Bij esports wordt nog vaak gedacht aan gamers die vooral achter de computer zitten en niet in beweging komen. Uit recent onderzoek van het Amsterdam Collaboration on Health and Safety in Sports (ACHSS) in samenwerking met de Portugese voetbalbond komt een heel ander beeld naar voren. Onder de 433 deelnemers aan de Portugese virtuele voetballeague blijkt dat 84% voldoet aan de WHO-beweegnorm. Professor Evert Verhagen (Amsterdam UMC) ziet dit onderzoek als een eerste stap en vooral een manier om esports van een stigma af te helpen. “Het zijn geen luie donders.”
"Ik zie esports wél als een sport. Ik denk dat het daarmee begint", zegt Verhagen. "Het zijn atleten, die heel veel en hard trainen. Niet fysiek, maar meer mentaal en op de fijne bewegingen en op hun reactievermogen. Daar komen vroeg of laat gezondheidsklachten bij kijken." Juist op dat randje van belasting en belastbaarheid wordt het interessant voor de bewegingswetenschapper die al veel onderzoek deed naar sportblessures en preventie daarvan. "Je moet de gezondheid van die sporters kunnen bewaken. Die kennis hebben we nog niet. Een enkel zullen ze niet snel verstuiken maar heel veel klachten die je achter de computer hebt kun je ook in esports oplopen: RSI, een tenniselleboog of rugklachten."
Uit een samenwerking vanuit het ACHSS met de Portugese voetbalbond kwam het idee om de medische- en prestatiezorg voor esporters onder de loep te nemen. Verhagen ziet dat ze in Portugal een stap verder zijn met hun virtuele voetbalcompetitie dan Nederland. Waar de KNVB esports vooral gebruikt om jongeren te bereiken, wordt in Portugal juist gekeken hoe de deelnemers in de virtuele competitie kunnen worden begeleid om hun sport zo goed mogelijk te beoefenen. Het onderzoeksteam is daarom eerst eens gaan kijken hoe het is gesteld met de activiteit van de esporters. "Iedereen denkt dat ze maar op hun luie billen zitten, maar ze zijn actiever dan algemeen wordt gedacht”, zegt Verhagen op basis van het vragenlijstonderzoek.
Die enquête werd uitgezet onder iedereen die staat ingeschreven bij de Portugese virtuele voetballeague. Daar zitten de toppers bij die goed scoren en de gamers die het leuk vinden om in competitieverband een potje FIFA te spelen. Die brede groep werd een aantal vragen voorgelegd over hoeveel ze bewegen, waarom ze bewegen en of ze gebruik maken van een trainingsprogramma.
Wat Verhagen uit dit eerste onderzoek opviel was dat 85% voldoet aan WHO-norm gezond bewegen (minimaal 150 minuten fysieke activiteit per week). "Ze bewegen vooral omwille van gezondheid en esthetiek. Niet zo zeer om het bevorderen van hun prestatie." Verhagen had verwacht dat de FIFA-spelers ook buiten zouden voetballen om hun spelinzicht mogelijk te verbeteren, maar de sporten die ze opgaven waren beperkt tot hardlopen en fitness. De meeste ondervraagden zoeken daar hun eigen schema voor op of gebruiken een app. Een enkeling heeft een eigen coach. "Daar zit veel diversiteit in: als je je brood ermee verdient kun je een personal trainer aanstellen en anders ga je naar de sportschool."
"Die individuele topper kun je gebruiken als een rolmodel voor de lagen eronder. Daar kijken ze tegenop. Dat geldt bij esports gigantisch"
Het gaat de Portugese esporters duidelijk om actief te zijn buiten hun dagelijkse activiteit. "Ze hebben wel door dat de hele dag stilzitten niet goed is en dat hun sport inhoudt dat je de hele dag zit. Daar zijn ze actief mee bezig om daar een oplossing voor te vinden. Dat is voor hen een reden om te gaan sporten." De link tussen sporten en het verbeteren van prestaties in esports hebben de onderzoekers nog niet kunnen aantonen. Verhagen kan daarom niet wachten om in het professioneel opgezette trainingscentrum van de Portugese voetbalbond fysieke metingen te gaan verrichten. "Dan kunnen we kijken hoe belastend zo’n potje FIFA nu is. We kunnen hartslag en cortisol gaan meten om zo ook de mentale belasting te onderzoeken. Dan is het interessant om te kijken hoe je van de opgebouwde stress en vermoeidheid afkomt." Een volgende studie zal daarom ook gericht zijn op de mentale gezondheid van de esporters, waarbij gekeken wordt naar slaap, stress en middelengebruik.
Als het gaat om prestatiedruk en mentale klachten verschillen esporters niet veel van olympische sporters, constateert Verhagen. Door ook dat onderdeel bij esporters serieus te nemen hoopt hij een bijdrage te kunnen leveren aan de prestaties en gezondheid van die atleten. "Schakers doen het ook al. Zij hebben een heel trainingsregime buiten het schaakspel om zo fit mogelijk te zijn. Je moet de esporters ook verhoeden dat ze ergens een schemaatje vandaan halen en maar wat doen. Je moet die balans goed bewaken."
Verhagen hoopt zo ook iets te doen aan het stigma van esports om daarmee ook de grote groep inactieve gamers daaronder te bereiken. "Die individuele topper kun je gebruiken als een rolmodel voor de lagen eronder. Daar kijken ze tegenop. Dat geldt bij esports gigantisch. Wil je beter worden in jouw spelletje dan moet je niet alleen achter die computer zitten, maar ook af en toe een break nemen en misschien een rondje gaan fietsen of hardlopen. Verder onderzoek kan volgens mij helpen bij het doorbreken van dit beeld."
Lees ook deze eerdere artikelen over esports: