je hetzelfde leert en je daar beweging aan toevoegt"
Om aan te sluiten op de leefwereld van kinderen, hebben de innovaties van Springlab altijd een duidelijke digitale component. Ze passen daarmee in de groeiende trend van start-ups in de EdTech (Education Technology), maar anders dan veel van dit soort bedrijven probeert De Beer kinderen juist uít hun stoeltjes te krijgen. "Ons doel is de digitale lestijd een stuk beweeglijker te maken. Zodat áls je dan achter een scherm zit, je in beweging komt in plaats van te blijven zitten. Daar hebben we in 2018 als eerste innovatie de beweegvloervoor gelanceerd om te laten zien dat je onderwijs, bewegen en technologie kunt combineren." Op die interactieve vloer worden kinderen uitgedaagd om bij het goede antwoord van een som of taalvraag te springen.
Als voorbeeld geeft De Beer een taak voor kinderen uit groep 2/3 met rijmwoorden. "Dan zie je op de beweegvloer verschillende plaatjes: één in het midden en twee links en rechts. Dan moeten ze op het plaatje springen wat rijmt op het plaatje in het midden." Dat educatieve element is een must en daar moeten de landelijke leerdoelen bij in de gaten worden gehouden. "Anders wordt het een gadget. Als je wil dat het structureel wordt gebruikt, moet een halfuur bewegend leren de inhoud van een zittende les vervangen." Voor die lesinhoud heeft Springlab een onderwijskundige in dienst en werkt het bedrijf samen met verschillende experts uit het onderwijsveld.
Uit onderzoek is gebleken dat bewegend leren vooralsnog het beste werkt bij taal en rekenen, waarbij herhalen en veel oefenen belangrijk zijn om de stof te begrijpen. Dat het maken van sommen in combinatie van beweegspelletjes de leerprestaties verhoogt, kan nog niet hard worden geclaimd. Daar wordt wel steeds meer onderzoek naar gedaan.
De Beer ziet zijn innovaties vooral als een efficiënte manier om op jonge leeftijd de beweegachterstanden aan te pakken. "Het voordeel van bewegend leren is dat je hetzelfde leert en je daar beweging aan toevoegt. Je verliest geen tijd met beweging; het gaat niet ten koste van iets anders." Het is in die zin volgens hem niet anders dan de verschuiving in de kantooromgeving van zittend vergaderen naar een staand of wandelend overleg. "Onze filosofie is dat je dag beweeglijk ingericht moet zijn. Voldoende bewegen op verschillende momenten op de dag. In een digitale wereld hoef je niet altijd meer fysiek actief te zijn, dus moet je meer in beweging komen."
De interesse in bewegend leren in het onderwijs is groot. Uit een enquête van Mulier Instituut onder 839 schoolleiders bleek in 2021 al dat negentig procent van mening is dat scholen naast bewegingsonderwijs andere vormen van beweegvormen moeten stimuleren. Bewegend leren wordt vaak al toegepast, maar de frequentie loopt erg uiteen. De Beer krijgt hetzelfde beeld uit de praktijk. "We merken veel interesse, maar de implementatie is voor veel scholen nog lastig. Daarom richten we ons op kant-en-klare oplossingen die met één druk op de knop werken."
Bij Springloop, de nieuwste vinding van Springlab, is dat doel van eenvoud goed terug te zien. Daarbij hebben de ontwikkelaars de app op een tablet en scanbare QR-kaarten zó ontwikkeld dat kinderen daar zelfstandig mee aan de slag kunnen. Voor deze bewegend leren-oplossing ontwikkelde Springlab speciale kindvriendelijke QR-codes. "Die hebben icoontjes in zich die technisch worden herkend en die kinderen kunnen benoemen: een appel of een bloem. Dan weten kinderen: we moeten nu naar de bloem, want daar vinden we de volgende opdracht." Met normale QR-codes zou dat benoemen en aanwijzen lastiger zijn.
De kinderen worden zo ook gestimuleerd samen te werken en vooral te bewegen naar de verschillende kaartjes, die over het hele schoolplein worden opgehangen. "Daardoor verspreid je de lesstof over de hele ruimte en moet je naar de lesstof rennen of lopen. Anders is het allemaal gecentreerd op een scherm en hoef je geen stap te zetten, hooguit met je vinger te swipen", zegt De Beer.
Na de lancering ontving hij al vele positieve reacties en aanvragen van scholen en bso’s. En kinderen die Springloop al mochten testen, waren ook enthousiast. "Zij vinden een tablet al magisch, daar zijn ze niet van weg te slaan. We leggen in de app ook uit hoe het werkt en kinderen snappen dat gelijk." Daar zit volgens De Beer ook een groot voordeel voor leerkrachten: "Je hoeft niks te doen: de app starten, achterover leunen en dan rennen ze over het hele schoolplein. Je hoeft zo niet als een gymdocent voor de klas te staan. We hebben het echt makkelijker gemaakt en gezorgd dat kinderen vanzelf actief worden."
Lees ook: