"Integriteit in de sport moet naar een hoger plan dan afvinklijstjes"

Sandra Meeuwsen over de opdracht van het onlangs gestarte Erasmus Center for Sport Integrity & Transition (ESPRIT)

Integriteit en ethiek zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk in de sport. Of het nu gaat om grensoverschrijdend gedrag, matchfixing, doping, ondermijning, diversiteit en inclusie; iedere sportbestuurder wordt geacht aandacht te hebben voor dit soort ethische vraagstukken. Het onlangs gestarte Erasmus Center for Sport Integrity & Transition, kortweg ESPRIT, heeft daarom als doel sportprofessionals van kennis te voorzien en mee te denken over dillema’s in de sport. Daartoe introduceert directeur Sandra Meeuwsen een nieuwe onderzoeksmethodiek in de Nederlandse sport: 'embedded ethics'. Deze maand start zij bovendien als maandelijkse columnist op Sportenstrategie.nl.

Bij de kick-offbijeenkomst op 15 september op de Erasmus Universiteit in Rotterdam zag Meeuwsen tussen de aanwezigen precies de doelgroep waar ESPRIT zich op richt. Uiteraard mensen uit het hoger onderwijs en de academische wereld, maar ook het ministerie van VWS, NOC*NSF, bestuurders en coaches van bonden en de commerciële sport waren aanwezig. Met Jens Sejer Andersen, directeur van Play the Game, als internationale gast werd gelijk de ambitie van het centrum duidelijk. "Omdat we ook internationaal actief zijn, had ik hem gevraagd een kritisch strategisch verhaal over de politieke dimensie van de integriteitskwesties in de sport te houden. Om aan te geven dat Nederland niet in een soort bubbel alleen staat. Nederlandse clubs en organisaties zijn ook speelbal in een internationale politiek krachtenveld rond integriteit", blikt Meeuwsen terug.

Debat over integriteit in de sport

De integriteit in de sport staat al enige tijd onder druk. En dat levert nog vaak de reflex van vingerwijzen op, merkte Meeuwsen ook in de paneldiscussie bij de kick-off. Miriam Reijnen (Centrum voor Veilige Sport Nederland), Aschwin Lankwarden (Directeur KNZB), Lodewijk Klootwijk (POS), Hub Zwart (Decaan van de Faculteit Filosofie van de Erasmus Universiteit) en Anne de Leeuw (Officier van Justitie) gingen daarbij met elkaar in debat over het instellen van een externe integriteitswaakhond buiten de sport. De Leeuw beweerde dat "…de sport het zo heeft laten afweten, dat we daartoe bijna genoodzaakt zijn". Vanuit de sport werd weer tegengeworpen dat het instellen van een integriteitsautoriteit een negatief effect op het verantwoordelijkheidsgevoel in de sport zal hebben. Lankwarden vulde aan dat hij vooral steun nodig heeft bij het agenderen van de vaak complexe integriteitskwesties in alle geledingen van de KNZB. De zwembond was overigens ook de eerste die al bij ESPRIT heeft aanklopt voor ondersteuning.

Actief in ongemak en weerstand

Meeuwsen zag bij het debat mensen op het puntje van hun stoel zitten. "Daarmee hebben we volgens mij ook aangetoond wat onze toegevoegde waarde zal zijn. We willen het thema integriteit naar een veel hoger plan tillen dan een paar afvinklijstjes. We kunnen fantastische regels, gedragscodes en straffen bedenken, en toch gaat het fout. Dus wat is nog meer nodig? Daar begint onze rol."

"We geloven niet in het overdonderen van sportorganisaties met VOG’s en codes. Dan lijkt het 'geregeld' en gebeurt er alsnog van alles"

Sandra Meeuwsen - Directeur ESPRIT

Zij ziet een groeiend momentum in de sport voor een interdisciplinair onderzoekscentrum op het gebied van sport en integriteit. "Je merkt dat het bewustzijn toeneemt dat de sport zelf ook medeverantwoordelijk is voor de vele misstanden die we inmiddels kennen. Twee jaar geleden was dat ondenkbaar: mijn proefschrift 'Kritiek van de Sportieve Rede' was nog echt vloeken in de kerk. Maar dat moest toen ook; het was een appèl om de sport wakker te schudden. Toen kwam corona, wat een soort snelkookpan werd voor de waarden die we belangrijk vinden: we willen de sport overeind houden, want we zitten met bewegingsarmoede, en sport zorgt voor preventie en sociale binding. Vervolgens kwamen al die dossiers zoals het turnschandaal naar boven. Die twee dingen samen creëerden wat ons betreft een cruciaal momentum om door te pakken. ESPRIT wil complementair zijn aan de bestaande initiatieven in de sfeer van compliance en cultuur, door juist in de systemische laag, inclusief het ongemak en de weerstand, actief te worden. Vergeet niet, in de sport wil niemand ‘de schuld’ toegerekend krijgen voor de integriteitscrisis die gaande is. Dit maakt het zo lastig nu verantwoordelijkheid te nemen. We geloven daarom niet in het overdonderen van sportorganisaties met VOG’s en codes. Dan lijkt het ‘geregeld’ en gebeurt er alsnog van alles. Integriteit speelt juist voorbij de regelgeving."

Brede blik op sportethiek

ESPRIT zal als interdisciplinair centrum integriteit vanuit een brede blik aanvliegen. Dat is deels al ingegeven door de landelijke partners die de start van ESPRIT mede mogelijk hebben gemaakt: ministerie van VWS, NOC*NSF, Verenging Sport en Gemeenten en Platform Ondernemende Sportaanbieders. Binnen de Erasmus Universiteit zijn ook alle sport gerelateerde disciplines aangehaakt waaronder economie, rechten, gezondheidszorg en bestuurskunde. Dat het centrum onder de Faculteit Filosofie valt, geeft ook aan dat met een ethische bril naar de evolutie van de sport wordt gekeken.

Maar staat de filosofie niet te ver af voor de 'handen uit de mouwen-mentaliteit' in de sport? "Bij de oprichting van ESPRIT heb ik veel werk gestoken in het creëren van draagvlak. We blijven geworteld in de praktijk en trekken ons niet terug in de academische distantie. Ik sta elke dag in gesprek met sportbestuurders. Deze routine geven we vorm met een team van zowel academische onderzoekers als een team van praktijkmensen: dat laatste noemen we 'embedded ethics'. We kennen al de embedded scientist in de sport, maar wij ontwikkelen dat nu op ethisch gebied, vanuit het hart van de sport. Zo ontwikkelen we een systemische veranderstrategie samen met sportbestuurders, coaches en atleten, gebaseerd op actuele vraagstukken."

Embedded ethics

Daar ligt volgens Meeuwsen ook de grote meerwaarde voor de sportpraktijk. "We zijn dat klankbord, die collega op afroep beschikbaar, waarmee je in co-creatie kunt optrekken naar kennis en beleid. Wij gaan zelf dat beleid niet maken, maar we spiegelen sportbestuurders in hun reflexen. Daar zit ook het ongemak. We inspireren, voeden en zijn hun gids op weg naar een ander antwoord." Het embedded ethics aanbod wordt uitgevoerd door een Transitieteam, bestaand uit experts met een achtergrond in de sport. "Daar zitten bijvoorbeeld Olympiërs als Hans Koeleman en Edith Bosch in; mensen die na hun sportcarrière nog een hele verandering als mens hebben doorgemaakt. Zij gaan echt in het ethisch hart van de sport werken."

Columns

Als columnist voor Sport & Strategie wil Meeuwsen ook vanuit die praktijk gaan reflecteren op integriteit in de sport. "Wat is de dynamiek tussen politiek, overheid en de sport? Dat is zoeken naar onzekerheid en je afvragen: wie gaat er nou eigenlijk over? Wie pakt het beet en is staat om de juiste interventie plegen. Dat proces is al jaren gaande en dat wil ik systemisch duiden. En uiteraard ga ik ook adresseren wie daarin aan zet zijn."

Ga voor meer informatie over het nieuwe onderzoekscentrum naar ESPRIT.