Overtraindheid blijft voor veel coaches en sporters lastig te voorspellen. Veel topsporters en fanatieke recreatieve sporters vertrouwen blind op hun hartslagmeter, maar die waarde blijkt als voorspeller van vermoeidheid niet altijd even waardevol. Bewegingswetenschapper Twan ten Haaf ontdekte tijdens zijn promotieonderzoek aan de VU Amsterdam dat een vragenlijst met vragen over het gevoel van de sporter een beter inzicht geeft. "Het gevoel integreert beter alle signalen."
Het idee voor het onderzoek van Ten Haaf kwam doordat zijn promotor dr. Jos de Koning mee had gedaan aan de Tour for Life, een fietstocht voor het goede doel van 1200 km in acht dagen. "De deelnemers aan die tocht zijn getraind, maar het zijn geen profs. De belasting is voor de meesten veel groter dan ze gewend zijn. Mijn promotor merkte gedurende die week dat hij vermoeid was, doordat zijn hartslag niet meer omhoog ging."
Dat was de aanleiding om tijdens diezelfde Tour for Life een onderzoek te starten om zo de verandering in fitheid gedurende zo’n tocht beter in kaart te krijgen. "We hebben gedurende die week data verzamelt door dertig deelnemers te volgen. We keken naar de verandering in hun prestaties aan de hand van een aantal parameters. Zo hebben we bij hun bloedwaardes gekeken naar het stresshormoon en we hebben de verandering in hartslag gevolgd." Daarnaast lieten ze de wielrenners elke dag een vragenlijst invullen om zo hun gevoelsmatige fitheid te beoordelen. "We hebben de proefpersonen gevraagd wat hun lichaam ze vertelt met vragen als: hoe vermoeid ben je op een schaal van 1 tot 10."
Uiteindelijk concludeert Ten Haaf in zijn onderzoek dat juist die vragenlijst veel waardevoller is om oververmoeidheid of zelfs overtraindheid te voorspellen. "Een simpele vragenlijst in laten vullen door de sporter geeft een betere indicatie dan bijvoorbeeld hartslag. Die eigen scoren heeft daarmee zelfs een voorspellende waarde." Daarmee komt hij met de voor een wetenschapper opvallende conclusie dat het gevoel van een sporter bij oververmoeidheid meer inzicht geeft dan keiharde cijfers als hartslag. "De sportwetenschap zal het altijd proberen hard te maken met data, maar de realiteit is dat een sporter op dit moment zelf beter in staat is om zijn vermoeidheid weer te geven."
"Hartslag is heel erg bruikbaar om een training te sturen. Sporters moeten zich wel bewust zijn dat hartslag een vertekend beeld kan geven bij vermoeidheid."
Ten Haaf verklaart dat ook doordat vermoeidheid niet valt samen te vatten in één getal. "Bij vermoeidheid spelen zoveel processen in het lichaam mee. Daar kun je nooit één oorzaak voor aanwijzen." Zo kan hartslag als enkele factor een vertekend beeld geven, legt de onderzoeker uit. "Hartslag wordt onderdrukt door vermoeidheid: de maximale hartslag wordt lager, maar ook als je op 50 procent sport is je hartslag lager. Dat kan één van de signalen zijn. Net als bijvoorbeeld een verandering in de stresshormonen."
Naar aanleiding van zijn onderzoek adviseert Ten Haaf, die sinds juni in het begeleidingsteam zit van de Chinese langebaanschaatsers, om coaches hun sporters hun verandering in gevoel uit te vragen. "Dat is laagdrempelig, want met vijf vragen kun je al een redelijk compleet beeld van de sporter krijgen. Iemands hormoonhuishouding kan ook veel vertellen, maar dat doe je niet dagelijks. Zo’n vragenlijst kost maar tien seconden."
Hij benadrukt nog wel dat de data uit zijn onderzoek verkregen is bij amateursporters. "Het is daardoor niet één op één toe te passen op topsporters. Aan de andere kant zijn juist zij nog beter in staat om hun gevoel aan te geven." Ook zijn topsporters wellicht door dat ontwikkelde gevoel beter in staat om de waarde van hun hartslagmeter te interpreteren. Hartslagmeters hoeven dan ook zeker niet in de ban, volgens Ten Haaf. "Hartslag is heel erg bruikbaar om een training te sturen. Sporters moeten zich wel bewust zijn dat hartslag een vertekend beeld kan geven bij vermoeidheid."
Hoewel sporthorloges steeds meer kunnen meten, verwacht Ten Haaf dat de techniek niet in staat zal zijn om een goed en draagbaar meetinstrument te maken dat vroegtijdig kan waarschuwen voor overtraindheid. "Ik zie wel veel toekomst in het diagnosticeren van oververmoeidheid op basis van de verandering van hormonen. Extreme gevallen kun je daar wel uithalen."