Het idee voor Picoo ontstond toen Iris Soute en haar compagnon Daniel Tetteroo nog aan de Technische Universiteit werkten. “We wilden interactieve gametechnologie gebruiken om kinderen die teveel achter schermen zitten buiten in beweging krijgen.” Toen Picoo in 2016 een Nationale Sportinnovator Prijs won werd het bedrijf serieus en kon het van een concept een product maken. Het beweegspel is een duidelijk voorbeeld van eenvoudige buitenkant en slimme binnenkant. De handhelds van Picoo lijken qua vorm op een zaklamp en kunnen door de ingebouwde technologie onderling communiceren en licht-, geluid- en trilsignalen geven.

Tikkertje in een rolstoel

Picoo kwam in 2019 op de markt voor met name scholen en BSO’s. Gaandeweg ontdekte het team van Picoo dat ze ook een oplossing in handen hadden om kinderen met en zonder beperking samen te laten spelen. Verschillende leeftijden en niveaus konden namelijk heel goed met elkaar een spel doen met Picoo. Toen innovatieplatform StartHubs een challenge uitschreef om kinderen met een beperking meer mee te laten doen, greep Soute die kans. "Wij hadden de oplossing eigenlijk al." Het leek haar vooral ook mooi iets te kunnen betekenen voor kinderen met een beperking. "Zij kunnen vaak geen aansluiting vinden met kinderen zonder beperking. Ze zitten vaak al op een bijzondere school. Het is toch een stuk lastiger als je bijvoorbeeld in een rolstoel zit."

Na een pitch in Den Haag won Picoo vorig jaar de challenge, waarbij de kinderjury de doorslag had gegeven. "Het feit dat ze nu samen konden spelen met iemand waarmee ze eerst minder goed konden doen vonden zij erg belangrijk." Die challenge leverde Picoo een subsidie op om het product verder te ontwikkelen voor kinderen met een beperking. Veel spellen bleken met een kleine aanpassing al goed te spelen. Toen een jongetje in een rolstoel de Picoo een middag wilde proberen was dat een goede test. "Hij had vriendjes die in een rolstoel zaten en vriendjes die niet in een rolstoel zaten uitgenodigd en die hebben we onze versies van tikkertje, spionnenjacht en mollenmania laten spelen. "Hij zei: 'als wij tikkertje spelen dan rijd ik normaal maar gewoon tegen iemand op om hem te tikken, maar nu kan ik eindelijk echt tikkertje spelen met vrienden'."

Picoo werkt nu door om de spellen ook adaptief te maken, zodat het spel zich aanpast aan de snelheid van het kind. "We hebben de kinderen zien spelen en het is nu al leuk. Met hun feedback gaan we de spellen nog verder ontwikkelen en kunnen we het waarschijnlijk nog een stukje leuker maken. Het is altijd ons doel geweest om iedereen mee te laten doen en dat is nu mooi gelukt." Soute ziet door testen die ze de afgelopen tijd hebben gedaan ook meer mogelijkheden om Picoo verder te ontwikkelen voor kinderen met een visuele beperking, waarbij meer focus op trilling komt. Ook voor kinderen met autisme bleek Picoo al een mooie oplossing, zag Soute. "Zij vinden het soms moeilijk om andere kinderen aan te raken en dat hoeft niet meer met Picoo."

De challenge zette Picoo zo meer op het spoor van het ontwikkelen van speelgoed waarmee kinderen met en zonder beperking op een gelijkwaardige manier kunnen spelen. "Door de subsidie konden wij ons daar meer op focussen." De crisis dwong de startup evengoed om kritisch naar het businessmodel te kijken. Waar Picoo eerst vooral op scholen, BSO’s en de vrijetijdsmarkt gericht was, hebben ze nu besloten de thuismarkt meer te benaderen. Dat ontstond tijdens de intelligente lockdown in april al doordat op het kantoor in Eindhoven meerdere Picoo-sets stil lagen. "Kinderen waren niet op school, maar zaten thuis. Wij zijn die Picoo's toen in sets van vier gaan verhuren. Dat was wel heel leerzaam omdat we zo ook feedback van ouders terug kregen."

Bewegend leren

Soute merkte ook dat zij met hun innovatie voorzien in een behoefte bij ouders. "Zij waren echt op zoek naar verantwoord speelgoed. Als kinderen fulltime thuiszitten wil je toch dat ze in beweging blijven. Ouders vroegen ook om spellen met rekenen en taal. Die hadden we nog niet in de doos gedaan, maar daar gaan we wel meer op uitbreiden." Aan die vraag merkt ze dat bij ouders het thema bewegend leren ook meer aandacht krijgt. Volgens Soute zou Picoo daar juist ook op scholen een goede oplossing voor kunnen zijn. "Picoo is niet alleen het bewegen maar ook het leren. We hebben ook een spelletje waarbij je bewegend tafeltjes oefent. Ik kan geen claims leggen op dat ze het beter leren, maar ik durf wel te zeggen dat ze het leuker gaan vinden."

Tegelijkertijd ziet Soute dat er in het onderwijs nog weinig structurele oplossingen zijn op het gebied van bewegend leren. "Het komt nu nog vaak vanuit enthousiaste juffen en meesters. Er staat nergens vast dat kinderen zoveel minuten moet bewegen. Ik denk ook dat daar zeker een rol van de overheid is weggelegd om daar meer in te sturen."